Niet in de ruimte, toch gewichtloos

Herbert Blankesteijn, Mens & Wetenschap 5-'91


Je hoeft heus geen astronaut te zijn om te ervaren wat gewichtloosheid is. Van een stoel springen is voldoende, maar een driemeterduikplank is beter. In vrije val voel je je immers gewichtloos (zie deel 1, deel 2 en deel 3). In het uiterste geval duurt dat ruim een seconde - je bent altijd gauw beneden. Herbert Blankesteijn was 34 keer een halve minuut lang gewichtloos in een vrij vallend vliegtuig. Hier het verslag van zijn persoonlijke ervaringen.

Iedereen die ik van mijn plannen vertel, verklaart me voor gek. 'Waarom doe je zoiets?' Het is eng, riskant en onaangenaam, enken ze. Bijna niemand kan zich voorstellen dat ik me ongelooflijk bevoorrecht voel dat ik dit mag meemaken. Als dat protserig klinkt, dan moet dat maar. Nu deze gelegenheid me wordt geboden zou ik een hele goede reden nodig hebben om het eventueel NIET te doen. Dat ik de kans grijp, is vanzelfsprekend.

Voor een gewone sterveling is een paraboolvlucht de dichtst mogelijke benadering van een ruimtereis. Afb. ESA.

Nog liever zou ik een ruimtereis meemaken, ongeacht de risico's. De krachten van de lancering voelen, eindelijk overtuigd raken dat de Aarde rond is, de sterren zien zonder die hinderlijke dampkring ervoor. Maar we moeten realistisch blijven. Dichter bij de ruimte dan op deze vlucht zal ik wel nooit komen. In ieder geval kom ik dichter bij de ruimte dan menige andere aardbewoner. Qua hoogte is de vlucht die ik ga maken niet eens zoveel bijzonders (circa 10 km), maar de gewichtloosheid maakt dat de ruimte op een andere manier wordt benaderd. Voor mij wordt het een volstrekt unieke belevenis.

Gewichtloosheid is moeilijk na te bootsen. In zwembaden kom je een eind: het menselijk lichaam is ongeveer even zwaar als water en zweeft dus in een bad. Maar er zijn ook veel verschillen: de druk van het water, de weerstand die het water aan bewegingen biedt, de ademapparatuur die nodig is, gereedschap dat wel degelijk valt onder water, en het feit dat je maag niet in je keel kruipt. Alleen in vrije val is de gewichtloosheid exact gelijk aan die tijdens een ruimtevlucht (een baan om de Aarde is op te vatten als een vrije val, zie deel 1). Vandaar de paraboolvluchten, waarbij een vliegtuig vol apparatuur en onderzoekers in vrije val wordt gebracht, om vrij van zwaartekracht onderzoek te kunnen doen. Een parabool is de wiskundige naam voor de boog die een vrij vallend voorwerp op Aarde beschrijft. Zo'n vlucht ga ik nu meemaken.

Plattegrond van de Caravelle. Afb. CNES.

Het toestel, een Caravelle straalvliegtuig, staat klaar op het militaire vliegveld Bretigny bij Parijs. Het vliegtuig moet alleen nog even gestofzuigd worden. Tijdens de gewichtloosheid heeft alles de neiging om te gaan dwarrelen. Vooral stof doet dat natuurlijk. Om te voorkomen dat dan allemaal ongerechtigheden van de grond opstijgen en experimenten, luchtwegen en ogen bevuilen, maken vaklieden het interieur nu stofvrij. Natuurlijk is stof niet het enige dat kan gaan dwarrelen. De onderzoekers hebben hun apparatuur in het toestel kunnen installeren, maar dat is niet hetzelfde als neerzetten. Vastschroeven is een beter woord. Niets mag los staan of liggen, want het zou kunnen wegzweven om aan het eind van een vrije val op iemands hoofd terecht te komen. Voor kleinere zaken als gereedschap, reservebatterijen en dergelijke maken de passagiers uitgebreid gebruik van touwtjes, klitband en dergelijke.

Het interieur van het vliegtuig moet voor vertrek gestofzuigd worden omdat stof bij gewichtloosheid gaat dwarrelen. Foto HB.

Riskant is een paraboolvlucht beslist niet. Voor zover ik weet zijn er nooit ongelukken mee gebeurd, ondanks de onheilspellende klank van de woorden 'vrije val'. En dat terwijl eens per maand wel zo'n vlucht wordt uitgevoerd. Er zal heus wel eens iemand zich hebben bezeerd en er zal heus wel eens een apparaat zijn gesneuveld of een experiment de mist in zijn gegaan, maar dat gebeurt op de begane grond ook. Het enige serieuze risico, en ook het enige waar ik zelf me zenuwachtig over maak, is dat van ruimteziekte. Ruimteziekte is verwant aan wagenziekte, zeeziekte en luchtziekte. Samen worden ze ook wel bewegingsziekte genoemd. De oorzaak is in alle gevallen tegenstrijdige informatie door de zintuigen over de beweging van het lichaam: het evenwichtsorgaan voelt bewegingen die de ogen niet zien. In het geval van ruimteziekte voelt het evenwichtsorgaan gewichtloosheid en dus deelt het de hersenen mee: ik val. En dat is nog waar ook. Intussen zien de ogen een solide interieur van een vliegtuig of ruimteschip. Die tegenstrijdigheid kan het centraal zenuwstelsel niet altijd verwerken. De verschijnselen van ruimteziekte zijn onveranderlijk misselijkheid, overgeven en een onvermogen om nog iets nuttigs te doen. Vandaar dat ruimteziekte een groot economisch probleem is voor ruimtevaartorganisaties. Een duurbetaalde astronaut die niet op volle kracht kan werken aan nog veel duurdere experimenten met een voorbereidingstijd van jaren, is een ramp. Voorspellen of behandelen van ruimteziekte is ondanks veel onderzoek nog altijd niet goed mogelijk. De een krijgt het wel, de ander niet.

Wij, de passagiers van deze paraboolvlucht, mogen kiezen of we wel of niet het medicament Scopdex wilen innemen. Het bevat de stof scopolamine, die bewegingsziekte onderdrukt. Daarnaast zit er amfetamine in, want scopolamine versuft, en dan kun je weer niet hebben als je geconcentreerd aan een experiment moet werken. Het wordt ons afgeraden een dubbele dosis te nemen, want we zouden dan nog lang na de vlucht hyperactief zijn door de amfetamine. Scopdex is geen garantie tegen bewegingsziekte. Het is trouwens een experimenteel middel. We krijgen een formulier waarop we mogen invullen hoe laat we het hebben geslikt, hoe laat we hadden gegeten en hoe veel, of we ziek zijn geworden en zo ja wanneer en hoe erg. Kortom, we zijn allemaal proefkonijn.

Ik had me voorgenomen om flink te zijn en de vlucht helemaal 'clean' mee te maken. Maar ze houden me voor dat de kans om ziek te worden behoorlijk groot is en dat ik dan niets zal kunnen doen wat de moeite waard is om later te vertellen. En als je eenmaal ziek bent is er niets meer aan te doen. Ik zwicht en slik. Verder knoop ik alle adviezen in mijn oren: kijk eerst een tijdje de kat uit de boom voordat je bijvoorbeeld salto's gaat maken. Een Engelse ruimtevaartjournalist die een tijdje geleden al bij de eerste parabool acrobatiek begon te bedrijven was vrijwel onmiddellijk uitgeschakeld en verliet na de landing het vliegtuig per brancard. Een andere truc is om je hoofd zo weinig mogelijk te bewegen, zeker als de zwaartekracht niet normaal is. En tenslotte, als je de misselijkheid voelt opkomen is het verstandig om heel stil in een stoel te gaan zitten. Dan heb je kans dat het overgaat en dat je na een kwartiertje weer functioneert.

Voor het besturen van een vliegtuig in vrije val zijn speciaal getrainde piloten nodig. Foto HB.

Begrepen. Met toch bij voorbaat een raar gevoel in mijn maag snoer ik me vast op een stoel. We stijgen op en koersen naar een stuk luchtruim ergens boven Orleans. Op het programma staan 36 parabolen, 36 valpartijen van een halve minuut dus. Dat is aanzienlijk meer dan de 25 die eerst waren voorzien. De reden van die uitbreiding is het schrappen van de helft van de vlucht van gisteren. De Caravelle raakte toen tijdens een parabool in turbulente lucht en werd flink door elkaar geschud. Dat schudden was hevig genoeg om te verplichten tot een inspectie. De piloot maakte rechtsomkeert. Er bleek niets aan de hand - in deze bedrijfstak checken ze liever een keer te vaak dan een keer te weinig - en de geschrapte parabolen werden aan de vlucht van vandaag toegevoegd. Een flinke meevaller voor ondergetekende.

Bij het inzetten van de parabool stijgt het vliegtuig onder een hoek van bijna 45 graden. Foto HB.

Het hokje in de lucht dat wij toegewezen hebben gekregen is wat krap - we mogen de burgerluchtvaart natuurlijk niet voor de voeten lopen - en we zullen steeds tussen twee parabolen een scherpe bocht moeten maken. De piloot telt af via de intercom: Three, two, one, pull-up. Ik voel me niet licht worden, maar juist extra zwaar. Dat klopt: de piloot trekt nu met volle kracht de neus van de Caravelle omhoog. Het is de aanloop. Het vliegtuig maakt als het ware zijn eigen springschans in de lucht. De inzittenden ervaren daarbij een verdubbelde zwaartekracht. Ik zak diep in mijn stoel weg, veel dieper dan bij de start. Ik weeg nu een slordige 140 kilo. Door het raampje zie ik de horizon zo scheef als ik hem nog nooit gezien heb. De neus van ons toestel wijst meer dan 45 graden omhoog. Dan volgen de magische woorden: three, two, one, inject. De motoren komen tot zwijgen en ik voel dat mijn stoel onder me vandaan valt. Het wordt vreemd stil. De gordel spant zich om mijn benen. Ik hang, alsof ik ondersteboven hang, aan de stoel. Mijn armen willen omhoog, mijn maag inderdaad ook en zelfs voel ik dat mijn ogen in hun kassen omhoog willen. Ongeveer alsof ik op mijn hoofd sta, maar dan half zo erg. Buiten kantelt de horizon. In mijn ooghoek zie ik iets bewegen: het is mijn fototoestel dat is opgestegen en mij nu hangt aan te kijken. Ik pak het vast en de piloot zegt three, two, one, recovery. Dan zak ik terug in mijn stoel en begin uitgelaten te giechelen. Dat was de eerste parabool, de eerste halve minuut gewichtloosheid. Een paar minuten pauze, dan de volgende.

Tussen de tweede en de derde parabool durf ik mijn stoel te verlaten. Bij het three, two, one, inject neem ik het zekere voor het onzekere en klem me vast aan een stoelleuning. Een griezelige zekerheid komt over me: als ik loslaat sla ik te pletter tegen het plafond. Helemaal verkrampt zit ik de parabool uit. Een halve minuut kan lang duren. Als het voorbij is, klamp ik Jean-Francois Clervoy aan voor een verklaring. Hij is een Franse astronaut in het samenwerkingsprogramma met de Russen. Waarom werd ik naar het plafond getrokken? 'Dat is verbeelding', stelt hij me gerust. 'Het is de onwennigheid. Je probeert je voeten het gevoel te geven dat bij normale zwaartekracht hoort. Dat is niet nodig, maar onwillekeurig druk je jezelf tegen de grond. Het ontbreken van de zwaartekracht ervaar je als een kracht omhoog. Kijk maar eens wat er gebeurt als je je ontspant.' En bij de volgende parabool zweeft Jean-Francois traag naar het plafond, duwt zich met een vinger terug naar 'beneden' tikt met zijn tenen de vloer aan en stijgt weer op, enzovoorts. Gierend van pret doe ik hem na.

Ik zweef!.

Vanaf dat moment kan ik me in gewichtloze toestand volkomen ontspannen. Het voelt als dobberen in een warm bad. Ik merk absoluut niets van ruimteziekte, en ik gun mezelf ook nauwelijks de tijd om eraan te denken. Er is zoveel te doen en te zien. Tijdens een van de parabolen haal ik de druiven tevoorschijn die ik heb meegenomen. Ik 'zet' er een in de lucht voor mijn neus. Hij blijft keurig hangen, langzaam wentelend. Ik hap ernaar. Heerlijk. Zo eet ik een halve minuut lang gewichtloze druiven uit de lucht. Ik knoop een gesprekje aan met de scheepsarts, die over de kotszakken gaat: wat hij doet als hij zelf last krijgt van ruimteziekte. Tsja, ieder ander kan dan stil in een hoekje gaan zitten maar de dokter moet zijn werk blijven doen: voor de zieken zorgen. Dat houdt weinig meer in dan zakken uitreiken, de personen in kwestie in stoelen zetten en bemoedigend toespreken, maar toch. De dokter houdt zich merkbaar heel rustig, om ellende te voorkomen. Volgens mij maakt hij de hele vlucht niet een overbodige beweging. Wubbo Ockels, aan boord met collega's van de Europese Ruimtevaartorganisatie voor het testen van ruimtebenodigdheden, bekent dat hij op zijn eerste vlucht ook niet goed is geworden. Nu, op zijn zoveelste paraboolvucht, overkomt hem dat niet meer.

Hoe langer de ruimteziekte uitblijft, hoe drukker ik me maak. Voor alle zekerheid bewaar ik de salto's voor het laatst, maar ik wurm me tussen de onderzoekers door (waarbij nu en dan iemand 'opsodemieteren' roept in het Engels, Frans, Duits, Italiaans of Nederlands, en terecht), spreek iedereen aan en probeer van alles uit. De 'aanloop' voor de vrije val is een heel interessante fase, omdat je dan 20 seconden lang juist twee keer zo zwaar bent. Ik probeer daarbij vanuit een geknielde houding op te staan. Het is bijna niet mogelijk, ik heb de hulp van mijn armen nodig. Nooit geweten dat 140 kilo zo zwaar was. Geen wonder dat het advies geldt om wanneer je gewichtloos rondzweeft zoveel mogelijk je benen onder je te houden om veilig te kunnen landen zodra de gewichtloosheid ophoudt. Want ook dan volgen onmiddellijk 20 seconden van extra zwaartekracht. De piloot moet namelijk de duikvlucht veranderen in een horizontale en daarbij wordt iedereen tegen de bodem van het vliegtuig gedrukt. Net als bij een lift die afremt. Niet voor niets is de vloer van de Caravelle van een matrasachtig materiaal gemaakt. Als je valt dan val je niet te hard.

Zulke grappige tegenstrijdigheden kom je steeds tegen. Denk je fijn gewichtloos te worden, moet je dat betalen met periodes dat je extra zwaar bent, en moet je voordurend eraan denken dat je kunt vallen. Mal ook eigenlijk dat iedereen zoveel moeite moet doen om zijn spullen vast te snoeren en te schroeven. Wat kunnen gewichtloze spullen voor kwaad? Het antwoord is weer een paradox: zodra het vliegtuig ophoudt met vallen valt alles daarbinnen met een smak op de vloer. Het is heel vermakelijk om in de langterichting van de Caravelle te kijken en iedereen te zien zweven en dan opeens als bij toverslag iedereen gelijktijdig omlaag te zien dwarrelen. Nog zo'n tegenstrijdigheid is dat je zonder zwaartekracht ook volkomen stuurloos bent, als je niet oppast. Het ene moment sta je stevig met beide benen op de grond, het volgende moment is de zwaartekracht weg. Onwillekeurig zetten je voeten zich af (ze waren bezig de zwaartekracht tegenspel te bieden) en hup, je zweeft. Weg is meteen je houvast. En met je armen en benen maaiend in de lucht kom je niet ver. Zodra je iets aanraakt duw je jezelf ervandaan. De enige manier om je eigen bewegingen te controleren is, je vast te houden aan de rail die daarvoor door de hele Caravelle is getrokken. Maar twee handen is daarvoor wel het minste, want met een hand kun je een scharnierende beweging om die hand niet vermijden. Drie handen zou het beste zijn,maar ja... Tegelijkertijd moet je proberen om op je benen te letten, want je bent geneigd die te vergeten als je zweeft. Je voelt ze ook nauwelijks meer. Er zijn al heel wat onopzettelijke schoppen uitgedeeld tijdens paraboolvuchten.

Het bewijs, zo dat nog nodig mocht zijn.

Ik doe steeds meer dingen die me zijn afgeraden en zo beleef ik de ene sensatie na de andere. Ondersteboven hangen met de voeten tegen het plafond. Krankzinnig. Niet vergeten je tijdig weer om te draaien, anders land je op je hoofd. Allerlei bewegingen proberen tijdens de periode van verdubbelde zwaartekracht. Heel erg oppassen daarmee. Als ik me maar iets voorover of achterover buig, dreigt de zwaartekracht het al te winnen. Heel slecht voor mijn rug lijkt me. Als ik mijn enkels of knieeen maar een beetje buig, zak ik er al bijna doorheen. En tenslotte natuurlijk een uitbundige serie salto's en schroeven, waarbij ik inderdaad iemand een schop verkoop. De schade valt mee. En: ik word niet ziek. Bijna niemand trouwens, de dokter heeft maar een volle kotszak opgehaald.

Na 34 parabolen, 34 halve minuten van gewichtloosheid, komt er een eind aan de capriolen van de Caravelle. De laatste twee parabolen worden geschrapt wegens dreigend brandstoftekort. Vallen is tot daaraantoe, maar neerstorten, nou nee. Moe, maar uiterst tevreden laat ik me weer op aarde neerzetten. Missie geslaagd.


De artikelen die hier verkrijgbaar zijn mogen worden gedownload, gelezen en zelfs gekopieerd, maar alleen voor eigen gebruik. Vermenigvuldigen met winstoogmerk is niet toegestaan. Alles is copyright Herbert Blankesteijn, tenzij anders vermeld.