Oplichting met de eerste zon van 2000
Herbert Blankesteijn, NRC Handelsblad 28-7-'99
Voor de komende jaarwisseling reizen veel mensen naar Nieuw-Zeeland en omstreken, om als eerste het jaar 2000 te ervaren. In de tijdzone pal ten westen van de datumgrens begint het nieuwe jaar het eerst. Op hetzelfde moment is één tijdzone naar het oosten Oudejaarsdag pas een uur oud. In West-Europa zijn we dan halverwege het Oudejaarsetmaal.
Echte millennium-sensatiezoekers gaan verder. Ze willen het eerste zonlicht van 2000 zien, voor het door andere toeschouwers is bezoedeld. Nu wijzen in de hele tijdzone van Nieuw-Zeeland de klokken dezelfde tijd aan. Maar de zon komt op in het oosten, dus hoe verder je binnen die tijdzone naar het oosten gaat, hoe eerder je de zon ziet - als hij schijnt.
De datumgrens loopt grotendeels gelijk met de 180ste lengtegraad, maar maakt een paar kronkels. Dat is om het oostelijkste puntje van Siberië dezelfde datum te gunnen als de rest van deze landmassa, en de Aleoeten dezelfde datum als Alaska. In het zuiden is er een uitstulping in oostelijke richting, tot 172 graden en 30 minuten westerlengte, om een aantal Pacifische eilanden wat de datum betreft bij Azië en Australië te laten horen. Bijvoorbeeld de Chatham Eilanden, die deel uitmaken van Nieuw-Zeeland. In de regio woedt een kinderachtige discussie over de vraag welke plek op welk eiland het eerst door de zon wordt beschenen, waarbij zelfs de hoogte boven de zeespiegel een rol speelt: hoe hoger je zit, hoe eerder je de zon ziet. De oostwaartse uitstulping van de datumgrens bij Siberië gaat verder (tot 169 graden westerlengte), maar dat is bij de noordelijke Poolcirkel dus daar is dan geen zon. Reisorganisaties staan te dringen om millenniumtoeristen naar de zuidelijke Pacific te vervoeren, en de toeristen dringen nog meer. U bent al te laat voor een plek aan wal.
Maar dat geeft niet. Beter is het zee te kiezen en voor anker te gaan enkele meters ten oosten van de uitstulping van de datumgrens bij Nieuw-Zeeland. Met moderne navigatieapparatuur is dat geen probleem. Gaat u daar per vliegtuig de hoogte in, dan ziet u de zon eerder dan iemand op zee. Pas op dat u niet de datumgrens oversteekt, want dan zit u opeens weer in 1999 en is alles voor niets geweest.
Omgekeerd blijft de twintigste eeuw in leven totdat 'middernacht' de laatste tijdzone ten oosten van de datumgrens heeft bereikt. Dat is veel leuker: uit de twintigste eeuw halen wat erin zit. De nieuwe eeuw zal nog lang genoeg duren. De laatste zonnestralen van 1999 zijn te vinden op het westelijkste plekje ten oosten van de datumgrens. Gaat u daar maar heen voor de jaarwisseling; er zullen in elk geval minder patsers bivakkeren. U moet niet wezen op het westelijkste eiland van de Aleoeten. De zon gaat daar in dat jaargetij zo vroeg onder, dat de uitstulping van de datumgrens dat niet voldoende compenseert. In de buurt van de evenaar bent u beter af.
Voor liefhebbers van extremen kan het nog mooier. Met Oud en Nieuw is het zomer op het zuidelijk halfrond. Dus is het 24 uur per dag licht op Antarctica. Dat houdt in dat de mooiste plek uit oogpunt van zonnestralen te vinden is waar de datumgrens binnen de Poolcirkel loopt. Daar vind je zowel het eerste zonlicht van 2000, meteen om middernacht ten westen van de datumgrens, als de laatste zonnestralen van 1999, 24 uur later, één stap naar het oosten.
Reisorganisaties die adverteren met het eerste zonlicht van het jaar 2000 op lokaties boven de zuidelijke Poolcirkel verkopen dus leugens. Voor een Antarctische plek in de juiste tijdzone moet U wezen op het Amerikaanse station McMurdo of het Nieuwzeelandse Scott Base, beide aan de rand van het Ross ijsplateau, of gewoon op zee. Voor de stap van 2000 naar 1999 is een boot of de Amerikaanse Zuidpoolbasis Scott-Amundsen de beste plek. Op al deze plaatsen zien mensen op 1 januari 2000 al om middernacht het zonlicht.
Het materiaal dat hier verkrijgbaar is mag worden gedownload, gelezen en zelfs gekopieerd, maar alleen voor eigen gebruik. Vermenigvuldigen met winstoogmerk is niet toegestaan. Alles is copyright Herbert Blankesteijn, tenzij anders vermeld.