Het geluid van de geesten in huis 

Herbert Blankesteijn, NRC Handelsblad 20-5-'98


Als de avond valt en een diepe rust over mijn woning daalt, worden de geesten wakker. Sommige slapen trouwens nooit, maar horen kan ik ze alleen als er geen kinderen meer in de tuinen spelen, geen buren oefenen op piano's, saxofoons en drumstellen, geen glazenwassers of schilders met ladders bonken en elkaar onverstaanbare dingen toeroepen. Als de avond valt, de honden ophouden met blaffen en de eenden met kwaken, dan hebben de geesten het rijk alleen. En ik neem ze waar als ik door mijn huis dwaal.

 In de huiskamer murmelt Video. Hij is automatisch aangeslagen om een documentaire op te nemen die laat begint en nog later is afgelopen. Het is een tevreden, gedienstig ik-ben-voor-je-bezig-geluid. Video is een goede geest.

 Naast hem sist Televisie op stand-by. Niet elke Televisie sist op stand-by; de mijne wel. Een ijl geknetter als van statische elektriciteit, net of hij mokt dat hij zich niet mag uitleven in levensechte kleuren en surround-stereo. Televisie is gefrustreerd, hij krijgt van mij te weinig exposure.

 Uit de keuken komt de brom van Koelkast. Koelkast is een van degenen die nooit slaapt. Maar hij is ook nooit wakker. Slaapdronken zet hij vrachten warmte buiten, en als hij vindt dat hij weer genoeg kwijt is, trekt hij zich terug in een vegeterende toestand. Geen onderhoudend gezelschap, Koelkast. Meterkast in de gang was dat een tijdlang wel, tot ik daar een einde aan maakte. Elke avond wanneer het nachtstroomtarief inging hief hij een doordringende zoemtoon aan die doorging totdat de volgende ochtend de dure uren weer begonnen. Het was wat veel van het goede. In het weekeinde zoemde hij zelfs overdag. Een meneer van het energiebedrijf heb ik dat laten terugbrengen tot een zachte, nauwelijks hoorbare Zen-toon. Meterkast kent nu zijn plaats en heeft zich in zijn lot geschikt.

 Boven in de slaapkamer klotst Radiator. Daar moet ik ook eens iets aan doen. Ontluchten, een simpel klusje. Toch wil het er niet van komen; ik word met Radiator geconfronteerd bij het slapen gaan - als ik geen zin meer heb in technisch ingrijpen - en bij het opstaan - als ik nòg geen zin heb. Radiator hoeft zich niet bedreigd te voelen, hoe zou dat ook kunnen in een slaapkamer.

 In de studeerkamer zingt Computer. Omdat ik op elk moment dingen wil kunnen noteren of opzoeken mag hij aanstaan van het ontbijt tot na mijn laatste tandenpoetsbeurt van de dag. En hij viert dat met een goedgestemd concert van harde schijf en ventilator.

 Wat loeit daar? Dat is Geforceerde Ventilatie, in de badkamer. Hij is een van de actiefste van alle geesten, en rekent trouwens ook het toilet tot zijn werkterrein. Er is geen knop, geen middel om hem tot zwijgen te brengen. Waarschijnlijk is Geforceerde Ventilatie in een bouwvoorschrift geschapen. Wanneer de ramen open staan heeft hij geen zinvolle taak en kun je hem niet horen, maar hij is er wel en hij rust nooit.

 Dan nog de trap op naar zolder, de plek waar relatief weinig geesten resideren. Alleen Centrale Verwarming huist daar, die het hele huis vult met het zachte geruis van zijn pomp. Of nee, ik vergeet Schakelklok. Schakelklok ratelt met een gesmoorde ratel die onder aan de zoldertrap net hoorbaar is, en is er verantwoordelijk voor dat Centrale Verwarming zijn werkzaamheden precies om middernacht staakt, zoals het een fatsoenlijke geest betaamt.

 Als mensen, muziekinstrumenten en andere opdringerige natuurlijke geluidsbronnen maar zwijgen. Dan kan de geest van de techniek zijn karakteristieke bescheidenheid laten varen en horen we wat in ons leven werkelijk belangrijk is.


Dit artikel mag worden gedownload, gelezen en zelfs gekopieerd, maar alleen voor eigen gebruik. Vermenigvuldigen met winstoogmerk is niet toegestaan. Copyright Herbert Blankesteijn.