Een andere vraag is of kinderspel met computers moet worden gestimuleerd. Bij ondergetekende thuis is de regel dat minderjarigen van "pappa's" computer afblijven omdat de broodwinning niet in gevaar mag komen door al te ruig toetsenwerk of gemorste kindercola. Wat de pedagogische kant betreft moeten ouders zelf uitmaken hoeveel sociaal contact en buiten spelen hun kind nodig heeft. Zolang het spelen met de computer maar niet wordt gezien als het begin van een opleiding in de informatica.
Voor kinderen vanaf drie jaar is er nu een speciaal computerboek: 'Mijn eerste Windows boek'. Auteur Addo Stuur heeft medio 1992 'Windows voor Kinderen' gepubliceerd, voor acht jaar en ouder. Dit boek haalde binnen een jaar de vierde druk en is gevolgd door niet minder dan vier vergelijkbare uitgaven. Vier andere zijn in voorbereiding. Met 'Mijn eerste Windows boek', het vijfde in de reeks, breidt Stuur zijn doelgroep uit met kleuters en peuters.
Een boek is het strikt genomen trouwens niet. Dat kan ook niet want een groot deel van het beoogde publiek kan niet lezen. Het is een speels softwarepakket met een handleiding en wat extra's: viltstiften, stickers en zo. De hoofdpersoon in de programmatuur is het hondje Floppie, een leuk getekend Opland-achtig beest dat een kindervriend a la Barend de Beer kan worden als hij ook nog avonturen gaat beleven en een karakter krijgt. Floppie treedt op in een elektronisch kleurboek, kan in een ander programma met behulp van de muis worden aangekleed, moet appels opvangen die uit een boom vallen en kan, ook weer met de muis, geholpen worden een bot te vinden. Verder is er nog een 'letterdoos', een soort baby-tekstverwerker.
De handleiding voor dit alles moet Stuur voor een dilemma hebben geplaatst. Richt je die op de kinderen of op de ouders? Hij heeft voor het eerste gekozen. Terecht, want vroege lezertjes kunnen zich dan zelf redden. Overigens is de handleiding opgezet als een voorleesboek. Het is dus niet de bedoeling de kleintjes zomaar achter de computer te dumpen. Voor volwassenen is de tekst niet storend. Stuur zit niet op zijn hurken; hij legt zakelijk en in eenvoudige taal uit hoe alles werkt. De tekeningen van illustrator Rene Vervuurt zijn vrolijk en duidelijk. Je vraagt je af waarom grotemensenhandleidingen altijd saai en ingewikkeld moeten zijn. Achterin zijn een paar pagina's speciaal aan de ouders geadresseerd, met dingen die de kinderen niet hoeven weten, zoals de regeling van de snelheid van de muis.
Stuur heeft zich laten assisteren door een achtkoppig 'testteam' en dat is te merken aan de aandacht voor details. Zo is er bijvoorbeeld een sticker om op de juiste muisknop te plakken zodat vergissingen zijn uitgesloten. Printen of het verlaten van het 'Floppie'-programma (waarna grotemensenfiles per ongeluk kunnen worden gewist) is alleen mogelijk wanneer er een beveiliging is opgeheven, dus in aanwezigheid of in ieder geval met toestemming van vader of moeder. Een vergeten detail is dit: hoe die beveiliging werkt staat zo helder uitgelegd in de volwassenensectie van de handleiding dat de handigste hackertjes deze wel zullen kunnen kraken. Dat had op een los vel gemoeten.
Testteam of geen testteam, op verzoek van NRC Handelsblad hebben Marten (6) en Fenne (4) de proef op de som genomen. Dat bracht urenlang groot vermaak. Zo werd tijdens het installeren van het programma op de harde schijf de handleiding alvast gebruikt als kleurboek, met gebruikmaking van de bijgeleverde viltstiften. Gelukkig kon snel het elektronische kleurboek als bliksemafleider worden aangeboden. Voorlezen van de gebruiksaanwijzing was onnodig (even voordoen volstond) en trouwens onmogelijk, want daarvoor was het verlangen om meteen zelf te beginnen te groot. De kinderen ontdekten zelf wat pappie niet in de gaten had, namelijk dat na het aanklikken van een bepaald vakje het hondje Floppie aan een parachute door het beeld komt zeilen.
De reeks van vijf programma's zit slim in elkaar. Er zijn makkelijke en relatief moeilijke zodat er voor kinderen van elk ontwikkelingsniveau wat bij is. De een zit de hele tijd zoet te kleuren en kan steeds meer zelf met de muis; de ander verzamelt als een gek botten of appels en probeert steeds z'n prestatie te verbeteren. Er is genoeg variatie om ook voorkeuren (houdt niet van gedoe met kleren of juist wel van wedstrijdjes) tot hun recht te laten komen. De sensatie van de dag deed zich voor bij het spelletje met de appelboom. Daar hangt een bom tussen de appels die ontweken moet worden. Als dit niet lukte bleek Floppie met zo'n mooie explosie te worden opgeblazen dat het juist de kunst werd om de bom zo snel en nauwkeurig mogelijk op z'n hoofd te mikken. Er schijnt ook een piano uit de boom te kunnen vallen maar dat is tijdens de proefsessies niet gebeurd.
Stuur heeft 'Mijn eerste Windows boek' gemaakt, schrijft hij, omdat veel jongere broertjes en zusjes van lezers van 'Windows voor kinderen' ook achter de computer wilden, terwijl ze de benodigde vaardigheden misten. Dat komt inderdaad voor en het is frustrerend, zoals het ook frustrerend is als je grote broer of zus al kan fietsen. Zo erg is dat niet, maar goed, met Floppie kan althans die ene frustratie worden opgeheven. Het gaat wat streberig klinken als Stuur de ouders (en leerkrachten) toespreekt in termen van 'leren werken met de muis', 'op speelse wijze oefenen', 'oog-handco-ordinatie' en 'overschakelen naar "echte" Windows-programma's'. Laat spelen met de computer een doel op zich blijven en geen middel worden in handen van ouders die hun kinderen stiekem iets willen leren.
Er is intussen een 'Floppie-disk' van Stuur op handen voor kinderen vanaf anderhalf, met een elektronische versie van kiekeboe. 'Geen voorkennis van uw peuter vereist,' iedere mep op het toetsenbord is raak. Speciaal voor ouders die het leuk vinden als hun kind dat leuk vindt. Brr.