Linux voor beginners
Herbert Blankesteijn, Intermediair/Computable 16-9-'99
De opkomst van het besturingssysteem Linux maakt menige particulier nieuwsgierig. Windows loopt dagelijks vast en Linux schijnt het jaren te kunnen volhouden zonder één crash. Maar de gewone computeraar die Linux wil installeren zal moeten afdalen naar diepten van zijn systeem die hij of zij nog nooit heeft betreden.
De eerste vraag is: hoe kom ik eraan? Linux zou gratis zijn, maar om er voor niets aan te komen moet je een cd lenen of kopiëren, of je moet Internet hebben zonder kosten per minuut, bijvoorbeeld via de kabel. Heb je zo'n mogelijkheid niet, dan kost het downloaden van een paar honderd megabyte gratis software al gauw een paar tientjes aan telefoonkosten. Of je koopt een Linux-boek met gratis cd voor honderd gulden, of je koopt voor tweehonderd gulden een Linux-cd met gratis boek (en recht op helpdeskhulp). De goedkoopste mogelijkheid is een cd bestellen op http://www.phys.uu.nl/~steenbrg/ - de cd met daarop een handleiding wordt voor een tientje thuisgestuurd.
De aspirant-Linuxgebruiker moet bedenken waar en hoe het systeem moet worden geïnstalleerd. Het is niet slim Windows zomaar te vervangen. Als de installatie mislukt, of als Linux niet bevalt, is de weg terug lang. Linux aanbrengen op een oude 486 is een goed idee, maar dat is misschien geen volwaardig systeem, met printer, modem, cd-rom enzovoort. Het mooiste is, een dubbel besturingssysteem te installeren op één pc, Linux en Windows, waarbij je telkens bij het opstarten kiest van welk systeem je gebruik wilt maken. Dan kun je geleidelijk de overgang proberen te maken, terwijl normaal werken mogelijk blijft. Voor zo'n dual boot-systeem is het nodig dat de harde schijf wordt gepartitionneerd, ofwel verdeeld in stukken die zich als aparte harde schijven gedragen. Een harde schijf uit één stuk kan niet twee besturingssystemen bevatten. Partitionneren is het makkelijkst met Windows-programma's als PartitionMagic of PartitionIt. Op een Linux-cd staat een dergelijk programma meestal ook, maar het gebruiksgemak is beduidend minder. Voor deze stap alleen al is de nodige studie vereist, dus wie streeft naar een snelle kennismaking met Linux, kan beter die oude 486 nemen. Volgens Linux-aanhangers werkt zo'n machine onder Linux zo snel als een Pentium. De installatie van Linux op een ongedeelde harddisk wist alles wat daarop stond, dus breng eerst de gegevens in veiligheid.
Stel, je hebt een Linux-cd. Hoe begin je dan met installeren? Dat gaat zomaar niet. Je moet opstarten vanaf speciale diskettes, en die diskettes kun je maken door een DOS-programma dat op de cd staat, los te laten op bepaalde bestanden op de cd. Zie de handleiding op de cd. Met die diskettes kun je vervolgens aan de slag. Een minder bewerkelijk alternatief is voorhanden als de pc kan opstarten vanaf de cd-rom. Dat kunnen alleen recente computers, en soms moet daarvoor de opstartvolgorde worden veranderd: de pc moet eerst op de cd-rom naar een besturingssysteem zoeken, en dan pas op de harddisk. Hiervoor moet het Setup-programma van het BIOS (de chip die onder andere het opstarten regelt) worden gestart. Hoe dat moet meldt de computer meestal zelf in het eerste scherm bij het opstarten. Na de installatie van Linux moet de verandering ongedaan worden gemaakt, zodat de computer de systeembestanden weer eerst op de diskette zoekt, en dan op schijf C.
Deze aspirant-Linuxgebruiker had al eens de harde schijf van 500 MB voorbereid voor een dubbel besturingssysteem. Maar daarmee ging de installatie niet van een leien dakje. Meteen een melding dat deze schijf te weinig ruimte had. Kan niet! Na veel gezoek bleek de schijf verkeerd te zijn geformatteerd: volgens DOS in plaats van Linux. Volgende horde: er bleek nog een swap-partitie nodig, een extra deel van de harde schijf dat dient als overloop wanneer het werkgeheugen vol is. Bij Windows is dat een bestand dat overal mag staan, maar bij Linux is dat anders.
Tijdens de installatie werkt de muis nog niet. Je krijgt wel allerlei menu's voor je neus, bijvoorbeeld om te kiezen welke software je geïnstalleerd wilt hebben. Maar hoe moet je een keuze aanvinken zonder muis? Pijltjestoetsen? Tab? Enter? Sterretje? Na veel gezoek blijkt het de spatietoets te zijn. De eerste selectie van software wordt afgekeurd. Opnieuw: te weinig ruimte op de harddisk. Een partitie van 500 MB is dus krap bemeten. Wilt u bovendien nog Linux-data kwijt is het zaak veel meer ruimte te reserveren, want Linux kan uw Windows-schijf of -schijven niet gebruiken (en omgekeerd). Wellicht moet u dus een harddisk erbij kopen en installeren. Weer een leuk klusje, en weer kosten.
Na een software-bezuinigingsronde verloopt de procedure zowaar even vanzelf. Aangeven welke printer ik heb, welke grafische kaart, welke monitor… De mijne staat er niet bij, nou ja, een naburig typenummer dan maar. Klaar, nu herstarten, zegt het scherm. BIOS herstellen, en de Boot Manager (BM) activeren, dat is het programma dat me de keus geeft tussen mijn twee besturingssystemen.
Nondeju! BM zegt dat de Linux-schijf niet is geformatteerd?? Natuurlijk: BM ziet geen Linux-schijven (wel OS/2, BeOS en zo meer). Gelukkig dat ik een Linux-opstartdiskette heb gemaakt, een optie die ik bij installeren van Windows vaak oversla. En zowaar, ik krijg een grafisch scherm met toegang tot flink wat software (tekstverwerking, Internet en veel meer) en instellingen. Maar helaas: met alle hardware is wel wat mis. De printer lijkt toegankelijk maar wil niet printen, het schermbeeld is grof en slecht van kleur, de geluidskaart werkt niet en de modem evenmin. En dan zwijg ik nog over de scanner, de cd-schrijver en de netwerkkaart, waarvan het me niet eens lukt om na te gaan of ze werken. De configuratieschermen om hier aan te sleutelen kan ik bij Windows blindelings vinden maar hier sta ik aan het begin van de leercurve. Dat wordt zoeken in de handleiding en op Internet.
Ik ben een dag bezig geweest, de 1000 woorden zijn op. Maar ik ben nog lang niet klaar.
---
KADER 1: Wat is Linux?
Linux is een besturingssysteem voor computers, net als Windows, Dos of het Mac OS (Operating System), dat op de Macintosh wordt gebruikt. Voordat een computer een programma als een tekstverwerker kan draaien, moet er een programma zijn dat de onderdelen laat samenwerken. Dat is het besturingssysteem.
Linux is in 1991 ontwikkeld door de Fin Linus Torvalds, die het gratis ter beschikking heeft gesteld. Het is gebaseerd op het professionele systeem Unix. Linux was oorspronkelijk een bescheidener variant op Unix, voor hobbyïsten en voor kleine systemen, maar ontwikkelt zich tot een systeem met professionele allure. Het dringt steeds meer door tot bedrijven.
De broncode, de programmatekst dus, is openbaar. Hetzelfde geldt voor veel software voor Linux. Iedere programmeur mag er veranderingen in aanbrengen. Deze veranderingen mogen ook weer vrij verspreid worden. Ze kunnen zelfs terecht komen in een volgende versie van Linux. Dat wordt beslist door een team onder leiding van Torvalds zelf. Torvalds, nog geen dertig jaar oud, heeft zich ontwikkeld tot een cultfiguur. Hij verdient niet aan het succes van zijn systeem; hij heeft gewoon een vaag baantje bij een computerbedrijf in Silicon Valley.
Er zijn bedrijven die Linux-'distributies' op de markt brengen: RedHat, Caldera, SuSE,… Het lijkt vreemd dat ondernemingen geld verdienen aan gratis software. Maar de dienst die ze leveren is ten eerste het verzamelen van een Linux-versie en applicaties op een cd, daarnaast het maken van een handleiding, en tenslotte het bieden van ondersteuning via een helpdesk. Sommige van deze bedrijven installeren ook netwerken. Wie hun cd's kopieert is niet in overtreding maar kan niet rekenen op hulp bij problemen.
---
KADER 2: Windows versus Linux
Windows, van Microsoft, is gebruiksvriendelijk en populair. Wie Windows gebruikt kan altijd programma's en bestanden met anderen uitwisselen. Maar Windows heeft veel sympathie verspeeld. Het word geteisterd door programmeerfouten waardoor de computer vastloopt en verkwist ruimte in het werkgeheugen en op de harde schijf. De zakelijke praktijken van Microsoft zetten kwaad bloed. Voor honderduizenden computergebruikers komt Linux als geroepen.
Linux geldt als minder zachtzinnig voor de gebruiker maar als veel stabieler, dus betrouwbaarder, dan Windows NT, de concurrent in de bedrijfsomgeving. Deze verschillen bestaan ook, maar dan nog verscherpt, tussen Linux en Windows 95/98. De hype rond Linux wekt soms de indruk alsof leken Windows wel even aan de dijk zouden kunnen zetten, maar daar kan geen sprake van zijn. Het installeren is lastig, en het is een stuk moeilijker aan de juiste drivers (stuurprogramma's) voor randapparaten te komen, zodat deze moeilijk werkend te krijgen zijn. Als alles draait is uitwisseling van bestanden met de Microsoft-buitenwereld weer een probleem. Een Linux-gebruiker die iets gewoons als een Word-bestand toegestuurd krijgt, begint meteen te piepen.
Wie een nieuwe pc koopt 'krijgt' daar meestal Windows bij. Maar betaalt er wel degelijk voor via de aanschafprijs van de pc. Een actie van Linuxfans om bij Microsoft geld terug te eisen heeft eerder dit jaar niets opgeleverd. Eens gekocht blijft gekocht. Wie zeker weet dat hij geen Windows wil, kan bij veel computerdealers om een systeem vragen zonder Windows. Dat kan meestal wel, en dan is de prijs lager.
Als de voortekenen niet bedriegen, wordt Windows al maar logger, en Linux makkelijker. Maar het zal nog jaren duren voordat Linux 'leken-proof' is.
Dit artikel mag worden gedownload, gelezen en zelfs gekopieerd, maar alleen voor eigen gebruik. Vermenigvuldigen met winstoogmerk is niet toegestaan. Copyright Herbert Blankesteijn.