Ziekenhuisbal

Herbert Blankesteijn, NRC Handelsblad 12-12-'96


Mijn gedachte op het moment van de klap was kristalhelder: iemand slaat met een jampot in mijn gezicht. Maar ik wist nog dat ik op een voetbalveld stond, dus dat idee moest ik onmiddellijk verwerpen. Terwijl ik vaststelde dat ik rechtop stond met mijn handen voor mijn gezicht, bedacht ik dat het een hoofd moest zijn geweest. Ik had geprobeerd een bal te koppen en ja, dan kan dat gebeuren.

Intussen ging het spel verder want ik was nu eenmaal niet tegen de vlakte gegaan. Maar goed volgen kon ik het niet. Ik zag dubbel, en een zwelling aan de linkerkant van mijn neus beperkte mijn uitzicht. In het algemeen was ik, zoals dat heet, aangeslagen.

Pas in de kleedkamer hoorde ik dat ik niet door een hoofd was geraakt maar door de schoen van een zwaargebouwde verdediger. Deze had gedacht de bal met een soort omhaal op te ruimen. Nog weer later, na anderhalve week of zo, bleek de bult op mijn neus te hebben plaatsgemaakt voor een deuk. De trap had mijn schedel doen barsten.

Toen ik, mijn oog nog blauw, het verhaal aan A. vertelde kwam er een brede grijns op zijn gezicht. Hij toonde me een foto, genomen nadat hij door een keeper in het vuur van het spel bewusteloos was geslagen. A. komt uit Irak en op de foto leek hij net een gemartelde politieke gevangene.

Ook S. wist een leuk voorval. Smakelijk vertelde hij van die keer dat hij zijn kaak op twee plaatsen had gebroken. Hij imiteerde de geluiden die hij had gemaakt toen hij, met gebroken kaak en al, probeerde het euvel bij een teamgenoot te melden. Die vond het niet ernstig en S. had nog een tijdje doorgespeeld, maar tenslotte zat hij toch twee maanden thuis met op elkaar genaaide kiezen.

L. en W. wisten alleen verhalen van lang geleden. L.'s knie en W.'s enkel zijn zo ernstig in elkaar getrapt dat van voetballen al jaren geen sprake meer kan zijn. Ze halen hun schouders erbij op. Zo niet de moeder van de twintigjarige Q.. Die kan nog steeds haar verontwaardiging nauwelijks de baas als ze vertelt dat haar zoon is afgekeurd vanwege een vernielde knie.

G. heeft het wel eens een paar weken kalm aan moeten doen in verband met een paar gekneusde ribben, maar over het algemeen is zijn stelregel dat hij uitdeelt en niet incasseert. Zijn scheenbeschermers, verkondigt hij, dienen slechts om de botsplinters van de tegenstanders uit zijn vlees te houden. Ja, zijn knie is nu wat dik, maar dat telt niet.

Ze slaan je ermee om de oren, met kapotte meniscussen, gescheurde kruisbanden, gebroken enkels, uit de kom geraakte schouders, zwervende kraakbeenfragmenten en zoekgeraakte spaakbeenderen. Met trots, ook dat nog. Ik begon er al aardig immuun voor te worden toen ik, met mijn tijdelijke blauwe oog en mijn blijvende deuk, B. op straat tegenkwam. B. is keeper van het tiende elftal van de plaatselijke club. Een spitsspeler vond het nodig een sliding in te zetten naar een bal die B. al in zijn bezit had. Gebroken arm.

En wat de deur dicht deed was het feit dat O., uit mijn eigen elftal, werd geveld door een opzettelijke (door de tegenstander toegegeven) elleboogstoot. Zomaar, het was de beginfase van de wedstrijd en ze hadden nog niet eens ruzie gehad. Een visitekaartje afgeven, noemen ze dat wel. De schade: een gekneusde kaak en twee gespleten kiezen.

Het klopt gewoon niet, dit nietsontziende fanatisme, die minachting voor lijf en leden van de tegenstander, en dat op het allerlaagste recreantenniveau. Ik zie twee mogelijke verklaringen. Een is de behandeling van de jeugd. Spelers van een jaar of vijftien wordt geleerd snoeihard te spelen, 'niet bang' te zijn en vooral geen belangstelling te hebben voor het welzijn van een leeftijdgenoot met een andere kleur shirt. Hoe kom je anders hogerop?

Of komt het gewoon door de televisie? Elke week zien kinderen èn volwassenen daders van de smerigste mishandelingen in de eredivisie vrijuit gaan, alle goede voornemens van de scheidsrechters ten spijt. Natuurlijk is het dan macho om net zo gemeen te spelen als Atteveld of Fräser, ook al staat er niets op het spel.

Inderdaad Staatsen, het wordt tijd om iets nieuws te gaan doen.


Het materiaal dat hier verkrijgbaar is mag worden gedownload, gelezen en zelfs gekopieerd, maar alleen voor eigen gebruik. Vermenigvuldigen met winstoogmerk is niet toegestaan. Alles is copyright Herbert Blankesteijn, tenzij anders vermeld.
  • Terug naar het Columnmenu
  • Terug naar het Hoofdmenu Archief Herbert Blankesteijn.