De goedkoopste computer voldoet
Herbert Blankesteijn, NRC Handelsblad 23-9-'98
De nog steeds toenemende rekenkracht van pc's wordt nauwelijks nuttig gebruikt. Nieuwe computers zijn zwaar overbemeten voor het werk dat ze zullen gaan doen. De overtollige vermogens moeten niet worden gestoken in meer functies, maar in werkelijk gebruiksgemak.
De wedloop van telkens krachtiger computers gaat onverminderd door. Elke computer die nu nieuw wordt verkocht zou tien jaar geleden een 'supercomputer' hebben geheten en zou tonnen, zo niet miljoenen hebben gekost. Waar heeft een consument al deze paardekrachten voor nodig?
Het zwaarste programma dat een particulier redelijkerwijs nodig heeft is Windows 98, het besturingssysteem voor de pc. Om dat soepel te kunnen gebruiken is een Pentium processor nodig (een generatie ouder dan de nu gangbare Pentium II), een werkgeheugen van 32 megabyte en 300 megabyte aan schijfruimte. Dat is geen probleem; computers die hier niet aan voldoen zijn nieuw niet eens meer te koop.
Ook is er geen enkele normale toepassing die een dergelijke 'minimale' computer te veel is. Tekstverwerking kan met een pc van tien jaar geleden, Internet met één van drie jaar oud.
Iedereen heeft aan de goedkoopste computer genoeg. Wie goed zoekt kan een splinternieuwe poor man's pc op de kop tikken voor circa 1500 gulden inclusief BTW (met monitor, cd-romspeler, speakers en al), en heeft dan een waar snelheidsmonster. Dat deze low-budget machines aan de meeste behoeften voldoen blijkt uit het feit dat Intel hiervoor een speciale processor is gaan maken, de Celeron, en ook uit de meest recente cijfers van Compaq, dat de meeste winst heeft gemaakt op de goedkoopste computers. De speciale uitgeklede pc's die vorig jaar werden geïntroduceerd om dit deel van de markt te bedienen gaan het niet redden: ze bieden minder waar voor meer geld.
Om de omzet op peil te houden proberen computerfabrikanten juist telkens nieuwe onderdelen toe te voegen. Eerder is dat gelukt met de diskdrive, de monitor, de geluidskaart en de cd-romspeler maar de consument is verzadigd. Een modem zit nog altijd niet in alle nieuwe pc's. Computers met ingebouwde tv-faciliteiten zijn mislukt. Standaard meegeleverde accessoires voor videobewerking zijn op de markt verschenen en weer verdwenen. Een fabrikant probeert het nu met een ingebouwde netwerkkaart maar dat zal geen succes worden, omdat bijna niemand emplooi heeft voor meer dan één pc.
De thuisgebruiker heeft geen trek in ingewikkelde oplossingen als er ook eenvoudige zijn. Telefoneren via de pc is niets geworden, hoewel sinds meer dan een jaar de meeste kopers van een nieuwe computer er de middelen voor hebben. De hoorn pakken is makkelijker. Driedimensionale graphics zijn leuk speelgoed en zijn prima in spelletjes, maar hebben geen werkelijk nut. Sinds kort gokt de branche op gesproken taal. Spraakbediening zal falen omdat knoppen makkelijk en betrouwbaar zijn en omdat praten tegen de computer storend is voor de omgeving. Ook blijft spraakherkenning onbetrouwbaar. De industrie vindt 95% al heel wat, maar een secretaresse die één op de twintig woorden fout opschrijft zal haar baan niet lang houden. In de eerste proefversie van het kantoorpakket Office 2000 is de spraakherkenning dan ook niet opgenomen.
Software kan een recente computer alleen aan het werk houden met features die onnodig zijn en verwarring stichten. Een moderne tekstverwerker heeft zoveel toeters en bellen dat het uitschakelen van alle ongewenste voorzieningen onbegonnen werk is. Mijn computer probeert telkens op eigen initiatief een Internetverbinding tot stand te brengen en is zo hardnekkig dat alleen de telefoonstekker eruit trekken nog helpt. Eenvoudige dingen als het opslaan van een op Internet gevonden pagina worden daarentegen met elke versie moeilijker. De makers van apparaten en programma's verliezen zich in techneuten- en vormgevershoogstandjes, terwijl de eerste computer die nooit vastloopt nog van de lopende band moet komen.
Als het publiek geen zin heeft in nieuwe computeronderdelen, en ook niet meer in nieuwe versies van software met nieuwe 'functionaliteit', dan heeft de computerindustrie een probleem. In plaats van functies toevoegen alleen maar omdat het kan, moeten fabrikanten functies weglaten om het gebruik eenvoudiger te maken. Van veel programma's bestaan express of light versies. Deze kunnen nog veel lighter. Oude versies kunnen daarvoor van stal gehaald en aangepast worden. Het toevoegen van nieuwe knopjes mag de eerste reflex zijn van de programmeur, aan het weghalen van oude programmeerfouten bestaat meer behoefte. Nog steeds moeten intensieve pc-gebruikers twee keer per jaar hun harde schijf compleet leegmaken en alles opnieuw installeren omdat de computer na verloop van tijd onverklaarbare dingen gaat doen
Kan het surplus aan rekenkracht dan nergens aan besteed worden? Toch wel. Bijvoorbeeld aan gebruiksgemak dat verder gaat dan bewegende ikoontjes of een pratende paperclip. Het automatisch installeren en verwijderen van apparaten en programma's in Windows 95 en 98 is een stap in de goede richting. Computers zouden daarbij een ingebouwde probleemoplosser moeten hebben waar je vragen in gewoon - geschreven - Nederlands aan kwijt kan. Aan elektronische encyclopediën en aan zoekmachines op Internet kunnen zulke vragen ook worden gesteld. 'Waarom werkt mijn faxprogramma niet meer?' 'Hoe kan het dat de Internetverbinding vandaag zo langzaam is?' 'Kan ik op deze computer een scanner installeren?' 'Wat is een tapestreamer?' Vergeet de gesproken taal, geef eerst maar eens de informatie! Gezien de frequentie van de technische problemen op hedendaagse computers moet dit een werkloze processor aardig zoet kunnen houden.
Het materiaal dat hier verkrijgbaar is mag worden gedownload, gelezen en zelfs gekopieerd, maar alleen voor eigen gebruik. Vermenigvuldigen met winstoogmerk is niet toegestaan. Alles is copyright Herbert Blankesteijn, tenzij anders vermeld.