Sloots code kan niet
Herbert Blankesteijn
Ir. Rothe stelt (Forum, 28 september) dat Jan Sloot het binaire systeem had verlaten. Daarom zou de berekening waarmee Ronald Plasterk Sloots code afserveert (Forum, 24 september) niet opgaan. Rothe heeft het mis.
Sloot begon namelijk wel degelijk met 1 kB aan digitale gegevens (4 kB in een andere variant van het verhaal) op een conventioneel chipkaartje. Die binaire code was, hoe je het wendt of keert, het uitgangspunt van Sloot. Wat daarachter zat aan techniek doet er helemaal niet toe. In die digitale code moet hij elke denkbare film een eigen getal kunnen toekennen waaruit zijn geheimzinnige kastje een reconstructie zou kunnen maken van de film zelf. Als twee verschillende films dezelfde code zouden kunnen krijgen, of als de code beperkende eisen zou stellen aan de inhoud van films, zou Sloots methode bij voorbaat waardeloos zijn. De berekening die Plasterk in zijn column heeft gegeven toont aan dat er eindeloos veel meer mogelijke films zijn dan Sloots code kan onderscheiden. Dat staat als een huis en daarom is Sloots systeem zoals het is beschreven, onmogelijk.
Saillant is dat Eric Smit, de auteur van De Broncode, het boek over Sloot, inmiddels in NRC Handelsblad heeft toegegeven dat hij zelf ook niet in de werking van Sloots uitvinding gelooft. Dit op grond van redeneringen die lijken op die van Plasterk.