Mens kan niet naar Mars

Herbert Blankesteijn

President Bush lanceert een boud nieuw plan om een mens op Mars af te zetten. Met de verkiezingen in aantocht en een Marsrobot volop in actie, is het publicitaire rendement maximaal. Maar Bush lijkt ieder gevoel voor financiële en wetenschappelijke verhoudingen kwijt, zo hij dat ooit heeft gehad. De resultaten van veertig jaar ruimtevaart wijzen in één richting: de mens zal Mars niet halen.

Sinds 1972 vindt Amerika het te duur mensen verder te sturen dan een baan om de Aarde. Sinds het Challenger-onderzoek van 1986 is bekend dat NASA vergiftigd is door carrièremakers die ondergeschikten beletten hun werk goed te doen. Sinds het ongeval met de Columbia vorig jaar weten we dat NASA resistent is voor pogingen dit te verhelpen.

Onderdeel van Bush' plan is een bemande basis op de Maan. Bij de kosten daarvan alleen al zullen die van het internationale ruimtestation ISS in het niet vallen. En dat station wordt vanaf het begin geplaagd door kostenoverschrijdingen van miljarden dollars, herzieningen van het ontwerp, en vertraging. Dit zijn de woorden waarmee Reagan het station aankondigde in 1984: 'Tonight, I am directing NASA to develop a permanently manned space station and to do it within a decade' (mijn cursivering). De bouw begon pas in 1998 en is nog lang niet voltooid.

Vrijwel dezelfde woorden gebruikte Kennedy om de race naar de Maan aan te kondigen, en vrijwel dezelfde woorden gebruikte George W. Bush vorige week. Dit Kennedy-complex speelt meer presidenten parten. Ook vader Bush heeft al eens een proefballonnetje van een Marsreis opgelaten. Of heeft zoon Bush een Reagan-complex? Net als Reagan is hij een project begonnen om vijandelijke raketten uit de lucht te schieten, en net als Reagan heeft hij zich deerlijk vergist in wat er op dat gebied technisch mogelijk is. Net als Reagan begint hij nu een megaproject in de ruimtevaart.

Financiën en management zijn nog de minste problemen voor een reis naar Mars. De voedselvoorziening onderweg wordt beschouwd als een kwestie die nog even moet worden opgelost, maar in feite is aangetoond dat dit niet kan.

De bemanning van een reis naar Mars zou zijn eigen eten moeten 'verbouwen' uit hergebruikte afvalstoffen, anders moet er teveel bagage mee. Op dit gebied is veel onderzoek gedaan, bijvoorbeeld in het project 'Biosphere 2' in Arizona. Acht vrijwilligers bleven van 1991 tot 1993 in een afgesloten ruimte met de bedoeling zelfvoorzienend te zijn. Ondanks valsspelen (er moest zuurstof worden toegevoegd) steeg de concentratie kooldioxyde tot een gevaarlijke hoogte en leefden de deelnemers op het randje van ondervoeding.

Een dergelijk experiment is op Aarde nooit meer uitgevoerd. In de ruimte worden genoeg proefnemingen gedaan met planten en dieren maar er is nooit een poging geweest tot zelfvoorziening. Ruimtestations worden gewoon bevoorraad, terwijl met hergebruik van voedingsstoffen astronomische bezuinigingen mogelijk zouden zijn. Niettemin gebeurt dit niet. Het gáát gewoon niet in de ruimte. De vereiste planten gaan bij gewichtloosheid vreemd doen en de micro-organismen die je ook nodig hebt verpesten de hygiëne in een langdurig afgesloten ruimte. Het Russische station Mir bijvoorbeeld werd, ook zonder volkstuintjes met menselijke mest aan boord, al genoeg geplaagd door schimmels en ander stinkend en gevaarlijk ongerief.

Een ander structureel probleem is dat van de straling. In het ruimtestation ISS krijgt een astronaut aan straling per dag ongeveer wat hij op Aarde uit natuurlijke bronnen in een jaar ontvangt. In een baan om de Aarde geniet een mens enige bescherming van het magnetisch veld van diezelfde Aarde. Onderweg naar Mars is dat niet meer het geval. 'Als je twee mensen naar Mars stuurt, gaat er één hieraan dood,' verklaarde stralingsdeskundige Marco Durante in oktober 2002 tegenover het blad New Scientist, nadat hij voor de Europese ruimtevaartorganisatie ESA stralingsschade in het lichaam van Mir-astronauten had onderzocht. Effectieve bescherming is niet mogelijk vanwege het extra gewicht. Met dergelijke obstakels heb je kwesties als botafbraak bij gewichtloosheid en de psychologische problemen van de ruimtevaarder niet eens nodig om thuis te blijven.

Het voorstellen van een dergelijk 'visionair' plan is iets waaraan een president zich geen buil kan vallen. De electorale winst boekt hij onmiddellijk. Welk Congreslid durft zich tegen zoveel grootheid publiekelijk te verzetten? De onvermijdelijke financiële tegenvallers komen pas als het project op stoom ligt, na een eventuele tweede presidentiële termijn. De even onvermijdelijke mislukking, nog later, kan makkelijk anderen in de schoenen worden geschoven.

Kennedy kon het, dus nu kan het ook, is de logica. Maar hoe vaak worden dergelijke prachtige ambities eigenlijk vervuld? Hierboven is al gerefereerd aan Star Wars. Wat is er geworden van de War on Cancer (Nixon) en de War on Drugs (Nixon en Reagan)? Presidenten roepen maar wat. Er gaat niemand naar Mars.