Waarom zou je telebankieren?

Herbert Blankesteijn, Intermediair 5-11-'98


Wie bankiert via pc en modem hoeft niet meer naar de brievenbus. Maar noch voor de bank, noch voor de klant is het voordeel groot.

De opvolger van het thuisbankieren is het telebankieren. De consument gebruikt daarbij een computer om verbinding te maken met een computer van de bank en geeft zijn opdrachten digitaal door. Geen papier meer nodig, je hoeft niet naar buiten om een envelop te posten, je krijgt een toegankelijk archief zonder extra moeite. Telebankieren bestaat al sinds 1987, toen de Postbank met Girotel begon. Het aantal Girotel-gebruikers ligt nu op ongeveer 325.000; andere banken doen geheimzinnig over aantallen gebruikers in verband met de concurrentie.

Voor telebankieren heb je een pc met een modem nodig. Een nieuwe pc hoeft het niet te zijn; de banken staan erom bekend dat ze voor het telebankieren software leveren die niet bepaald modern is. Pas recentelijk zijn bij een aantal banken de programma's voor het antieke DOS vervangen door software voor het bijna antieke Windows 3.x. Deze programmatuur werkt ook op recente systemen als Windows 95 en 98 maar maakt van bepaalde voordelen daarvan (soepeler installatie en eventueel de-installatie, en minder ernstige gevolgen bij het vastlopen van de pc) geen gebruik.

Is de software op de pc geïnstalleerd dan kan de computer contact zoeken met een computer van de bank. De modem kiest daartoe een telefoonnummer. In veel gevallen is dat geen gratis, en zelfs geen lokaal nummer. Bovendien betaal je meestal een abonnementsgeld van een paar gulden per maand. Wie telebankieren aantrekkelijk vindt moet er dus een kleinigheid voor over hebben.

Nadat contact is gelegd met computer van de bank kunnen de opdrachten worden uitgevoerd. Die kun je vooraf prepareren, zodat de verbindingstijd alleen wordt gebruikt voor het verzenden. Een opdracht kan aan een datum zijn gekoppeld, zodat hij pas aan de beurt komt op het juiste moment, bijvoorbeeld pal voor het verstrijken van de betalingstermijn. In een minuut kan de pc zo tientallen opdrachten versturen. Ook kan de klant zijn saldi bekijken en effecten- en spaartransacties uitvoeren.

Het is een misverstand dat bankzaken op deze manier sneller zouden gaan. Het enige wat sneller gaat is het inleveren van de opdracht bij de bank, omdat de posterijen worden gepasseerd. Een overschrijving van de ene naar de andere rekeninghouder van de Postbank vindt weliswaar plaats binnen 24 uur (al gaat de computer van de Postbank als enige tussen 11 's avonds en 6 's morgens slapen), maar verder bijft een termijn van drie dagen de norm. Uiteraard zou dat ook kunnen worden geautomatiseerd. Het blijft verbazingwekkend dat banken zich dagenlang andermans geld kunnen toeëigenen om er zelf rente van te trekken. Het is al even vreemd dat consumentenorganisaties deze praktijk niet voor de rechter aanvechten, zeker nu een trage administratie voor de banken niet meer als smoes kan dienen. Dwaas genoeg moet de telebankier voor een onmiddellijke transactie zijn toevlucht nemen tot een mondelinge telefonische overboeking, wat overigens eens te meer aantoont dat er geen werkelijke belemmering is. Wel brengt de bank dan kosten in rekening, als om te compenseren voor de rente die niet kan worden verduisterd.

De details van de beveiliging verschillen per bank, maar een drietal verschillende wachtwoorden en codenummers is gebruikelijk. Een deel daarvan wordt permanent in de pc opgeslagen en hoeft dus niet te worden onthouden Bankieren via Internet kan op het ogenblik bij Rabobank en ABN-AMRO. Een complicatie van Internet is dat er geen gereserveerde verbinding is tussen twee partijen, zoals bij de telefoonverbinding van 'gewoon' telebankieren. Alle verbindingen op Internet staan in principe open voor alle Internetgebruikers. Het is alsof je je geldzaken staat af te handelen op een druk marktplein in plaats van in de beslotenheid van een bankfiliaal. Dat maakt het moeilijker om privacy (niemand hoeft iets te weten over mijn financiële zaken) en veiligheid (niemand mag voor mijn rekening zaken doen) te garanderen. In principe volstaat een wachtwoord, maar zeker als deze in de computer zelf worden opgeslagen zijn ze kwestbaar voor de beveiligingsproblemen die om de haverklap in Internetsoftware opduiken. De Rabobank heeft al een merkwaardige affaire achter de rug: een slimmerik heeft in mei 1998 de site van de Rabobank gekopieerd, plaatste deze op een andere plek op Internet, lokte Raboklanten naar deze kopie en vroeg ze daar om hun wachtwoord, dat sommige grif gaven. Met die wachtwoorden had de kraker zijn voordeel kunnen doen. Dit was meer een 'sociale' kraak dan een technische, omdat mensen werden verleid vrijwillig hun wachtwoord te geven, maar het resultaat is niet minder verontrustend.

Als je telebankiersoftware zou kunnen koppelen aan boekhoudsoftware zou dat de aantrekkelijkheid van beide vergroten. Een betaling die volgens de boekhouding moet worden gedaan, zou dan niet met de hand in het bankierprogramma hoeven worden ingevuld. En de per bank geregelde inkomsten en uitgaven zouden rechtstreeks in de boekhouding kunnen worden opgenomen, naast kasuitgaven en dergelijke. Jammer genoeg werken alleen sommige boekhoudpakketten en sommige telebankierprogramma's met elkaar samen. Wie al een bank heeft moet zijn boekhoudpakket dus goed kiezen, anders wordt het overtikken.

Samenvattend: de telebankier kan termijn-opdrachten geven die op een bepaalde dag automatisch worden uitgevoerd, en hij hoeft geen envelop op de bus te doen. De administratie wordt op het scherm van de pc inzichtelijker dan in een bureaula of schoenendoos. Daarvoor betaalt hij een abonnement en telefoonkosten en moet hij software installeren en leren gebruiken. Dat is een vrij mager lijstje. Hoe zit dat bij de bank? Je zou verwachten dat daar het zwaarwegende voordeel van besparing op arbeid optreedt. Er hoeven geen overschrijvingsformulieren te worden overgetikt. Maar dat valt tegen, volgens Postbank-woordvoerder Jan Stalman. 'Geautomatiseerde systemen moeten gemaakt en onderhouden worden. En er moet een helpdesk zijn om telebankiers bij te staan die moeilijkheden hebben met hun computer.' Bovendien is het moeilijker geworden het alternatief, het overschrijvingsformulier, te verslaan sinds automatische handschriftherkenning praktisch bruikbaar is geworden. Het is de bank dus om het even. Ze pushen het telebankieren met lang zoveel geweld niet als ze dat met het thuisbankieren, de betaalkaart of -cheque en de pinpas hebben gedaan. Vandaar de abonnementskosten, en vandaar dat een modem niet meer goedkoop wordt aangeboden bij een Girotel-abonnement.

De groei van Girotel naar ruim 300.000 gebruikers in tien jaar is niet zo indrukwekkend als je een vergelijking maakt met andere verschijnselen die met computers verband houden. De bankpas met pincode heeft in korte tijd algemeen ingang gevonden. Het aantal gebruikers van Internet is in nog geen vijf jaar gestegen van vrijwel nul naar meer dan een miljoen. Het telebankieren maakt zodoende een betrekkelijk rustige groei door dank zij de mensen die weinig moeite hebben met het uitbreiden van de rol van hun computer, die niet op een paar losse guldens per maand kijken en die een wat ingewikkelder financieel leven hebben dan gemiddeld. De rest hoeft niet bang te zijn dit verschijnsel door de strot geperst te krijgen.


Het materiaal dat hier verkrijgbaar is mag worden gedownload, gelezen en zelfs gekopieerd, maar alleen voor eigen gebruik. Vermenigvuldigen met winstoogmerk is niet toegestaan. Alles is copyright Herbert Blankesteijn, tenzij anders vermeld.