Slaan moet

Herbert Blankesteijn, NRC Handelsblad 23-9-'92


Beatrijs Ritsema is wanhopig op zoek naar een straf die haar kind niet boos maakt (17 sept). Het arme jong vindt straf zelfs onverdraaglijk. De meest voor de hand liggende manier om zijn leven draaglijk te maken - zoet zijn - heeft hij blijkbaar nog niet ontdekt.

Het is dat Ritsema zich afzet tegen 'onvoorwaardelijke liefde', belonen in plaats van straffen en dat soort zoetsappige kletspraat, anders zou ik gaan denken dat ze er zo een was. Toch heeft ze de essentie van het begrip straf niet goed begrepen, lijkt me.

Een straf geef je niet voor de aardigheid, en ook niet ter bezegeling van het fijne intermenselijke contact dat je met je kind hebt. Een straf dient om verkeerd gedrag te corrigeren en is per definitie onaangenaam voor de gestrafte. In de praktijk meestal ook voor degeen die straft. Als je de zin van straffen inziet, moet je daar niet over mekkeren vind ik.

Een kind dat iets verbodens doet, gesnapt wordt en daarvan de consequenties ervaart, is teleurgesteld (want had gehoopt op de perfecte misdaad), opstandig en, ja wat dacht je, boos. Dat is heel goed. Zo wordt des te duidelijker waar de grenzen liggen en wie de baas is. Dat het meubilair van Ritsema het moet ontgelden wijst er op dat er daar ten huize niet vaak genoeg en met al te zichtbare tegenzin wordt gestraft. Die van mij moesten het lef eens hebben.

Maar wat voor straf? Slaan mag absoluut niet, weet Ritsema. Als een soort bewijsvoering meldt ze dat zijzelf zich geen slaag herinnert, en ook dat het niet mag van de pedagogen van wie ze de tijdschriftrubrieken leest.

Pedagogen hebben gemeen met meteorologen, economen, medici en kernenergie-experts dat ze elkaar tegenspreken en steeds van mening veranderen (laatst nog omtrent het al of niet reageren op het huilen van baby's). Los daarvan, ik herinner mij tikken op de vingers, draaien om de oren en pakken voor mijn broek. Niet veel, maar ze waren er wel. Ik weet nu dat ze meestal, behalve raak, terecht en effectief waren. Ik leerde manieren, eventueel om de regels handiger te overtreden.

Je pikt ze er zo uit, de exemplaren die nooit een goeie mep krijgen. In de supermarkt houden ze hun handen niet thuis. Bij vriendjes (bij ons bijvoorbeeld) graaien ze eerst en stellen dan vragen. Op straat negeren ze superieur de smeekbeden van hun ouders. Gadverdamme.

Wat is er nou precies tegen slaan? Elke straf is gebruik van macht en benadrukt de machteloosheid van het lijdend voorwerp. Naar je kamer, vandaag binnen blijven, geen toetje, geef dat speelgoed maar hier, of pets! Het is allemaal vernederend, maar de klap is tenminste meteen voorbij. Met het herstel van de relatie kan direct worden begonnen.

Slaan is beter. Mijn kinderen krijgen een tik als ze keer op keer wederrechtelijk ergens aan zitten. Dat soort overtredingen is bij ons dus vrijwel uitgeroeid. Voor schuttingtaal gaan ze naar de gang. Dat vinden ze een stuk minder vervelend en dat is te merken. Op stoeltje wippen tijdens het eten staat alleen een vermaning, dus dat gaat maar door. Ik begrijp die pedagogen niet. Zijn ze nou dom of zijn ze achterlijk?

Ik heb een stukje willen schrijven over straffen en nergens anders over. Al die boterzachte ouders, met onvoldoende zelfrespect om het respect van hun kinderen af te dwingen, zien nu het beeld voor zich van een vader met horentjes en een pijlstaart. Daarom wil ik alleen dit nog kwijt: als mijn kinderen met geschaafde knietjes op de tegels liggen, willen ze om te beginnen naar pappa toe.


Het materiaal dat hier verkrijgbaar is mag worden gedownload, gelezen en zelfs gekopieerd, maar alleen voor eigen gebruik. Vermenigvuldigen met winstoogmerk is niet toegestaan. Alles is copyright Herbert Blankesteijn, tenzij anders vermeld.
  • Terug naar het Optimax menu
  • Terug naar het Hoofdmenu Archief Herbert Blankesteijn.