Herbert zoekt: Het ideale draadloze gadget

Herbert Blankesteijn

 

Sony houdt op met het verkopen van pda's oftewel zakcomputers, en gooit het helemaal op telefoon-achtige apparaten. Heeft de telefoon meer toekomst dan de zakcomputer? Ja, als dat betekent dat het ding in je zak ook moet kunnen bellen. Nee, wat mij betreft, als dat betekent dat we worden opgezadeld met een instrument met veertien of achttien knopjes en een scherm van drie bij vier centimeter. In het tijdperk van draadloos internet kun je daarmee niet uit de voeten.

 

Je kunt de stap van Sony makkelijk verkeerd begrijpen. Bijvoorbeeld als: apparaten die eruit zien als telefoons hebben de toekomst en zakcomputers, die ogen als plankjes met aanraakscherm, niet. Maar zo ziet Sony het zelf niet. Het maken van bellende gadgets wordt overgelaten aan halve dochter Sony-Ericsson, en die maken ook planken. Bijvoorbeeld de P900 en binnenkort de S700, beide in het trotse bezit van een groot aanraakscherm.

 

Sony denkt dat mensen niet willen rondlopen met een telefoon én een digitale agenda én een fototoestel. Het moet één apparaat worden. Als het een zakcomputer is moet hij ook kunnen bellen, en als het een telefoon is moet je er ook je gegevens in kwijtkunnen.

 

Ik kan daar inkomen. Zelf ga ik over straat met een tas waarin minimaal twéé telefoons, een Palm en een digitale camera. Dat is onzin. Telefoons met agenda en adressenboek zijn er allang, en pocket-pc's die kunnen bellen óók. De S700 van Sony-Ericsson heeft bovendien een ingebouwde camera met 1.3 Mpixel. Ik kies voorlopig voor de kwaliteit van een gespecialiseerde camera, maar mensen die op het gebied van fotografie minder kieskeurig zijn zullen vroeg of laat de voorkeur geven aan één apparaat dat alles kan.

 

De vraag is dan nog: wordt het een telefoonachtig model of een bellende pocket-pc? Als je naar de assortimenten van nu kijkt, zou je denken: het eerste. De planken zijn ver in de minderheid. De oorzaak is volgens mij het feit dat het publiek nog niet aan draadloos internet doet. Wil je internetten met een zakgadget, dan móet het groter zijn dan een telefoon. Dan móet het een scherm hebben met een diagonaal van acht centimeter, anders heeft het bekijken van webpagina's niet eens zin, laat staan het zien van videoclips. Dan móet het een aanraakscherm zijn, want je wilt een link kunnen aanwijzen. Je wilt niet alle links in een venster een voor een hoeven langslopen met een knopje tot je bij de goeie bent aangekomen. En je kúnt geen tekst invoeren met de toetsen van een telefoon. Alleen scholieren die zeven lesuren per dag oefenen, die kunnen dat. Normale mensen hebben een toetsenbord nodig, desnoods één op het beeldscherm, maar misschien ook wel een fysiek toetsenbord waarop je met de duimen typt, zoals bij de Blackberry of de Treo.

 

Waarom is draadloos internet nog niet doorgebroken? Misschien omdat het te weinig te bieden heeft, misschien omdat het te duur is. Maar ik denk dat mensen niet draadloos internetten omdat ze op dit moment gedwongen zijn dat te doen op een ongeschikt, telefoonachtig apparaat. Bellende zakcomputers zijn schaars en duur.

 

Deze zomer wordt umts op grote schaal gelanceerd door Vodafone en KPN. Ik voorspel dat snel draadloos internet pas doorbreekt als het voor het publiek cool én betaalbaar wordt om te bellen met een plank.