Stephen Hawking Superster

Herbert Blankesteijn, VPRO-gids mei 1995


De status van wereldster krijg je in de wetenschap niet zomaar. Het helpt als je onderzoek een omwenteling teweeg brengt maar dat is niet genoeg. Een interessante levenswandel, liefst met wat persoonlijk drama, is een vereiste. Toch bereik je zelfs daarmee de absolute top niet. Richard Feynman, Nobelprijswinnaar, schrijver van goed verkopende boeken, held in een eindeloze reeks anekdotes, eenmaal weduwnaar en eenmaal gescheiden, onderwerp van talrijke tv-documentaires, had in Nederland rustig over straat gekund. Een ster word je pas als je er raar uit ziet. Einstein bijvoorbeeld had zijn snor, zijn woeste haar en zijn hondeogen, en op het laatst zijn prachtige verzameling rimpels. Stephen Hawking heeft veel meer dan dat.

Hawking houdt zich bezig met tot de verbeelding sprekende onderwerpen als zwarte gaten en het ontstaan van het heelal. Zwarte gaten zijn opgebrande sterren die door hun eigen gewicht zijn ingestort. Daarbij is aan het oppervlak de zwaartekracht zo sterk geworden dat niets er weg kan komen, zelfs licht niet. Wat er in valt kan er nooit meer uit, of het nu licht is, een ster, een steen of een ruimteschip. Zwarte gaten zijn de grafzerken van sterren en tegelijkertijd zijn het mogelijk poorten naar andere universa - gefundenes Fressen voor science-fictionschrijvers. Hawkings werk is in de wetenschap van grote invloed geweest. Niet voor niets bezet hij in Cambridge de leerstoel die ooit toebehoorde aan Isaac Newton, een feit overigens dat Hawking zelf niet moe wordt te benadrukken.

Hawking brengt zijn leven door in een rolstoel en heeft genoeg gevoel voor PR om daar wat mee te koketteren. Weinig schrijvers zullen zichzelf laten afbeelden op de omslag van hun boek. Stephen Hawking wel, met rolstoel en al, in karakteristieke scheefgezakte houding met de krachteloze armen over elkaar gedrapeerd. Op die manier heeft hij zijn bekendheid voor een belangrijk deel aan zijn ziekte te danken. Hawking heeft amyotrofische lateraalsclerose, een ziekte die stukje bij beetje de bediening van de spieren door het zenuwstelsel uitschakelt. Door een speling van de natuur zijn de zenuwen die het hart en de ademhaling regelen en de hersenen zelf van deze destructie uitgesloten. Op zijn eenentwintigste kreeg Hawking te horen dat hij geen drie jaar meer te leven had. Het vooruitzicht was dat zijn mogelijkheden om met de buitenwereld contact te onderhouden een voor een zouden verdwijnen tot alleen zijn vitale organen nog zouden werken.

Vooralsnog weigert de dood bij Hawking in te treden. Hij is nu 53 jaar oud. Met de laatste rudimenten van zijn motoriek bedient hij zijn rolstoel en een computer die het woord voor hem doet. Het zou een meelijwekkende vertoning zijn, ware het niet dat Hawking zo nu en dan met graagte van de omstandigheden profiteert. Als je zijn biografe Kitty Ferguson mag geloven moeten er verschillende studenten voor hem uit rennen als hij in zijn stoel door Cambridge sjeest, omdat hij niet met het overige verkeer wenst rekening te houden - een beeld dat in de film helaas ontbreekt. En op een feestje bij hem ten huize werd hij eens voorover hangend aangetroffen met het hoofd in de schoot. Zijn vrouw Jane zette hem rechtop en voegde hem toe: 'Dit is geen gezicht! De mensen kunnen toch niet weten dat je over natuurkunde nadenkt en je kostelijk amuseert. Blijf zitten en houd je met de gasten bezig!' Of woorden van dezelfde strekking.

Je mag niet zeggen dat Hawking het heeft getroffen met zijn ziekte. Maar zonder dat zou hij zijn intellectuele gaven lang niet zo sterk hebben uitgebuit als nu. Mensen uit zijn omgeving bevestigen wat hij zelf zegt, namelijk dat hij pas zijn best begon te doen toen hij had gehoord dat hij nog maar kort te leven had. Sinds hij het vermogen om zich te bewegen heeft verloren moet hij zich bezighouden met problemen die zich lenen voor studie met zo weinig mogelijk hulpmiddelen - uit het hoofd, over het algemeen. Naar eigen zeggen werkt hij veel met geometrische voorstellingen. In ieder geval moet hij de vraagstukken van zijn vak op een andere manier benaderen dan gebruikelijk, en daar heeft hij zijn voordeel mee weten te doen. Zijn vermogen om zich te concentreren is sterk ontwikkeld. En hij kan zich makkelijker dan welke van zijn collega's ook verre houden van vervelende onderwijs- en bestuurstaken en van vergadercircuits. Omgekeerd zullen weinig personen met dezelfde ziekte zo in de watten worden gelegd als Hawking. Een verpleegkundige staf, aangepaste woon- en werkruimte en geavanceerde apparatuur om uit de laatste restjes spierbeheersing te halen wat er in zit. Juist de combinatie van zijn ziekte en zijn gaven heeft bij Hawking tot iets bijzonders geleid.

In zijn wetenschappelijke werk komt Hawking regelmatig met originele ideeën. Net toen de wereld gewend was aan het idee van een zwart gat als een stortbak van waaruit geen terugkeer mogelijk is, kwam hij met nieuwe benadering waaruit bleek dat een zwart gat toch op een laag pitje straling uitzendt. Volgens de quantummechanica ontstaan overal, voortdurend en spontaan deeltjes. Ze doen dat in paren en meestal komen twee deeltjes die zo zijn ontstaan na een onmeetbaar korte tijd weer samen om spoorloos te verdwijnen. Niets of niemand in het heelal heeft dan iets van hun bestaan gemerkt; zulke deeltjes heten daarom virtuele deeltjes. Hawking berekende dat in de buurt van een zwart gat een van de deeltjes in het gat kan vallen, zodat het samenkomen en verdwijnen niet meer mogelijk is. Het andere deeltje moet dan alleen verder. Zo straalt een zwart gat verweesde virtuele deeltjes uit, die trouwens niet van gewone deeltjes te onderscheiden zijn. Als er geen nieuwe materie in het gat valt wordt het op deze manier geleidelijk lichter, tot een explosie aan het bestaan van het zwarte gat een eind maakt.

Een ander idee van Hawking zijn de baby-zwarte gaten. De meest voor de hand liggende manier waarop een zwart gat kan ontstaan is het instorten van een zware ster. Het standaard zwarte gat is daarom bij zijn geboorte al behoorlijk zwaar en wordt door het invangen van materie alleen nog maar zwaarder. Volgens een theorie van Hawking zouden al vroeg in de geschiedenis van het heelal kleine hoeveelheden materie tot zwarte gaten kunnen zijn samengeklonterd. Als deze mini-zwarte gaten zich zouden ophouden in relatief lege delen van het heelal zouden zij een onopgemerkt bestaan kunnen leiden, maar ze zouden desondanks een wezenlijke rol spelen: een belangrijk deel van de massa van het heelal zou op die manier kunnen zijn verstopt. Naar zulke verstopte massa zijn kosmologen al heel lang op zoek. Uit de beweging van sterren en sterrenstelsels blijkt dat er meer massa moet zijn dan we zien. En de hoeveelheid massa in het heelal bepaalt of het universum tot in eeuwigheid zal bestaan of uiteindelijk zal instorten in een 'Big Crunch'. Tot nu toe is er overigens geen enkele waarneming gedaan die erop wijst dat er baby-zwarte gaten inderdaad bestaan.

Het ontstaan van het heelal vat Hawking op als het ontstaan van een zwart gat in z'n achteruit: een punt van extreem hoge dichtheid dat explodeert. Deze Oerknal, of op z'n Engels Big Bang, is op te vatten als het astronomisch alternatief voor de Schepping. De vraag is vervolgens of bij een dergelijke schepping nog een taak is weggelegd voor een Schepper. Hawking heeft nooit een geheim gemaakt van zijn mening dat zijn werk godsdienstige implicaties heeft. In het bijzonder heeft hij een model van het heelal gepresenteerd waarin het universum wordt voorgesteld als een bol, te vergelijken met een globe. De tijd wordt in dit model ruimtelijk voorgesteld: ze loopt van noord naar zuid. De Noordpool is de Oerknal, daarna dijt het heelal uit om bij de evenaar zijn maximum omvang te bereiken en bij de Zuidpool weer tot niets te verschrompelen. Hawking stelt dat, op deze manier voorgesteld, het heelal er 'gewoon is'; het heelal heeft weliswaar een begin en een einde, maar de ruimte-tijdvoorstelling van de bol niet. Die is eeuwig. Iets wat er 'gewoon is' hoeft niet geschapen te zijn en daarmee vervalt ook de noodzaak van een Schepper. Dit soort branchevreemde overwegingen is hem niet in dank afgenomen, noch door gelovigen, noch door zijn vakgenoten.

De film die de VPRO nu uitzendt is rijk aan persoonlijke details. Familieleden en collega's (meest ontwapenende persoonlijkheid: Hawkings moeder) halen herinneringen op, geven meningen en vertellen anekdotes. Het ruim een uur durende programma verveelt daardoor geen moment. Wel is het jammer dat het percentage pratende hoofden vrij hoog is uitgevallen. Er zijn een paar mooie animaties maar beelden van Hawking privé of van zijn werkomgeving, die in eerdere documentaires wel te zien waren, ontbreken. Hawking zelf verschijnt in een ruimte die een getrouwe kopie is van zijn werkkamer, maar het is een nagebouwde set. Dat geldt overigens voor het decor bij alle geïnterviewden; de decorbouwer heeft 29 verschillende ruimtes gecreëerd. Het resultaat is mooi maar een tikje gekunsteld.

Tussen alle pratende hoofden is het meest indrukwekkend wel het zwijgende hoofd van Hawking. Hij is niettemin prominent aan het woord. De makers van de film hebben ervoor gekozen een hoeveelheid tekst door zijn computerstem te laten uitspreken. Een juiste keus, al valt het een beetje tegen dat het leeuwedeel van deze teksten zo uit Hawkings millionseller 'A Brief History of Time' (Ned. 'Het Heelal') is gelicht. Met de index bij de hand kun je de betreffende passages opzoeken nog voor Hawking is uitgesproken. Maar in het licht van de omstandigheden is deze keus te begrijpen.

Onjuist is de beslissing helemaal niets te melden over het feit dat Hawking en zijn vrouw Jane uit elkaar zijn gegaan. In 1991, toen de film werd gemaakt was de scheiding al een feit; Jane Hawking gaf er de voorkeur aan niet mee te werken. Maar dan had Hawking óf de commentaarstem, of desnoods Hawkings moeder nog wel iets kunnen zeggen over de oorzaken waardoor ze uit elkaar zijn gegroeid (hoofdzakelijk haar geloof en zijn sterallures) en de gevolgen van deze gebeurtenis voor Stephen Hawking zelf. Bij een wereldster past geen scheiding tussen privéleven en werk.


Het materiaal dat hier verkrijgbaar is mag worden gedownload, gelezen en zelfs gekopieerd, maar alleen voor eigen gebruik. Vermenigvuldigen met winstoogmerk is niet toegestaan. Alles is copyright Herbert Blankesteijn, tenzij anders vermeld.
  • Terug naar het Herbert Blankesteijn Wetenschapmenu.
  • Terug naar het Hoofdmenu Archief Herbert Blankesteijn.