Herbert zoekt: De zin van het bloggen

Herbert Blankesteijn

 

Ha, wat hebben de webloggers zich laten kennen op de Democratische Conventie in de VS. Ze waren zo trots dat ze erbij hoorden. Zo trots dat er niets van waarde uit hun handen kwam.

 

Korte inhoud van het voorafgaande: weblogs hebben altijd de 'gevestigde journalistiek' uitgedaagd. De professionele journalisten deden een 'absolutely terrible job,' in de woorden van de aartsvader der webloggers, Dave Winer. Winer wilde vorig jaar de campagne voor het presidentschap volgen met een team webloggers. Alle lokale verkiezingstoespraken zouden worden geboekstaafd, zodat elke kandidaat aan iedere uitspraak kon worden gehouden. Bloggers waren anders, en beter, en die vastgeroeste journalisten zouden een poepje ruiken.

 

Niets meer van vernomen. Geen kandidaat is in verlegenheid gebracht door de imposante bijelkaargeblogde database. Weet je waarom? Bloggers doen maar wat. Ze gaan waar ze toevallig gaan en ze doen waar ze zin in hebben. Systematisch werken is meer iets voor goed opgeleide of in elk geval ervaren, althans professionele journalisten die daar, o schande, nog voor betaald worden ook.

 

Niettemin hebben de Democraten een peloton bloggers speciaal uitgenodigd en ja hoor, ze kwamen graag. Het was een meesterzet. Voor het eerst waren er professionele journalisten die het circus - dat nooit nieuws oplevert - zat waren en demonstratief wegbleven. Maar de blogger waren er, hoi, hoi, ze mochten meedoen, als homo's die genoeg hadden van de recalcitrante jaren van emancipatie en eindelijk eens lekker truttig wilden trouwen. Daarmee waren de bloggers zelf nieuws, wat de Democraten goed uitkwam. Die konden zich als vooruitstrevend profileren en de aandacht afleiden van het genante wegblijven van topjournalisten.

 

Dus daar zaten en liepen de bloggers. Geen idee hadden ze van de werkelijke oorzaak van hun succes. Die is dat ze met tienduizenden zijn, en gaan waar ze toevallig gaan en doen waar ze toevallig zin in hebben. Zo is altijd wel een enkele weblog die toevallig, per ongeluk, nieuws [LINK: http://www.wired.com/news/culture/0,1284,59116,00.html] maakt en voedsel geeft aan de idee dat journalisten nog wat kunnen leren van bloggers. Stuur een blogger naar een 'gewoon' evenement, en oeps, opeens is hij niet meer waar hij toevallig toch heenmoest en doet hij niet waar hij net zin in had. Opeens is het werk, en kan het publiek zijn werk vergelijken met dat van echte journalisten, en dan is het niks.

 

Ik ben niet de enige die er zo over denkt. Het is vastgesteld [LINK: http://news.com.com/Cybertourists+in+Boston/2010-1028_3-5289475.html?tag=nl] door columnist Charles Cooper, waarna Dan Bricklin het voor de bloggers heeft opgenomen [LINK: http://news.com.com/Blogging+test+pilots+in+Boston/2010-1025_3-5293461.html]. Maar Bricklin noemt het een leerproces en bevestigt daarmee dat Cooper gelijk heeft. En over wat voor leerproces heeft hij het? Toch niet een leerproces Journalistieke Vaardigheden?

 

Bloggers moeten zich niet laten verleiden tot journalistje spelen, maar hun eigen ding doen. Dan zijn ze interessant voor hun eigen, piepkleine publiek. Want verder is het bloggen niets anders dan een hype. Na bijvoorbeeld 'push' (nieuws dat naar je toe werd 'geduwd' door de software van Pointcast en door Microsofts 'channels' in Windows 98) en 'portals' (websites waar je ááálles kon doen zoals nieuws lezen, mailen, webshops bezoeken en meer van die onzin) is het bloggen gewoon de zoveelste mode op internet. Nu doet even iedereen eraan mee, maar over een jaar is het vergeten. Net als die volkomen oninteressante Conventie.