Hoe meer je bewaart hoe minder je vindt
Herbert Blankesteijn, Technisch Weekblad 11-2-'98.
In mijn huis heb ik heel wat meubels en andere spullen uit de boedel van mijn grootouders. Een Singer naaimachine met voetaandrijving, een handgemaakte dekenkist, schilderijen, en allerlei snuisterijtjes in de afdeling boekensteunen, presse-papiers en theelepels. Bij elk daarvan hoort een verhaal, mij ooit verteld door mijn grootvader - de meeste daarvan herinner ik me maar vaag. Misschien had ik die verhalen beter kunnen opschrijven.
Er moet zoveel mogelijk informatie worden bewaard, is op het ogenblik in de maatschappij de consensus. Kranten bewaren exemplaren van elke editie, de omroep bewaart oude uitzendingen (hoewel niet zo volledig als sommigen zouden willen), instituten houden er kelders vol ruwe wetenschappelijke gegevens op na. Dat is ergens goed voor. Als je dingen bewaart kun je er later iets mee doen: feiten controleren, gegevens opnieuw analyseren aan de hand van nieuwe inzichten, je verbazen over hoe het vroeger was. Als je dingen niet bewaart, zoals is gebeurd met de televisieserie 'Ja Zuster Nee Zuster', krijg je daar spijt van.
Omdat alles wat tot pure informatie kan worden teruggebracht een verwaarloosbare hoeveelheid ruimte inneemt, is er nauwelijks meer een gezonde rem op het bewaren, zoals je die in een huis met een eindig volume wel hebt. Zelf merk ik dat bijvoorbeeld aan mijn e-mail. Ik heb altijd alles bewaard, vanaf het moment dat ik begon met mailen. Doordat ik elke drie jaar een vijf keer zo grote harde schijf heb, neemt het relatieve ruimtebeslag van deze groeiende berg eigenlijk alleen maar af. De keerzijde is dat dingen daarin terugvinden steeds moeilijker en tijdrovender wordt, ook met zoeksoftware.
Zo is het in het algemeen met opgeslagen gegevens. Op een gegeven moment weet niemand meer wat er allemaal te vinden is, een promovendus gaat er eens een paar jaar voor zitten en doet een ontdekking - of liever een herontdekking want alle informatie was er al - en schrijft daar een proefschrift over dat op zijn beurt aan de stapel informatie wordt toegevoegd, om eerst te worden vergeten en later weer te worden herontdekt.
Krijg je eigenlijk wel spijt als je iets wegdoet? Dank zij het verdwijnen van 'Ja Zuster Nee Zuster' koester ik een mooie herinnering die anders misschien door een herhaling van deze ongetwijfeld schaapachtig ouderwetse programma's was vernield. Het meeste wat bewaard wordt, wordt nooit gebruikt. Als er informatie is verdwenen is de uitdaging om toch iets te achterhalen des te groter. En de erfstukken in mijn huis zijn met een incompleet verhaal zeker zo mooi. Laat maar, die archieven.
Dit artikel mag worden gedownload, gelezen en zelfs gekopieerd, maar alleen voor eigen gebruik. Vermenigvuldigen met winstoogmerk is niet toegestaan. Copyright Herbert Blankesteijn.