Kapot

Herbert Blankesteijn - dec.'89

 Nieuwe materialen zijn zo oud als de wereld. Steentijd, Bronstijd, IJzertijd. Dus de materialen mogen nieuw zijn, het gebruik van het woord 'nieuw' is dat niet. En nu de nieuwigheden elkaar steeds sneller opvolgen krijgen we daar last mee. Wat moeten we nog verzinnen voor de volgende generatie plastic ijzerklei? Zo optimaal mogelijk verbeteren. Postmodernisme. Late new wave.

 We hebben nog even tijd, want met de huidige nieuwe materialen gaat het nog wat stroef. Dat komt zo. Deze substanties zijn sterk, licht, hard, temperatuurbestendig dus ze zijn duurzaam en je hebt er weinig van nodig. Wel, duurzaamheid kan de industrie niet gebruiken, dat is bekend. Wat dat betreft was de vorige generatie nieuwe materialen perfect. Plastics zijn buitengewoon goed in kapotgaan. Zo lekker vinden de fabrikanten dat, dat veel op het eerste gezicht degelijke artikelen op vitale punten een dotje plastic hebben meegekregen. Houten kinderspeelgoed moet je hebben, niet dat gammele plastic. Maar een houten treintje heeft plastic koppelingen en een houten step kunststof wielen. Krak. Een luxe metalen verlengstuk voor de arm van de glazenwassende huisvader heeft een plastic bevestiging voor de spons. Scheur. Metalen pannen (allicht) zijn voorzien van kunststof handgrepen. Splijt. En dan zwijg ik nog over all-plastic spullen zoals haarborstels en zwabbers (jazeker) die al bij het eerste gebruik een structural failure beleven.

Hout of metaal had in al deze voorbeelden ook gekund. Een deugdelijke kunststoffen oplossing trouwens ook. Materialen zat. Maar nee, het produkt is wel degelijk optimaal ontworpen. Het doel is: tijdige destructie.

 Dat kan moeilijk zo zijn bij de neo-naoorlogse nieuwe materialen, die juist allerlei taaie eigenschappen hebben. Ze worden gebruikt in hi-tech ijzerwaren zoals vliegtuigen. Die moeten er lichter van worden bij dezelfde sterkte, met evidente voordelen. Verminderde duurzaamheid zou hier wel erg in de gaten lopen. Dat is dus precies het probleem. Hoe krijgen we dan toch die aramidefabriek uit de rode cijfers?

 Een zekere Prof. de Jong van de TU Delft heeft een idee geopperd in zijn intreerede. Als je nou eens vliegtuigen bouwt van composieten (met sterke vezels gewapende kunsthars) en je blijft doorlijmen tot je een even zwaar vliegtuig hebt als vroeger. Maar dan sterker, in plaats van een even sterk vliegtuig dat lichter is. De aandelen Akzo zullen wel een paar duppies zijn geklommen, maar jammer genoeg geeft de Jong het duidelijkste voordeel van het materiaal zo prijs. Even later komt er nog een aap uit de mouw: "Door verlaging van het spanningsniveau hoeft bij vermoeiings-kritieke verbindingen niet gespeculeerd te worden op de vermoeiingseigenschappen van composieten." Maar is de essentie van hi-tech niet dat je je materiaal kent en optimaal gebruikt, in plaats van dat je maar raak boetseert omdat je geweldige onzekerheidsmarges in acht moet nemen? Misschien is het voor de kennis van de vermoeiingseigenschappen beter om er eerst een paar jaar kinderspeelgoed van te maken.

 Nee, dan dat nieuwe bio-afbreekbare plastic. Nu nog afbreekbaarder dan het vorige nieuwe afbreekbare plastic! Het is in een paar weken foetsjie (al weet de fabrikant nog niet precies hoe snel) en dat zal het verkoopargument wel zijn. Met als gevolg dat de rem op weggooien zal verdwijnen. De perfecte recycling van de vraag. Afbreekbare plastic tas: 'Volgens mij begint-ie al af te breken kijk hier, zie je dat? Ik neem wel een nieuwe, gooi deze maar weg. Nee, doe maar in de berm, dat geeft toch niet?'

 En als grap zou je het haast niet kunnen verzinnen: de fabrikant toont trots kinderspeelgoed van afbreekbaar materiaal. Horloges godbetert. Vroeger keek ik altijd of het kapot kon. Dat is nu niet meer nodig.


Dit artikel mag worden gedownload, gelezen en zelfs gekopieerd, maar alleen voor eigen gebruik. Vermenigvuldigen met winstoogmerk is niet toegestaan. Copyright Herbert Blankesteijn.