Een gedeeltelijke eclipsverduistering

Herbert Blankesteijn, NRC Handelsblad zomer 1989


Zonsverduisteringen lijken de laatste jaren bij voorkeur op te treden in tropische streken. Kenia, de Sahara, Indonesië en volgend jaar Mexico. Verre, maar zonnige oorden waar wolken het de liefhebber niet moeilijk maken. Voor de eclips van eind juli in Finland stonden de sterren niet gunstig. Toch trok het evenement een buslading vol onverschrokken Nederlandse eclipsjagers.

De zonsverduistering van 22 juli in Finland was van de extreme soort. Vóór vijven 's ochtends, bijna 's nachts, dus bij een zeer laag staande zon. En bijzonder kort: maximaal 1 minuut en 32,8 seconde. Wanneer de Maan in zijn baan iets verder weg staat dan gemiddeld, valt de schaduw van de Maan op het aardoppervalk wat kleiner uit en is de eclips dus korter. Voeg daarbij dat Finland wolken kent (de kans op zon is er iets groter dan in Nederland) en het is duidelijk dat de kans op spektakel op zijn best matig te noemen was. Niettemin hadden Finse sterrenkundige en toeristische organisaties het een en ander aan brochures uitgegeve waarin, om de voorpret niet te bederven, de mogelijkheid van bewolking niet aan de orde kwam. De gewone massamedia lieten zich evenmin onbetuigd.

Gevolg: een fikse stroom eclipsbeluste reizigers uit heel Europa. Wie toch al eind juli in Finland was (Finnen bijvoorbeeld) deed in de nacht van zaterdag 21 op zondag 22 even de strook Helsinki-Joensuu aan, omdat het daar moest gebeuren. Hotels waren volgeboekt, jeugdherbergen lieten veldbedden aanrukken en campings (een rekbaar begrip in Finland) meldden een driemaal zo grote bezetting als normaal.

Zaterdagmiddag. Op gunstige plekken is het al druk. Zo treffen we op een bergje nabij Koli, 60 km benoorden Joensuu, tussen drommen voetvolk een jonge Franse amateur-astronoom die aan de rand van een afgrond zijn telescoop alvast op de zon heeft gericht. Hij is er op miraculeuze wijze in geslaagd zijn tent op de rotsen op te zetten. Niet om in te slapen, verklaart hij, maar als bergplaats voor zijn apparatuur. Zelf gaat hij geen oog dichtdoen. Te zenuwachtig en bang om zich te verslapen. Het is zijn eerste zonsverduistering. Ook het weer baart hem zorgen. Terwijl we praten moet hij de dop op zijn lens doen vanwege de motregen. Een Nederlander die met zijn caravan op de overvolle camping staat, vertelt in de plaatselijke winkel dat hij op zaterdagochtend om vijf uur is wezen kijken waar hij het beste kon gaan staan. Hij hoefde zijn caravan nauwelijks uit. Hij maakt geruststellend melding van een glorieuze zonsopkomst.

Temidden van dit geweld trekt op zaterdag, ook bij Koli, een gezelschap Nederlanders samen voor de climax van een reis, georganiseerd door de Volkssterrenwacht Simon Stevin in Hoeven. Aan boord van de touringcar zowel geroutineerde eclipsjagers als debutanten. Om een andere indeling te maken: amateur-sterrenkundigen, belangstellenden en echtgenotes. Haast een beroepsamateur is mr. G.A.W.C. baron van Hemert tot Dingshof. Inderdaad, geen modaal lid van de groep. Hij is een van 's lands meest vooraanstaande amateur-astronomen. In een grijs verleden heeft hij zijn studie sterrenkunde opgegeven 'omdat er geen brood in zat', om vervolgens jurist te worden. Hij is geëindigd als politicus: burgemeester van diverse gemeenten en ook nog even tweede ondervoorzitter van de Eerste Kamer. Het wordt zijn zesde eclips. 'De mooiste was die in Indonesi in 1983. Toen heb ik nog echt wetenschappelijk werk gedaan, al was het toen een aflopende zaak. Temperatuurmetingen aan de buitenste lagen van de zonneatmosfeer. Door de ruimtevaart hoef je dat soort dingen nu niet meer te doen.'

Als de schijf van de zon wordt afgedekt, wordt de stralenkrans of corona onthuld. Ook zonnevlammen, rode uitbarstingen vanaf het zonsoppervlak zijn dan te zien. Tegenwoordig kunnen satellieten eenvoudig een zonsverduistering simuleren, zo vaak en zo lang als nodig is voor een bepaald onderzoek. Van Hemert heeft nu niet eens een fototoestel bij zich. 'Er zijn genoeg anderen die foto's maken, en het is maar voor een paar minuten. Ik kom hier voor een esthetische zaak.'

Zaterdagavond valt het besluit 's nachts niet de bus te nemen naar Joensuu, waar de duur van de eclips maximaal is. Koli scoort met 1 minuut en 23,9 seconde ook niet slecht en op 10 minuten lopen van het hotel is een mooi plekje aan de oever van een immens meer, dus vrij uitzicht. Tien seconden eclips worden daarmee geruild tegen een paar uur slaap. De paar zonaanbidders die niet vroeg naar bed gaan speculeren 's avonds in een wat melige sfeer over een zonsverduistering die niet alleen 's nachts plaatsvindt, maar ook tijdens een regenbui. Met zo'n lage zon kan dat nog ook.

Zondagochtend tegen half vier, het tijdstip van zonsopkomst, schoolt men samen op een keienstrandje aan de meeroever. Een zonsopkomst alleen al moet hier prachtig kunnen zijn. Alleen Nederlanders hier. De echte internationale drukte valt waar te nemen op het campingstrand een paar honderd meter verderop. Aan de waterlijn staat amateur-astronoom Gerard Ott, een grondwerker (bij de aanleg van sportparken en golfbanen) uit Zuid-Oost Beemster. Thuis houdt hij er een heuse koepelsterrenwacht op na. Hier heeft hij postgevat naast een statief met een 1000 mm telelens die nog het meest wegheeft van een klein formaat emmer. Maar hij kijkt sip. Wolken hebben van het hele zwerk bezit genomen en Gerard heeft zelfs een doekje over zijn spullen moeten leggen, want het miezert. De grap dat de zon al verduisterd is, is aan hem niet besteed. Het wordt zijn eerste eclips. Hoopt hij.

De mismoedigheid is algemeen. Van Hemert reageert niet op de opmerking dat hij er toch al vijf heeft gezien. Maar het zal ook zijn eerste niet zijn die de mist in gaat. 'In oktober 1959 waren we met een aantal Belgen op Fuerteventura, n van de Canarische Eilanden. We zouden wetenschappelijke waarnemingen doen en we hadden er heel veel werk van gemaakt. Normaal is het weer daar prachtig, maar op het moment suprème betrok het. Alles voor niets geweest.'

Twee minuten over vier. Op dit ogenblik begint de maan aan het zonneschijfje te knabbelen. Maar wat heb je aan die wetenschap als je het niet ziet? In een merkwaardig bezwerend gebaar houden de reisgenoten nu en dan een paar horizontaal gehouden vingers of een vuist aan een gestrekte arm voor zich uit. Zo kan de zon worden gelokaliseerd: elke vinger past ongeveer een graad af en de zon staat een graad of vier hoog. Dan opeens een kreet: 'Daar is-ie!' Het lulligste scherfje zon aller tijden prikt door een onvermoed gaatje in het wolkendek. Gerard Ott kruipt schielijk achter zijn camera en tuurt. Het scherfje wordt een fel lichtgevend puntje en verdwijnt. Om terug te komen als een vaag streepje. En langzaam lijkt zich een venster te openen, precies voor de zon. Verrekijkers, fototoestellen en zelfs een enkele videocamera komen te voorschijn. Alle adviezen over oogbescherming worden genegeerd. Door de wolken en de ochtendmist is deze zon met het blote oog het best te bekijken.

Door de verantwoorde zwarte films die de sterrenwacht heeft uitgereikt valt niets te zien. Gerard Ott fotografeert zonder een enkel filter. Door zijn oculair is de tot een sikkel gereduceerde zon prachtig te zien, compleet met zonnevlekken. Wolkenbanden verhogen de mystieke sfeer van zijn opnamen. Het is half vijf. Nog 23 minuten en 40,4 seconde voor de totaliteit.

Een authentieke eclipsofiel is de heer J. Gratama, gepensioneerd redacteur van het VNO-blad Onderneming. Hij kent de plaatsen, data, tijdstippen en duur van al zijn vijf eerdere verduisteringen uit zijn hoofd. 'Mijn moeder zei altijd, elke zonsverduistering is toch hetzelfde. Maar het is juist steeds anders. Ik ren er ieder keer weer achteraan. Als er iets spectaculairs is, is het toch een eclips. Mijn baas verklaarde me voor gek, maar ik bevind me in een heel gezelschap gekken, en het is ongevaarlijk.' Gratama weet drie eerdere gelegenheden te noemen waarbij de hemel zich op het laatste moment voor hem opende.

Tien minuten vóór de totaliteit wordt het merkbaar schemerig. En de volledige verduistering begint alsof iemand een knopje omdraait. Een grijze schemering treedt in. Gejuich. Op de seconde nauwkeurig, volgens het digitale polshorloge. Een vogel trekt zich niets aan van het gebod dat de natuur zich bij een eclips te ruste begeeft. De aanwezigen vertellen tegenstrijdige verhalen over hun eigen ervaringen hiemee. Er zouden nu sterren zichtbaar moeten zijn, maar de rest van de hemel is nog altijd bewolkt.

'De corona is te zien!' Maar niet iedereen is overtuigd. Wel heeft de zwarte schijf een rossige kruin van zonnevlammen. Gerard Ott staat geconcentreerd te fotograferen. Stilletjes achteraf op een bankje zit een 81-jarige inwoonster van Doorwerth die haar naam niet in de krant hoeft. Ze heeft al diverse reizen naar observatoria meegemaakt maar dit is haar eerste verduistering. Ze wil er alleen van genieten, 'niet gestoord door alle oh's en ah's.'

'Daar is-ie weer!' Hoe kort tachtig seconden kunnen zijn... En alsof iemand vindt dat we genoeg verwend zijn, wordt vrijwel meteen het wolkengordijn weer dichtgetrokken. Wie heeft zoveel geluk gehad als wij? Afgezien daarvan zijn van Hemert en Gratama niet kapot van het gebodene. De bejaarde dame heeft 'intens genoten. Er gaat een bijzondere beklemming uit van dat eigenaardige, bijna zwarte licht. Ik kan me de angst van primitieve volken goed voorstellen. Adembenemend.' Gerard Ott bergt alleen maar glunderend zijn filmpje op. En menigeen denkt alvast even aan Mexico 1991, als de eclips ruim zeven minuten zal duren, met een zon hoog aan de hemel in een ideaal klimaat.


Het materiaal dat hier verkrijgbaar is mag worden gedownload, gelezen en zelfs gekopieerd, maar alleen voor eigen gebruik. Vermenigvuldigen met winstoogmerk is niet toegestaan. Alles is copyright Herbert Blankesteijn, tenzij anders vermeld.
  • Terug naar het Herbert Blankesteijn Wetenschapmenu.
  • Terug naar het Hoofdmenu Archief Herbert Blankesteijn.