Energieke onzin

Herbert Blankesteijn, Intermediair 6-1-'00

Bericht op internet half december: het Amerikaanse energiegebruik is in tien jaar nauwelijks gestegen. De emissie van kooldioxyde nam in 1998 met 0,2 % toe, ondanks 4% economische groei. De energie-intensiteit, de hoeveelheid energie nodig per dollar nationaal product, nam met 3% af.

Volgens het Amerikaanse Center for Energy and Climate Solutions (CECS) is dit goeddeels te danken aan handel via internet. Webwinkels beheren voorraden efficiënter dan een detailhandel. Ze hebben minder personeel. Minder mensen, minder ruimte, dus minder verwarming. Het transport naar de consument kost minder brandstof, omdat bestellingen worden gecombineerd. De klant hoeft niet op reis.

Gelooft u het? Ik niet. Winkelen op internet groeit snel, maar is in omvang nog te verwaarlozen. Als de hele Amerikaanse economie drie procent efficiënter met energie omgaat, kan e-commerce daar nooit verantwoordelijk voor zijn. En heeft iemand onderzocht in welke mate digitale handel de rol overneemt van het eeuwenoude fenomeen van de postorder, dat precies dezelfde voordelen heeft? Heeft iemand eraan gedacht dat de fysiek winkelende consument óók verschillende zendingen tegelijk vervoert, maar dan uit verschillende winkels? Zou iemand hebben gedacht aan het energieverbruik van al die internettende computers?

En ja hoor. Nog nauwelijks gekalmeerd las ik tegen Kerstmis een betoog in De Volkskrant van precies tegenovergestelde strekking – en even rammelend. Eerste zin: ‘In de VS stijgt de stroomconsumptie voor het eerst sinds decennia weer fors.’ Huh? Oorzaak volgens Forbes: pc’s en internet. Het is een makkelijke tijd; als er in je métier iets verandert, geef je internet de schuld.

Meer stroomconsumptie kan theoretisch samengaan met het gelijkblijvende energieverbruik dat het CECS meldt, maar hier lijkt toch iets niet te kloppen. Tot uw spijt ben ik te lui en te cynisch om uit te zoeken wie gelijk heeft. Iedereen heeft zijn eigen statistieken.

De Volkskrant rekende: 8,5 miljoen pc’s maal vijf uur per dag maal 150 watt, is een dagelijks verbruik waarmee je 1500 ‘goed geïsoleerde’ woningen een jaar kunt verwarmen. En voor servers, de computers die mail en webinformatie doorgeven, kwam De Volkskrant uit op nog eens zoveel. Samen 3000 huizen. ‘De schoorstenen zullen moeten roken,’ besloot het stuk.

Prima, maar waarom de dagelijkse behoeften van computers vergelijken met de jaarlijkse van woningen? Als dit klopte, hoeveel woningen zou je dan een jaar kunnen verwarmen met de jaarconsumptie van het computerpark? 3000 maal 200 werkdagen uiteraard, dus 600.000 stuks, mits goed geïsoleerd. Inderdaad spectaculair. Op het randje van waarschijnlijk zelfs. Wat doen dan de koelkasten, de diepvriezers, de wasdrogers?

En toen schoot het me te binnen. Verwarmen? Dat doen ze ook. De meerderheid van de computers staat in een kantoor. Bijna 100% van hun stroomverbruik wordt in warmte omgezet. Omdat de kamertemperatuur altijd door een thermostaat wordt geregeld, zal de verwarming minder hard hoeven werken dan zonder computers. (En ‘s zomers werkt de airco harder, maar dat seizoen is korter en het temperatuurverschil is kleiner.) Dus wat je gebruikt aan stroom, bezuinig je op gas.

En hup, daar verdween de helft van de rook alweer terug de schoorsteen in.


Het materiaal dat hier verkrijgbaar is mag worden gedownload, gelezen en zelfs gekopieerd, maar alleen voor eigen gebruik. Vermenigvuldigen met winstoogmerk is niet toegestaan. Alles is copyright Herbert Blankesteijn, tenzij anders vermeld.