Toegegeven, het is een extreem voorbeeld. Het plastic in kwestie (ik kon niet achterhalen wat het precies was) was waarschijnlijk niet erg duurzaam bedoeld en het stond bloot aan invloeden die de desintegratie van elke stof sterk bevorderen: zonlicht, hitte, vocht en zuurstof. Maar andere voorbeelden zijn makkelijk te vinden. Iedereen weet dat fietsbanden (synthetisch rubber) op den duur barsten en verkruimelen. Zacht plastic in kinderspeelgoed en drinkbekers verliest na jaren zijn soepelheid en kan zelfs breekbaar worden. Kunststoffen kunnen verkleuren, vervormen, vervloeien en zweten, en ze doen dat op zo'n schaal dat nu in de museumwereld onrust heerst over de toekomst van kunststof artefacten. Men zoekt nerveus naar manieren om moderne materialen te conserveren. Je vraagt je af waarom er nog speciale afbreekbare plastics worden ontwikkeld.
Laat ik me niet van de domme houden. De vormen van verval die ik heb beschreven komen vooral neer op verlies van de een of andere functie. Een object gaat kapot, wordt lelijk of anderszins onbruikbaar, maar meestal blijft er schadelijk materiaal bestaan. Plasticscherven, rubberkruimels of gewoon afgedankte voorwerpen. De bedoeling van biologisch afbreekbaar plastic is dat het materiaal als zodanig verdwijnt. Koolzuur en water is wat rest. Als de grondstof voor zo'n materiaal afkomstig is van planten of bacterien dan hebben we zelfs een kringloop.
Hoe zou dat in de praktijk werken? Stel dat zulk materiaal belandt op de vuilstort. Een groep archeologen van de universiteit van Arizona heeft in de afgelopen jaren onderzoek gedaan aan contemporaine vuilnisbelten. In afval uit de jaren vijftig vonden zij nagenoeg verse uieschillen, topjes van wortelen, afgemaaid gras, dorre bladeren en zelfs complete hotdogs. De monsters konden worden gedateerd aan de hand van de kranten in het huisvuil, die evenmin waren afgebroken. De conclusie van de onderzoekers: de omstandigheden in een stortplaats mummificeren het afval. Van afbraak is geen sprake.
Op de composthoop dan? In een recent artikel over afbreekbare plastics zag ik foto's van balpennen en scheergerei gemaakt van Biopol, een door micro-organismen geproduceerde kunststof. Nu heb ik zelf een composthoop in de tuin en ik merk telkens weer dat takjes dikker dan een potloodstift niet vergaan. Daarom denk ik dat gebruiksvoorwerpen van bioplastic niets te zoeken hebben in een composthoop of -fabriek, met als mogelijke uitzondering dunne draagtassen. Verder zullen de metalen onderdelen van een scheerapparaat of de inktvullingen van pennen niet welkom zijn tussen het organische huisvuil. Hoeveel demontagewerk kun je van de consument eisen? Het is duidelijk: alleen in heel bijzondere gevallen mag afbreekbaar plastic bij het GFT-afval.
Verbranden kun je afbreekbaar plastic vast en zeker, alleen hoeft het daarvoor niet afbreekbaar te zijn. En ik moet toch aannemen dat niemand het in de natuur wil neersmijten. Daar zou elk stuk plastic, net als een tak, decennia nodig hebben om volledig te verteren, tenzij het door de ratten werd opgevreten. Afbreekbaar plastic is alleen zinvol als er een voortdurende, grote stroom verantwoord kan worden verwerkt. Het is iets anders dan een klokhuis dat je in de berm gooit.
Je kunt je afvragen of biologische kunststoffen maatschappelijk aanvaardbaar zijn. Als mensen denken dat het geen kwaad kan zullen ze makkelijker iets weggooien. Helaas, veel kan altijd kwaad. Ook zijn er politieke kwesties te verzinnen rond afbreekbare plastics. Is het wenselijk dat de brandbare fractie van het te verbranden huisvuil slinkt? Wat moet de landbouw produceren en met hoeveel subsidie? Mijn slotsom is: als het over afbreekbaar plastic gaat zijn zulke vragen niet relevant. Afbreekbaar plastic is alleen afbreekbaar onder laboratoriumomstandigheden, dus in strikt technische zin. In de praktijk wordt het niks. Plastic breekt vooral af als het slecht uitkomt.