Java is er nog niet

Herbert Blankesteijn, Intermediair 8-3-'96


Er is de laatste maanden veel opwinding op Internet over de computertaal Java. Java zou leiden tot een nieuw soort computers, op een compleet andere manier gebruikt, en tot nieuwe machtsverhoudingen in de computerindustrie. Tijdbom of luchtbel?

Wie maakt op Internet nog bewust gebruik van Gopher? Eens was Gopher een revolutie op het Net, een manier om cyberspace te onderzoeken met gebruikmaking van menu's. In plaats van allerlei ingewikkelde computercommando's in pseudo-Engels kon je gewoon kiezen tussen de mogelijkheden 1 tot en met 10 en hup, je had contact met een computer op een ander continent.

Gopher is volledig overvleugeld door het World Wide Web. Of liever, is erin opgegaan. Soms kom je al klikkend op het WWW nog een 'Gopher Server' tegen. Het meest opvallende daarvan is meestal een sober lettertype en: geen plaatjes. Als zelfstandig onderdeel van Internet heeft Gopher weinig betekenis meer. Zo kort kan succes op Internet duren.

Het WWW zelf lijkt een langer leven beschoren. Het is gebaseerd op een standaard voor de opmaak van computerschermen (HTML, Hypertext Markup Language) die steeds weer uitgebreid blijkt te kunnen worden om aan nieuwe behoeften tegemoet te komen, zoals het gebruik van geluid en bewegend beeld. Java is in zekere zin zo'n uitbreiding; Java is tevens het meest recente modeverschijnsel op Internet. Met behulp van Java, een soort programmeertaal, zijn WWW-pagina's niet langer statische schermen. Elke pagina kan zijn eigen programma meebrengen: in plaats van een plaatje komt er een tekenprogramma zodat je zelf wat aan het plaatje kunt doen. In plaats van een tabel krijg je een spreadsheet om je eigen berekeningen uit te voeren, en in plaats van de mogelijkheid om een filmpje te downloaden speelt er voor je neus een animatie die je zelf kunt beïnvloeden. Je hebt daarvoor wel een WWW-programma nodig dat Java begrijpt, in de praktijk Netscape versie 2.0. Dit programma bouwt in de computer van de gebruiker een 'virtuele computer' waarop de Java-programmaatjes (of applets) zullen draaien. Dit is zowel een veiligheidsmaatregel tegen virussen en dergelijke als een manier om tot een standaard te komen. Welk merk computer ook wordt gebruikt, de virtuele computer werkt altijd hetzelfde zodat één en dezelfde Java-applet op elke computer werkt. Makkelijk voor de programmeurs.

Al dit moois kan niet alleen met Java. Programmeertalen genoeg. Maar het gebruik van Java en alle technische informatie over de taal zijn gratis door de eigenaar, het computerbedrijf Sun, beschikbaar gesteld. Daardoor heeft Java een omvang en een vaart gekregen die niet meer door een concurrent zijn te evenaren. Omdat dit het gebruik van Internet nog populairder belooft te maken zijn de aandelen van Sun omhooggeschoten. Sun levert namelijk de computers die de knooppunten in het internationale computernetwerk vormen.

De mogelijkheid van het meesturen van een programma is één van de speciale kenmerken van Java. Het betekent dat bepaalde programma's niet meer op de harde schijf van de gebruiker hoeven staan, dat bewerkelijke installaties daarbij niet nodig zijn, en dat nieuwe versies vanzelf arriveren en zichzelf starten wanneer dat nodig is. Vervelend voor Microsoft, dat groot is geworden door het distribueren van software op schijven, met handleidingen in boekvorm, in veel te grote dozen.

Zieners voorspellen bovendien dat er een nieuw soort computer zal ontstaan, met veel minder programmatuur en minder opslagruimte, die dan ook eenvoudiger en goedkoper zal kunnen zijn. Ook onder de fabrikanten van hardware zouden dan de kaarten opnieuw worden geschud. Maar het is de vraag of hier niet al te hevig wordt geëxtrapoleerd. Ruimte op harde schijven is spotgoedkoop en wordt alleen maar goedkoper. Gebruik van het World Wide Web kost meestal een zeker bedrag per tijdseenheid en het Web wordt bijna dagelijks trager en de bestanden groter. Een transmissiesnelheid van 1 kiloByte per minuut is geen uitzondering. Programma's met een veel voorkomende omvang van enkele honderden kB kun je maar beter thuis hebben. Weliswaar bewaart de PC recent opgevraagde WWW-pagina's (met eventuele aanhangende Java-toepassingen) enige tijd, maar op een dag zijn ze toch weg, en dat zal maar net de dag zijn dat het net extreem traag is, de telefoonverbinding met je Internetaanbieder niet tot stand wil komen, of de computer waar die handige applet te vinden was buiten bedrijf is. Om die reden is het waarschijnlijk dat Java-toepassingen zich zullen beperken tot ornamentjes op WWW-pagina's, en dat Microsoft en IBM zich geen zorgen hoeven maken.

Een van de clubs die met Java aan het pionieren zijn is de VPRO. Op de met computers volgepakte zolder van een villa aan de 's Gravelandseweg in Hilversum laat Daniël Ockeloen (25) een paar voorbeelden zien, terwijl hij in hoog tempo verklarende teksten spuit. Zo is er een World Wide Web-pagina waarop je kunt tekenen samen met anderen elders op de wereld die toevallig dezelfde pagina hebben opgeroepen. Ockeloen krabbelt wat in het wilde weg met zijn muis, voor de gelegenheid samen met een collega die aan de andere kant van de zolder zit.

Abstracter, maar zeker zo opmerkelijk, is VPRO's eigen compressiestandaard voor animaties. 'Dank zij Java kunnen wij onze eigen compressietechniek toepassen,' legt Ockeloen uit. We hoeven ons niet af te vragen of de gebruiker wel afspeelsoftware heeft, want die sturen we gewoon automatisch mee.' Ander standaards voor filmpjes, zoals Quicktime, Mpeg en Video for Windows, vereisen aparte software die de gebruiker op eigen houtje moet zien te bemachtigen en installeren. 'Je kunt nu dus ook,' gaat Ockeloen verder, 'voor elke tekenaar een aparte compressie ontwerpen, die ideaal is voor de tekenaar in kwestie. Zo ga je zuinig om met de capaciteit van Internet, en met het geld van de gebruiker. Als je de meeste recente tekening ophaalt, krijg je de laatste versie van het decompressieprogramma er vanzelf bij.'

De demonstraties, de toelichtingen en het bijbehorende enthousiasme maken hongerig. Thuis dus op zoek naar eigen Java-gereedschappen. In de eerste plaats natuurlijk de nieuwste Netscape. Een pagina bij de VPRO die een mogelijkheid tot downloaden lijkt te beloven, leidt naar een doodlopende weg. Een klacht per e-mail levert een snel antwoord: 'Opgelost!' Maar een nieuwe blik op dezelfde pagina maakt duidelijk dat niet een mogelijkheid tot downloaden is geschapen, maar dat de belofte is ingetrokken! Da's ook een oplossing...

Dan maar zoeken bij Netscape zelf in de VS. Ze raden aan het programma te gaan halen bij een computer in Aken, want dat belast het Net minder door de kortere afstand. Niettemin duurt het binnenhalen van versie 2.0, ter grootte van 2,39 MegaByte, meer dan vier uur. Hoezo gratis software, dit kost ruim twintig gulden aan Internetkosten, meer dan 15 gulden lokaal telefoontarief, samen bijna 40 piek. Via een telefoon verbinding met de VS (die je in tegenstelling tot een Internetverbinding voor jezelf hebt, en daardoor sneller is) was het hoogswaarschijnlijk goedkoper geweest.

Tot overmaat van ramp blijkt het de verkeerde versie te zijn. Dit is Netscape 2.0 16 bits, voor Windows 3.1x, terwijl, zo blijkt nu uit de documentatie, voor Java-toepassingen de 32-bits versie vereist is. Dat is wat ironisch voor een voorziening die standaardisatieproblemen zou moeten helpen oplossen. Het houdt om te beginnen in dat je, als gewone PC-gebruiker zonder Unix-besturingssysteem of Macintosh, alleen van Java kunt genieten als je computer is uitgerust met Windows 95. De mijne is dat toevallig, dus verder met de queeste. Netscape 2.0 32 bits opgehaald (meer dan 3 MegaByte, maar een stiller tijdstip gekozen dus het duurde maar een dik uur) en geïnstalleerd.

Maar nu moet in Windows 95 nog het Internet Protocol TCP/IP worden geactiveerd. Dat is een heel gezoek in onduidelijke helpbestanden naar files die niet blijken te staan waar het helpbestand zegt dat ze staan, maar uiteindelijk komen ze tevoorschijn en ziet de inrichting van de computer er goed uit. Blijk ik gebruik te maken van een SLIP verbinding in het telefonisch contact met mijn Internetaanbieder, wat toch iets moeilijker is dan de modernere PPP-verbinding. Wéér extra hulpstukken opdiepen en op de juiste plaats neerzetten, wéér de juiste waarde voor allerlei instellingen opzoeken en invoeren. Na het minutieus volgen van de aanwijzingen in een 1100 pagina's dik boek over Windows 95 lijkt het te gaan werken; de telefoonverbinding komt tot stand. Maar halverwege stokt de login-procedure.

Het is of ik mezelf aan mijn eigen haren een moeras in trek. Een collega, van wie het gerucht gaat dat hij alles werkend heeft gekregen laat weten dat het hem ook maar dank zij assistentie van derden is gelukt en dat hij helaas niet kan helpen. Daniël Ockeloen van de VPRO zegt laconiek dat ik 'Windows 95 het moet laten doen' en de Windows 95 Helpdesk van Microsoft deelt mee dat voor hulp bij dit soort problemen een tarief van 70 gulden exclusief BTW geldt.

En dat is nog maar een deel van het verhaal. Java is er nog niet.


Het materiaal dat hier verkrijgbaar is mag worden gedownload, gelezen en zelfs gekopieerd, maar alleen voor eigen gebruik. Vermenigvuldigen met winstoogmerk is niet toegestaan. Alles is copyright Herbert Blankesteijn, tenzij anders vermeld.
  • Terug naar het Internetmenu 16+.
  • Terug naar het Hoofdmenu Archief Herbert Blankesteijn.