Een besturingssysteem of operating system is een programma dat essentiële dingen regelt als het gegevensverkeer tussen de processor, het werkgeheugen, de schijven (floppy en harddisk) en randapparaten als printer en modem. Elke keer bij het aanzetten laadt de computer eerst het besturingssysteem. Dat moet staan op een bepaalde plek op een floppy of op de harde schijf. Zonder dat kan een computer niets.
Het eerste besturingssysteem voor IBM-achtige computers was MS-DOS (Microsoft Disk Operating System), geschreven door een jongeman, Bill Gates, die zich met zijn kleine bedrijfje Microsoft bij IBM naar binnen had gebluft. Het was 1981, computers deden niet aan plaatjes, de muis moest nog worden uitgevonden en MS-DOS werkte dan ook met van het Engels afgeleide tekstuele opdrachten, zoals copy, delete en type. De Apple Macintosh liet in 1984 zien dat het anders kon: met een speciaal apparaat, de muis, kon je een pijltje over het scherm laten bewegen en daarmee ikonen aanwijzen. Deze ikonen waren kleine afbeeldingen die bestanden symboliseerden. Door acties met de muis konden deze bijvoorbeeld geopend, geprint, gewist of gekopieerd worden.
De IBM-familie kon dat in principe ook, maar werd het slachtoffer van het eigen succes: op miljoenen PC's overal ter wereld draaiden talloze MS-DOS toepassingsprogramma's. Wat er ook voor MS-DOS in de plaats kwam, het moest deze bestaande programma's aan kunnen. Microsoft ontwikkelde Windows, eigenlijk zelf een MS-DOS-programma, dat de kille MS-DOS-omgeving aan het oog onttrok en een met de muis gecommandeerd besturingssysteem simuleerde. Dat was een gekunstelde constructie en Windows is dan ook altijd enigszins instabiel geweest: op ongelegen momenten gaat er ergens iets mis en loopt een programma, of zelfs de hele computer, vast. Daarbij kunnen gegevens verloren gaan. Ook is een aantal beperkingen van MS-DOS noodzakelijkerwijs overgegaan op Windows, zoals de onmogelijkheid programma's te draaien die meer dan 640 kiloByte aan geheugen nodig hebben (omdat dit een eigenschap is van het besturingssysteem helpt het niet als je extra geheugen bijplaatst), de beperking van bestandsnamen tot elf letters (acht gewone plus drie die het soort bestand aangeven) en de taaie problemen bij het aansluiten van extra accessoires.
Belangrijk voor de snelheid van computers is de hoeveel bits (eenheden van informatie) er tegelijk worden verwerkt. Bij elke tik van zijn klok, die loopt met een snelheid van rond 100 MHz, dus 100 miljoen tikken per seconde, neemt de processor een hap uit de stapel te verwerken gegevens. Bij chips tot en met de 286 van Intel ging dat met 16 bits tegelijk. Vanaf de 386 is dat 32 bits. Maar MS-DOS is niet geschikt voor werken met 32 bits tegelijk, en Windows dus ook niet. Door het ontbreken van een goed 32 bits besturingssysteem zijn twee complete generaties chips niet optimaal gebruikt.
De nieuwe besturingssystemen Windows 95 en OS/2 Warp beloven af te rekenen met de beperkingen van MS-DOS. Het zijn 32 bits systemen dus de snelheid van 486- of Pentiumchips kan volledig tot zijn recht komen. Verder elimineren beide de geheugenbeperkingen en de korte bestandsnamen - een filenaam mag 255 tekens lang zijn - en beloven ze een stabielere 'omgeving' dan de gewone Windows. Het aansluiten van randapparaten wordt vergemakkelijkt; in het geval van OS/2 alleen voor PCMCIA-apparaten, die werken met een credit card-achtig insteekkaartje, bij Windows 95 bovendien voor alle apparaten die aan een door Microsoft gestelde standaard voldoen. De gebruiker hoeft zelf niets meer te doen of te weten, het is aansluiten en spelen, ofwel Plug & Play.
Niet in de laatste plaats stellen Windows 95 en OS/2 Warp een betere multitasking in het vooruitzicht. Multitasking is het gelijktijdig draaien van programma's. Zo kun je tijdens het schrijven van een opstel 'achter' het scherm van je tekstverwerker een elektronische encyclopedie hebben klaarliggen. Je hoeft niet het ene programma af te sluiten en het andere te starten, een druk op de knop is voldoende om onmiddellijk over te schakelen. Zo kun je tijdens Internetgebruik zelfs met het ene programma een mooi bestand downloaden en met het andere tegelijkertijd elektronische post versturen.
De reclame rond OS/2 Warp en Windows 95 gaf soms de indruk dat multitasking met de oude versie van Windows (3.x) niet mogelijk was. Maar dat kan wel degelijk. Het enige verschil is merkbaar wanneer twee veeleisende toepassingen wedijveren om rekentijd op de processor, bijvoorbeeld een programma dat videobeelden vertoont en één dat ingewikkelde statistische berekeningen uitvoert. Bij Windows 3.x beslist het programma dat de processor in gebruik heeft of het plaats zal maken voor het andere programma; dit heet cooperative multitasking. Het kan dan vóórkomen dat het actieve programma langdurig op het pluche blijft zitten. Dat merk je doordat het andere programma niet meer vooruit komt. Windows 95 en OS/2 Warp maken gebruik van pre-emptive multitasking, waarbij het besturingssysteem ervoor zorgt dat de rekentijd eerlijk tussen de strijdende partijen wordt verdeeld. Dat geldt bij Windows 95 niet wanneer je oude Windows-programma's draait. Die kunnen de computer nog altijd lamleggen. Dat heeft te maken met achtergebleven 16 bits elementen in Windows 95. OS/2 is volledig 32 bits; onder OS/2 werken Windows-toepassingen wel pre-emptive en dus kunnen ze geen moeilijkheden veroorzaken.
Belangrijk bij een vergelijking tussen Windows 95 en OS/2 is nog dit: beide systemen kunnen functioneren op dezelfde computers. Ze draaien allebei de programma's voor MS-DOS en voor het oude Windows. Maar elkaars programma's kunnen ze niet aan.
Moet je wel upgraden, je oude MS-DOS/Windows combinatie vervangen door een nieuw besturingssysteem? Wie dat wil besluiten moet zich vragen stellen als: stoor ik me aan de korte bestandsnamen van acht plus drie letters? Komt het bij mij vaak voor dat Windows tijdens gebruik instort en heeft dat hinderlijke gevolgen? Blijkt de 640 kB geheugenruimte die MS-DOS voor programma's beschikbaar heeft vaak onvoldoende? Komt de snelheid waarmee de computer werkt er erg op aan? Levert het vaak problemen op als ik twee of meer programma's tegelijk gebruik? Alleen als het antwoord op tenminste één van deze vragen 'ja' is, en als het elimineren van de moeilijkheid u 200 gulden waard is, is een overstap verstandig.
Van sommige voordelen van een nieuw operating system profiteer je pas optimaal als je ook je toepassingssoftware vervangt. Dat geldt bijvoorbeeld voor het gebruik van lange bestandsnamen, voor de snelheid, en in het geval van Windows 95 voor probleemloze multitasking. Als nieuwe software nodig is, ben je niet tweehonderd, maar vele honderden tot duizenden guldens verder. Plug & Play werkt uiteraard alleen bij nieuw aan te schaffen apparaten. Verder kun je je afvragen of het verstandig is een eerste versie van een nieuw systeem aan te schaffen. Daar kunnen nog onvolkomenheden in zitten. Het oude Windows begon ook pas bij de derde versie ergens op te lijken. Windows 95 is de eerste versie van iets nieuws, OS/2 Warp daarentegen is al de derde versie van het systeem OS/2.
Op den duur zult u wel moeten. Steeds meer nieuwe software - software met nieuwe, interessante mogelijkheden en , belangrijker misschien nog, software die door anderen wordt gebruikt - zal alleen maar werken op de nieuwe systemen. Maar wachten wordt beloond: bij uw volgende computer wordt in de winkel, waarschijnlijk gratis, een 32-bits besturingssysteem geïnstalleerd.
Voor dit artikel werden beide systemen beproefd op een machine met 486 chip en 8 MB werkgeheugen. Windows zou met iets minder toe kunnen, OS/2 Warp niet.
* Installatie: OS/2 Warp en Windows 95 werden geïnstalleerd vanaf CD-ROM op een computer met MS-DOS en de nodige Windows-programma's. Dit werkte feilloos. Er zijn veel klachten geweest juist over het herkennen door OS/2 van CD-ROM-spelers maar het blijkt ook goed te kunnen gaan. Ook bij installatie op een kale, geformatteerde harde schijf ging het soepel. De installatie in z'n eenvoudigste variant ging vlot: in beide gevallen binnen het half uur. De al geïnstalleerde Windows-programma's overleefden de operatie ongeschonden - ook de Internetprogramma's, die volgens geruchten door Windows 95 onklaar gemaakt zouden worden.
Opvallend bij de installatie was de eenvoudige vormgeving van de OS/2-schermen en de gelikte manier waarop Windows 95 zich presenteerde. Dat mag van weinig praktisch belang zijn, andere details zijn dat wel. Zo kun je bij Windows 95 op elk moment de installatieprocedure verlaten; bij OS/2 kan dat niet. Ook biedt Windows 95 al tijdens de installatie de mogelijkheid opstartdiskettes te maken. Dat zijn diskettes waarmee je de computer aan de praat kunt krijgen als het opstarten vanaf de harde schijf niet meer lukt. Bij OS/2 moet je na de installatie zelf het initiatief nemen om zulke schijfjes te maken.
* De handleiding: Beide systemen hebben zowel een handleiding in boekvorm als één op de harde schijf. Het boek dat bij OS/2 wordt geleverd gaat hoofdzakelijk over de installatie en is moeilijk bruikbaar. Er is weinig aandacht besteed aan de leesbaarheid en in de index is verwarring troef. Het terughalen van gewiste bestanden heet op z'n Engels Undelete, maar een bepaalde categorie ikonen die in het Engels Shadows heten, worden in het Nederlands Reflecties genoemd. Het woord Multitasking komt in de index niet voor. De voorziening Dual Boot, een op zichzelf prachtige mogelijkheid om twee besturingssystemen op één harde schijf te installeren wordt volstrekt onvoldoende beschreven. De handleiding op het scherm is beter: je kunt snel zoeken op steekwoorden en er is een mogelijkheid om beschreven handelingen te oefenen zonder de handleiding te verlaten. Toch was het geen overbodige luxe om bij het gebruik van OS/2 twee dikke boeken bij de hand te hebben. (Een simpele maar werkzame vuistregel bij de aanschaf van dit soort boeken is: koop het dikste Engelstalige boek dat er te vinden is. Engelse boeken zijn goedkoop en hoe dikker, hoe kleiner de kans dat wat je zoekt er niet in staat.)
De papieren handleiding van Windows 95 is een dun werkje (95 pagina's) waarin veel dingen staan die voor ervaren Windows-gebruikers vanzelf spreken, en dat in de meeste praktische gevallen te kort schiet. De handleiding die op de computer wordt geïnstalleerd is uitstekend. Je kunt datgene wat er wordt uitgelegd niet alleen oefenen, maar ook werkelijk doen, zoals het zoeken en installeren van de bijgeleverde software. Intussen blijft de Help-tekst op het scherm staan zodat je steeds kunt spieken. Dit is afgekeken van de Macintosh, maar wat voor de gebruiker telt is dat het er is, en dat het werkt.
* Gebruik: Een noodgedwongen tamelijk willekeurig assortiment bevindingen. Het onderscheid tussen Bestandsbeheer en Programmabeheer uit Windows is verdwenen, bij OS/2 Warp zowel als Windows 95. Het gevolg is dat op het scherm folders (mappen, directories), programma's, bestanden, èn ikonen voor de functies van het besturingssysteem door elkaar komen te staan. Het is moeilijk te voorkomen dat dat een rommeltje wordt, en moeilijk te begrijpen dat de dingen niet bij het oude konden blijven.
Beide systemen vragen geen bevestiging van een kopieeropdracht. Ook onhandig. Beide hebben een van de Macintosh gejatte prullenbak, al heet die bij Windows Recycle Bin en bij OS/2 Shredder (Ned. Vernietiger). Bij Windows 95 kun je daar weggeworpen spullen weer uit vissen, bij OS/2 kan dat alleen als je die mogelijkheid expliciet hebt geactiveerd, wat niet simpel is. Beide systemen maken gebruik van de rechter muisknop om minder gangbare handelingen toch met een paar klikken te kunnen doen, zoals bepaalde manipulaties met ikonen.
OS/2 heeft meer merkwaardige gebreken. De 'drop down' menu's, die naar beneden vallen als je de balk boven een venster aanklikt, kunnen soms gedeeltelijk onder de rand van het scherm belanden. Een deel van dat menu is dan niet met de muis bereikbaar. Zelfs het oude Windows doet dat beter. Knippen, kopiëren en plakken van tekst gaat niet meer met Control-X, -C en -V maar met Shift-Delete, Control-Insert en Shift-Insert. Logischer misschien, maar anders dan je gewend bent - en het betere is dan de vijand van het goede. Het maken van een kopie (of 'Reflectie') van een ikoon naar het Hoofdvenster doe je door het oorspronkelijke ikoon erheen te slepen met Control, Shift en de rechter muisknop ingedrukt (bij Windows 95 gaat dat met de gebruikelijke linker muisknop zonder meer). Veranderen van de naam van een map of bestand gaat door erop te klikken met de Alt-toets ingedrukt. Al die dingen zijn nodeloos ingewikkeld of nodeloos anders gemaakt. Wanneer de OS/2 gebruiker vervolgens een Windows-programma gaat gebruiken is alles opeens weer bij het oude.
Windows 95 heeft als nieuwtje de Taskbar, een lijst van actieve programma's en bestanden. Standaard is die zichtbaar wat je ook doet en dan zit-ie vreselijk in de weg. Maar met enig zoeken is de Taskbar in een Auto Hide stand te zetten, waarbij hij alleen tevoorschijn komt als je de rand van het scherm aanraakt met de muis. Mooi is het feit dat de muis bruikbaar blijft als de computer eigenlijk bezig is: je ziet dan een zandloper èn een pijltje en je hoeft niet te wachten. Hinderlijk was dat bij het starten Windows 95 steeds om een wachtwoord vroeg, met de aantekening dat dat verzoek voortaan achterwege zou blijven als je geen wachtwoord intoetste. Maar bij elke start kwam deze tekst opnieuw.
* Internet: Allebei de besturingssystemen draaien probleemloos de gebruikelijke Windowsprogramma's voor e-mail en het World Wide Web. Allebei hebben ze ook bijgeleverde 32 bits-Internetprogrammatuur. Maar het installeren daarvan leverde onoverkomelijke problemen op, ondanks handleidingen, helpfuncties en boeken.
* Veeleisende toepassing: De twee systemen werden geconfronteerd met een MS-DOS-programma dat zich uitzonderlijk weerbarstig gedraagt, onder andere doordat het veel geheugen nodig heeft. Uw recensent had het nog op geen enkel MS-DOS-systeem aan de praat gekregen. Het gaat om de CD-ROM 'Unfinished Business' uit 1993 van het weekblad Newsweek. In een MS-DOS-venster in Windows 95 meldde het programma dat het niet kon werken onder Windows. Nadat het was 'configured to run in MS-DOS Mode' kon het de muis en de CD-ROM-speler niet meer vinden. Toen er configuratiebestanden voor deze problemen waren geladen werkte het nog steeds niet en werd Windows 95 genoteerd als gezakt voor dit examen. OS/2 kon het programma in een DOS-venster onmiddellijk en probleemloos laten werken.
* Multitasking: Op een andere manier veeleisend is het Windows-programma Simlife. Dat simuleert een wereld met daarin woonachtige beestjes die zich, als je gunstige omstandigheden creëert, ongebreideld vermenigvuldigen. Binnen enkele uren moet de computer van tienduizenden individuen de plaats, gezondheidstoestand en wat niet al bijhouden. 'Zomaar' gestart onder OS/2 maakte Simlife gelijktijdig draaiende programma's onacceptabel traag. Na een paar uur zat de computer muurvast. Een complete herstart (met mogelijk verlies van gegevens van andere programma's) was nodig. Daarna werd Simlife gemerkt als 'afzonderlijke sessie' binnen OS/2, wat zoveel betekent als dat er een hek omheen werd gezet zodat het programma niet meer tijd en ruimte kon innemen dan een bepaald maximum: pre-emptive multitasking. Het gevolg was spectaculair: niet alleen bleef de computer zelfs na een nacht fokken glorieus overeind, maar ook was aan de snelheid van andere toepassingen vrijwel niets te merken.
Windows 95 doet zoals gezegd wel aan pre-emptive multitasking maar oude 16-bits Windows-software is daarvan uitgezonderd. Simlife maakte Windows 95 eerst traag en vervolgens liep ook hier alles vast, maar de gevolgen bleven beperkt. Met het aloude paardemiddel Control-Alt-Delete beëindig je in Windows 95 alleen de vastgelopen toepassing. Alleen dáárvan kun je gegevens kwijtraken; de rest blijft gewoon werken.
Wel wisten Windows 95 en OS/2 terwijl Simlife nog draaide tegelijkertijd een flinke printtaak èn het formatteren van een diskette tot een goed einde te brengen. Dus op zichzelf gaat het multitasken goed.
Windows 95 is in een aantal opzichten vriendelijker voor de gebruiker en sluit beter aan op wat je gewend bent van eerdere versies van Windows. OS/2 Warp heeft een aantal technische pluspunten. Die komen, opvallend genoeg, vooral tot hun recht bij veeleisende toepassingen voor MS-DOS en het oude Windows. OS/2 heeft volgens IBM 10 miljoen gebruikers; van Windows 95 zijn in de eerste week na introductie alleen al in de VS een miljoen exemplaren verkocht. Microsoft zal dus wel het grootste marktaandeel houden en dat kan een pragmatische reden zijn om voor Windows 95 te kiezen. Daar staat tegenover dat Microsoft al weer een vernieuwd besturingssysteem in de steigers heeft staan - de gebruiker wordt geen rust gegund.
En als het niet bevalt, hoe kom je er weer van af? Bij OS/2 is het niet mogelijk de installatie ongedaan te maken. Wel kun je handmatig MS-DOS en eventueel Windows weer installeren; OS/2 verdwijnt dan vanzelf. Maar je persoonlijke Windows-opmaak en de eerder geïnstalleerde programma's zijn dan weg. Windows 95 slaat vóór de eigenlijke installatie informatie op over de inrichting van de computer. Na de installatie, desnoods na maanden gebruik, kan de optie 'Uninstall' worden gekozen. Windows 95 verwijdert dan zichzelf en herstelt de computer exact in zijn oorspronkelijke toestand. En dat mag een pluspunt heten.