Luisteren naar niemand

Herbert Blankesteijn - Intermediair, aug.'90

 

Sterrenkundigen overal ter wereld zijn boos en verdrietig. Wat nu weer? Het Amerikaanse Congres wil geen geld geven voor het zoeken naar signalen van buitenaardse beschavingen. De afgevaar- digden vinden het onzin. Reactie van een Congressman: koop maar een sci-fi pocket, dan vind je ze zeker en het kost minder.

Het zoeken naar collega-intelligenties heet SETI: Search for ExtraTerrestrial Intelligence, en bestaat uit luisteren. Er is al vaker geluisterd en bepaalde pulserende radiosignalen zijn al eens korte tijd voor kosmische flessepost gehouden. De radiobron in kwestie werd LGM genoemd (Little Green Man), maar er bleek een gewone natuurkundige verklaring voor het verschijnsel te zijn.

De moeilijkheid met SETI-onderzoek is in de eerste plaats dat niemand weet of er beschavingen zijn, en zo ja of ze iets uitzenden. Misschien zijn we alleen, en voor hetzelfde geld zijn er miljoenen hoogontwikkelde levensvormen om ons heen. Als ze er zijn is het niet gezegd dat ze zenden, en als ze zenden hoeven ze dat niet onze kant op te doen. Mocht dat toevallig allemaal wèl in orde zijn, dan weten wij nog niet op welk moment, in welke richting en op welke golflengte we moeten luisteren.

NASA-astronomen willen nu voor zegge en schrijve 12 miljoen dollar 10 jaar lang een miljoen tot een miljard keer intensiever zoeken dan voorheen. Dat geld gaat voor een deel zitten in een ontvanger die 20 miljoen kanalen per seconde afzoekt. Aldus wordt het probleem 'golflengte' met brute kracht opgelost. Voor het 'wanneer' en 'in welke richting' blijft een portie geluk nodig. Een plan met hoog risico dus, maar, zeggen de voorstanders, het is goedkoop en potentieel wereldschokkend.

Wie heeft gelijk? De politici, maar die zijn zelf te ongeletterd om te begrijpen waarom. Een schertsproject als Star Wars niet verhinderen, zich verdringen rond een mijardenverslindende superdeeltjesversneller in Texas en dan beweren dat 'er geen geld besteed moet worden aan louter nieuwsgierigheid'. De NASA had meer kans gemaakt als ze het honderdvoudige had aangevraagd.

SETI's achilleshiel is het feit dat het project zich beperkt tot luisteren. Het is niet te hopen dat alle beschavingen dat doen, want dan komt er van de communicatie weinig terecht. De onderzoekers redeneren dat de mensheid, kosmisch gesproken, net komt kijken. Een intelligentie die minder ver is dan wij kan zenden noch ontvangen. Precies even ver als wij zou wel erg toevallig zijn, dus als we iemand vinden, is die vrijwel zeker hoger ontwikkeld dan wij. Dan doen zij het vuile werk ook maar, laten zij maar zenden.

Wat te doen als we signalen ontvangen? Niet per kerende post antwoorden, zeggen dezelfde sterrenkundigen, want de beschaving die het buskruit heeft zal de minder ver gevorderde koloniseren en onderdrukken. Vandaar dat er op Aarde geen Inca's en Azteken en nauwelijks meer Noordamerikaanse Indianen en Australische Aboriginals zijn. En de Anderen zijn verder dan wij, dus opgepast. Het aardige is, dat elke beschaving deze redenering kan verzinnen. Ook een 'volk' dat al wat langer meeloopt dan wij Aardlingen loopt de kans tegen superieure wezens op te lopen als ze zo onvoorzichtig zijn om zich met uitzendingen te verraden. Dus niemand zendt uit. Het heeft geen zin om te luisteren. Dus luistert er ook niemand.

Een ruimtesonde met een gouden plaquette met daarop onze handtekening heeft kort geleden het Zonnestelsel verlaten. Wij verraden daarmee ons bestaan, ons onvermogen tot logisch redeneren en ons gebrek aan overlevingsinstinct. Onze woonplaats verklappen we heel direct door radio- en televisieuitzendingen. Die vinden intussen al tientallen jaren plaats en zijn dus al tientallen lichtjaren ver. Ze zijn misschien niet te ontcijferen, maar ze zeggen: hier zijn wij en we zijn nog te stom en te inefficint om onze interne berichten alleen daar af te leveren waar ze moeten wezen. Wij zijn primitief, pak ons!

Gelukkig luistert er niemand.


Het materiaal dat hier verkrijgbaar is mag worden gedownload, gelezen en zelfs gekopieerd, maar alleen voor eigen gebruik. Vermenigvuldigen met winstoogmerk is niet toegestaan. Alles is copyright Herbert Blankesteijn, tenzij anders vermeld.