Hoe haal je als amateurvideograaf je geslaagde shots tussen alle mislukte opnamen vandaan? Dat kan door van de camcorder te kopiëren naar een videorecorder; en welke bezitter van een videocamera heeft nou geen videorecorder? Maar de pc biedt montagemogelijkheden die anders pas te bereiken zijn met tal van extra kastjes voor het werken met de nauwkeurigheid van één beeldje, het maken van titels en effecten en dergelijke. Een uitbreidingskaart die een gewone pc omtovert tot een videostudio kost nog maar 500 gulden - prijsdalingen voorbehouden. Sinds de prijzen van de goedkoopste types onder de 1000 gulden zijn gekomen wordt er nerveus mee geadverteerd in de computerbladen, en zelfs al in kranten. De prijzen zullen extra hard dalen omdat naast de vorderende techniek nu het schaalvoordeel zijn werk doet. Wat heeft een goedkope video-invoerkaart de amateurfilmer te bieden?
Allereerst iets over de noodzaak van zo'n insteekkaart. Een televisie- of videosignaal is analoog, dat wil zeggen de vorm ervan correspondeert rechtstreeks met het beeld zelf, ongeveer zoals de groef op een grammofoonplaat correspondeert met de muziek. De computer daarentegen kan alleen digitale informatie verwerken, met andere woorden: een analoog signaal moet eerst veranderd worden in een rij getallen. De huidige processoren in standaard PC's zijn daar niet toe in staat. Een video-invoerkaart (of videocapturekaart, overigens niet te verwarren met de videokaart die de monitor van de PC bestuurt) neemt deze taak op zich.
De prijs mag dan geen beletsel meer zijn, de koper van dit elektronische speelgoed moet technisch wel sterk in zijn schoenen staan. Er zijn TV-tuner-kaarten die alleen televisie kijken via de pc mogelijk maken. Soms kunnen hiermee ook fragmenten worden opgenomen. Er zijn losse teletekstkaarten die alleen teletekstberichten op het beeldscherm brengen. Deze twee soorten moeten worden aangesloten op de televisiekabel, de satelliettuner of op een gewone antenne. De goedkope video-invoerkaart, waar het hier om gaat, doet niet aan TV of teletekst. Hij accepteert geen kabel of antenne (heeft namelijk geen afstemeenheid) maar wel het videosignaal dat meestal 'video in' heet. Bij televisies, videorecorders en dergelijke komt zo'n signaal uit een scartaansluiting (de brede rechthoekige stekker) of een aansluiting voor tulpstekkertjes. Duurdere kaarten verwerken ook geluid, maar de goedkope types behandelen alleen het beeld en laten het geluid over aan de geluidskaart die - hopelijk - al in de pc zit. Kortom, de eenheid is ver te zoeken. Wel hoort elke video-invoerkaart video te kunnen uitvoeren. Er moet dus een video-uitgang zijn die bewerkte beelden terug kan sturen naar videoband.
Het inbrengen van zo'n kaart, een kunststof plaatje met elektronische onderdelen, is op zichzelf een koud kunstje. Computer open, kaart inschuiven en vastschroeven (wijst zichzelf, echt waar), klaar is Kees. De aansluitpunten voor video komen dan vanzelf aan de achterwand van de pc-kast terecht. Ook het installeren van de programmatuur is geen probleem. Wat wel bijzonder moeilijk is, is het geheel te laten functioneren. Een selectie uit de problemen die zich voordeden met een testexemplaar: eerst wilde het beeld, afkomstig van een camcorder, niet op het pc-scherm komen. Toen was er wel beeld maar bleek video opnemen is niet mogelijk, en overigens deed het geluid het niet. Vervolgens wilde het beeld niet schermvullend worden terwijl dat wel was beloofd; daarna waren de naar videoband geschreven beelden schokkerig; het geluid viel weer weg; en na het verhelpen van een geheel ander pc-probleem werkte niets meer en begon het hele circus van voren af aan. En zie er elke keer maar achter te komen of het aan de instellingen van de kaart ligt, aan die van Windows, aan de onontwarbare kluwen verloopsnoertjes achter de computer of aan nog iets anders. Tot zover het verhaal van één kaart. Een andere kaart bleek dermate lastig in te stellen dat het tot behoorlijk weergeven van video niet eens kwam, laat staan van opnemen of monteren. De werkzaamheden werden hoofdschuddend gadegeslagen door een al wat oudere (ongeveer 1 jaar) Apple Macintosh, waarin een TV- annex video-capturekaart bij aanschaf ingebouwd zat die onmiddellijk perfect werkte
Als de 'Personal Studio' eindelijk functioneert kan de montage beginnen. Dat is een sensatie. Je kunt zoveel fragmenten inlezen als je harde schijf toelaat. Ze kunnen van een zelf geschoten band komen, van een gehuurde video, van een opgenomen tv-programma, een CD-i, een floppy disk, uit een scanner, het maakt niet uit. Je kunt die fragmenten op het scherm van de computer neerzetten in een soort filmstrook met een eindeloos aantal sporen. Voor het geluidsgedeelte geldt hetzelfde. Er is een groot aantal wipes beschikbaar, effecten die het ene beeld in het andere laten overgaan. De software die dit fraais mogelijk maakt wordt als het goed is gratis op een CD-ROM bij de video-invoerkaart geleverd.
En dan kunnen de claims uit de advertenties worden gecontroleerd. Woorden als 'schermvullend' en 'professioneel' komen daarin nogal eens voor. Het resultaat van de montage is nooit professioneel en het is zinnig na te gaan waaraan dat kan liggen. Om te beginnen zal het veel amateurcineasten opvallen dat op het computerscherm het beeld met schokjes blijft bewegen. Wie ondanks de ergernis daarover probeert iets te monteren en naar video te schrijven merkt dat het resultaat op video veel meer beeldjes per seconde telt, en dus beter is, dan op de computer het geval leek. In dat geval is de grafische kaart van de pc, of het besturingsprogramma daarvan, te traag. Daardoor kun je dus het ruwe materiaal niet goed beoordelen. Wie probeert de scherpte van het beeld op te voeren door zo weinig mogelijk compressie (weglaten van beeldinformatie om de hoeveelheid data te verminderen) toe te passen zal zien dat op de videoband met de eindmontage juist beeldjes ontbreken. In dat geval is de harde schijf er niet in geslaagd om alle gegevens zo snel op te hoesten als de videoband ze bij de opname nodig had. Ook de omvang van de harde schijf kan de creatieve vrijheid beperken: per seconde beeld is ongeveer een halve megabyte nodig. Op een harde schijf van een Gigabyte (1000 MB) past ongeveer een half uur video, inclusief het resultaat. Dus bijvoorbeeld 25 minuten ruw materiaal voor een filmpje van vijf minuten. Verder, stel dat het originele materiaal op VHS-band stond en het werkstuk wordt ook weer naar VHS geschreven, dan moet niemand ervan opkijken als het resultaat eruit ziet als een kopie van VHS naar VHS - belabberd dus. De beelden zijn immers eerst van VHS gelezen en daarna op VHS geschreven, en dat is dezelfde procedure als bij het maken van een gewone kopie. Het kwaliteitsverlies blijft dus hetzelfde en je mag blij zijn als de pc bij het bewerken daar geen kwaliteitsverlies aan heeft toegevoegd. Video-invoerkaarten van Super-VHS-kwaliteit, die zeker geen flessehals zullen vormen, kosten nu nog ongeveer 1000 gulden. Tenslotte zal het eindprodukt van de thuisfilmer alleen van professionele kwaliteit zijn als de thuisfilmer zelf en alle anderen die aan het werkstuk hebben meegedaan dat ook zijn.
Het is een mooi tijdverdrijf oneigenlijke gebruiksmogelijkheden te bedenken voor een video-invoerkaart. Is er een videorecorder op aangesloten als bron van beeldmateriaal? Dan kun je op de pc ook tv kijken, door de videorecorder als tuner te gebruiken. Sluit je er een camcorder op aan? Dan kan je deze als scanner laten fungeren, door hem te richten op foto's of geprojecteerde dia's. Met iedere video-invoerkaart kun je immers stilstaande beelde opnemen. En waarom zou je eigenlijk met beelden werken? Je kunt ook heel leuke montages maken van alleen geluid.
Thuis video monteren kan nu al voor weinig geld, maar er zijn grote beperkingen. Die worden veroorzaakt door installatieproblemen en door de technische beperkingen van de pc's van nu. Binnen afzienbare tijd, een jaar of twee, zullen die gebreken verdwijnen: er zullen computers op de markt komen met ingebouwde videofaciliteiten (de eerste zijn er al), harde schijven zullen groter en sneller zijn, enzovoort. Dan bepalen de huiskamer-videorecorders de kwaliteit, omdat die veel minder snel verbeteren. Maar over een jaar of vijf is videoband niet meer relevant omdat dan veel, zo niet alle video als computerbestanden op harde schijven staat. De eerste camcorders die op die manier opnemen zijn er al. Dan kan elke consument over professionele techniek beschikken, zelfs zonder dat daarbij een video-invoerkaart nodig is.