Torteltjes in Damascus
Herbert Blankesteijn
Geachte Immigratie- en Naturalisatiedienst, u zou ze moeten zien. Stapelverliefd zijn ze en dolgelukkig. Een paartje dat innig verstrengeld over straat loopt, hij met zijn onmiskenbaar Arabische uiterlijk en zij met haar kuise hoofddoek, ik kan u verzekeren dat ik zoiets hier in Damascus verder niet heb gezien. Zelfs in de moskee lopen ze met de armen om elkaar heen - schoenen uit, dat wel.
U bent de reden van hun aanwezigheid hier. Hij is mijn vriend Hassan Al Herbi (36), in 1991 gevlucht uit Irak, zij is zijn bruid Madrid Al Herbi geb. Alajwady (28), ook uit Irak, die Hassan wil volgen naar Nederland. (Zij is genoemd naar de Spaanse hoofdstad omdat haar vader ten tijde van haar geboorte het Spaanse consulaat bewaakte.) U hebt haar ontboden op de Nederlandse ambassade in Damascus voor een gesprek, zodat zij haar wens naar Nederland te komen kan toelichten.
Natuurlijk verwijt niemand u dat u uw werk doet. Trucs om Nederland binnen te glippen zoals schijnhuwelijken bestaan; u moet uitzoeken of zoiets aan de orde is. Ik schrijf u om duidelijk te maken hoe pijnlijk en verdrietig, zelfs vernederend, dit soms uitpakt.
Twintig jaar geleden is Hassans vader door het regime van Saddam Hussein opgehangen. In maart 1986 werd Hassan zelf gearresteerd. Hij had zich bedronken en had luidkeels het bewind uitgemaakt voor beesten en klootzakken, of woorden van die strekking. Hij had geroepen dat zijn vader zonder reden was geëxecuteerd. In de gevangenis werd hij geslagen met een eind kabel. Toen Hassan tien jaar later in mijn woonplaats op een multiculturele manifestatie een lezing gaf over zijn ervaringen, kon hij nog zijn tranen niet houden. Tot verbazing van zijn familie werd Hassan na een maand vrijgelaten. Iedereen die wist wat er met zijn vader was gebeurd had de hoop opgegeven. Wel had hij een document moeten tekenen dat hij alsnog zou sterven als hij zijn dronken uitingen zou herhalen.
Net als iedere mannelijke Irakees moest Hassan dienen in het leger. Hij leerde op zijn twaalfde met wapens omgaan en kan, zegt hij, nog altijd een AK-47 demonteren en weer in elkaar zetten. Tijdens de oorlog met Iran in de jaren '80 moest hij aan het front riet maaien om sluipschutters hun dekking te ontnemen. Daarbij overleefde hij een mortierbeschieting. Maar in 1991 deserteerde hij omdat hij niet langer wilde vechten voor de moordenaar van zijn vader. Hij belandde in Saoedi-Arabië, waar hij drie jaar in een krijgsgevangenenkamp verbleef - dat na het neerslaan van de opstand der sji'ieten in Basra meer het karakter kreeg van een vluchtelingenkamp. In 1994 werd hij in Nederland toegelaten als politiek vluchteling met A-status en kreeg hij een flatje bij mij in de buurt.
Ik heb Hassan ontmoet bij de plaatselijke voetbalclub. Voetballers uit Arabische landen zijn meestal aanvallers en vaak zelfzuchtige pingelaars. Kent u ze, uit het betaalde voetbal? Abdellaoui, Hersi, Ramzi, El Khattabi, Mido. Zo niet Hassan. Hij is een teamspeler, die zich voor anderen uit de naad werkt op het middenveld. Hij betaalde het lidmaatschap van de club aanvankelijk door de kleedkamers schoon te maken. Wij kijken daar niet van op, een bruingekleurde meneer die de plee boent. Maar Hassan is in Bagdad en Saoedi-Arabië academisch geschoold in de Engelse taal- en letterkunde. Vind maar eens een Nederlandse academicus die werk als schoonmaker accepteert. Hoe dan ook, ik voetbalde veel met hem, leerde hem kennen, we kwamen bij elkaar over de vloer.
Terwijl de politieke carrière van Pim Fortuyn nog moest beginnen koos Hassan er bewust voor zich aan te passen. In december 1995 kregen mijn kinderen al sinterklaascadeautjes van hem. Drie weken daarna gleed zijn kerstkaart in de bus. In tussen was hij fanatiek Nederlands aan het leren, eerst om zich te kunnen redden, daarna in de hoop op werk als tolk-vertaler. Met zijn talenkennis lag die mogelijkheid voor de hand. Hij volgde rijlessen, want dan zou hij eventueel chauffeur kunnen worden. Op de voetbalclub ging hij een jeugdteam trainen.
Hij miste zijn familie. Hij heeft zes broers en vijf zusters en een wriemelende hoop neefjes en nichtjes, en was gewend ze allemaal bijna elke dag te zien. Nu zat Hassan alleen op een flatje met een kat. Natuurlijk zag hij genoeg mensen; hij had vrienden op de voetbalclub, collega's bij het busbedrijf waar hij zijn eerste baantje kreeg, hield contacten over aan zijn introductieperiode als vluchteling. Ook telde hij een enkele Irakees onder zijn vrienden. Mijn dorp heeft een kolonie Irakezen, maar met de meeste daarvan heeft Hassan geen contact. Met onverholen minachting heeft hij het over hun onwil Nederlands te leren of een baantje te zoeken. Zijn deur stond altijd voor me open, zei hij, maar zoals u weet werkt dat in Nederland anders. Hassan leerde de telefoon te pakken om 'iets af te spreken' en wende eraan dat dat niet altijd binnen een maand lukte.
Hier in Damascus ziet Hassan voor het eerst in lange tijd zijn familie terug en ik moet u zeggen, beste mensen van de IND, dat ik nu pas begin te begrijpen wat het gemis van zijn familie voor hem heeft betekend. De situatie is als volgt: Madrid moet op gesprek bij de ambassade. Niemand gelooft dat ze wordt afgewezen. Daarom durven ze nu hun huwelijk, dat hier op 23 januari officieel is gesloten, eindelijk echt te vieren en heeft Hassan een deel van zijn verwanten (voor zover ze vrij konden krijgen en voor zover Hassan de kosten kon betalen) drie dagreizen laten maken om erbij te zijn. Bijvoorbeeld twee broers, een zuster, en een neefje dat na Hassans vlucht is geboren, dat naar hem is genoemd en dat hij nog nooit had gezien. Bij wijze van statement heeft Hassan de eerste kerstdag geprikt als datum voor het feest, een van de belangrijkste feestdagen in zijn nieuwe vaderland. Ik zie Hassan opbloeien nu hij eindelijk weer met teveel mensen in een te klein appartement bivakkeert. Broers en zwagers omhelzen en zoenen elkaar. Veel handen op knieën. We gingen voetballen en een van zijn broers liep huilend over het veld omdat het waarschijnlijk alweer de laatste keer zou zijn voor een onbekend aantal jaren.
In Nederland heeft Hassan na een paar jaar min of meer passend werk gevonden. Eerst als buschauffeur bij Connexxion, vervolgens ook als verkoper van computers en consumentenelectronica. Ik zie me nog bij hem thuis zitten, in 1996 of zo, om Windows 3.1 te installeren op een aftands gebruikt pc'tje; ik zie me nog internet aansluiten in dat flatje en hem doceren over de voetangels en klemmen. Nu tipt Hassan mij over de nieuwste nieuwtjes. Hoewel hij vloeiend Nederlands spreekt, geen 'hun' zegt als het 'zij' moet zijn, geen 'als' gebruikt in plaats van 'dan', en een ruim repertoire aan uitdrukkingen paraat heeft ('al sla je me dood'), heeft hij de tolkenopleiding niet afgemaakt. Geld verdienen om voor zijn moeder een huis te kopen kreeg voorrang. Wel kreeg hij een Nederlands paspoort.
Door per week 50 tot 60 uur te werken bij twee verschillende werkgevers kon hij bovendien operaties bekostigen voor twee van zijn broers (een had nierstenen en de ander had reconstructie van zijn arm nodig na een auto-ongeluk) en voor twee andere de bruiloft betalen - waar hij zelf niet bij kon zijn.
Het duurde elf jaar voordat hij zijn moeder terugzag. In september 2001 zou zij Irak uitreizen voor een ontmoeting, maar de aanslagen op het World Trade Center gooiden roet in het eten. Nog een keer reisde Hassan voor niets naar het Midden-Oosten. Op het laatste moment kreeg zijn moeder geen vrijaf van haar werkgever. Pas in 2002 konden ze elkaar in de armen sluiten.
Ondanks het verdriet en de tegenslag, ondanks vervelende ervaringen met racisme, is Hassan vriendelijk en opgewekt gebleven. Hij lanceert een woordspeling, kent een leuke mop over buitenlanders. Hij komt op verjaardagen en als hij met vakantie is stuurt hij een ansicht. Hij is altijd bereid na de training een biertje te drinken (Hassan is geen strenge Moslim), al is hij volgens mij na zijn arrestatie in Irak nooit meer dronken geweest. Zijn deur staat nog altijd open. Maar zijn haar is aardig grijs aan het worden.
Ook in de liefde is Hassan niet gelukkig geweest. Hij scharrelde met Nederlandse vrouwen maar dat waren nogal eens laatste-kans-vrouwen die vooral uit waren op de kinderen die hij zou kunnen verwekken. Hassan wilde gezelschap, en kinderen misschien, maar vooral: liefde, en gelukkig zijn.
De tweede keer dat hij zijn moeder misliep ontmoette hij in Beiroet een familie uit de omgeving waar hij zelf is opgegroeid. Zo maakte hij kennis met Madrid. Ze raakten in correspondentie (ik heb de stapel brieven gewogen: drie kilo), werden verliefd, en ontmoetten elkaar nog eens. Ik geef toe, de gang van zaken is voor Nederland niet standaard, maar we hebben het over een Arabische cultuur en over een vluchteling. Uiteindelijk zijn ze op 23 januari vorig jaar in Damascus voor de wet getrouwd.
Hassan heeft zijn bruid toen niet willen ontmaagden. 'Als ik dat wel doe, en er overkomt me iets voordat ze naar Nederland komt, kan ze in Irak alleen nog een derderangs man krijgen: een gehandicapte, een grijsaard of een armoedzaaier,' vertrouwde hij me toe. Zoveel scrupules heb je niet met een postorderbruid, besteld om kinderen te werpen en het huishouden te doen. En de mogelijkheid van een schijnhuwelijk? Beste dames en heren van de IND, het gaat Madrid niet om Nederland. Ze zal worden gescheiden van haar moeder, die weduwe is sinds Madrids derde jaar. Na het feest neemt haar moeder afscheid, misschien voorgoed. Wie de tranen ziet die hier bij voorbaat worden vergoten, snapt dat Madrid niet voor de grap naar Nederland vertrekt. Ze heeft een moeilijke tijd voor de boeg en bereidt zich goed voor. Ze kan al tellen in het Nederlands, kent een aantal woorden, en weet - ze is aardrijkskundige - de weg van Hassans standplaats als chauffeur naar zijn bestemmingen.
Met het Syrische boterbriefje leek het of Madrid op termijn van een dik half jaar naar Nederland zou kunnen komen. En toen kwam daar die verdomde oorlog overheen. Wekenlang was er geen contact mogelijk, en wist Hassan niet of zijn broers in het leger nog leefden. Dodelijk ongerust was hij. Na de geallieerde overwinning in april moesten de gelieven maandenlang bellen via een satelliettelefoon, voor een astronomisch tarief. Nu de verbindingen zijn hersteld belt Hassan nog steeds voor zes, zevenhonderd euro, laatst zelfs twaalfhonderd euro, per maand.
De immigratieprocedure, beste mensen van de IND, schoot zoals u weet ook na de overwinning in Irak niet op. Toen dacht Hassan: als mijn vrouw niet komt, probeer ik wel met het Nederlandse leger mee te gaan als tolk. Al kom ik aan de andere kant van het land tussen de Koerden terecht, alles beter dan hier alleen zitten. Hij voldeed met glans aan alle eisen, op één na: kandidaten met de naaste familie dáár en niet hier, waren een veiligheidsrisico en kwamen niet in aanmerking. Wat hij wilde ondernemen omdat zijn vrouw niet kwam, mocht niet omdat zijn vrouw nog niet was gekomen. Toen heeft hij u telefonisch en schriftelijk gesmeekt de procedure te bespoedigen. U weet nog wel wat u hem heeft gemeld: 'dat u binnen een maand na ontvangst van uw verzoek om voorrang in de betreffende zaak bericht krijgt.' Toen had ik even wat minder begrip voor de manier waarop u uw werk doet. Hoe kreeg u het verzonnen. En wat Hassan betreft: er hebben er wel voor minder zelfmoord gepleegd volgens mij.
Nu staan ze dan toch op de drempel. Het feest is gevierd, met heerlijke gerechten (iets wat 'mark' heet, vis in een smakelijke saus, geserveerd met groenten en geitenkaas, en 'ajaana willaham', een soort Syrische pizza) en met liederen die ik niet versta maar die, zo weet ik door Hassans onvermoeibare tolken, doorspekt waren met aanmoedigingen op seksueel gebied. Het huwelijk is geconsumeerd en zo te zien heeft dat hun relatie geen kwaad gedaan.
Wanneer u dit leest heeft het gesprek op de ambassade plaatsgevonden. Weet u wat ze daar zeiden? 'Waarom was u er in juni niet?' Woedend is Hassan. De ambassade heeft Madrid ruim een half jaar gelden al willen ontvangen maar kon haar niet bereiken. En u wist dat. Niemand, ook u niet, heeft Hassan destijds verteld dat Madrid naar Damascus kon komen. Terwijl hij haar dagelijks belde! Als u hem gewoon had ingelicht, had hij de uitnodiging kunnen overbrengen en hadden ze allang samen in Nederland kunnen zijn. Dat 'importbruiden' aan strenge eisen moeten voldoen kan zelfs Hassan billijken, maar dit riekt naar onzorgvuldigheid en naar obstructie.
Inmiddels is Hassan terug in Nederland ('het werk gaat voor het meisje'). Op de tiende verjaardag van zijn aankomst in dit land, half januari, zat hij op zijn flat met de poes, en op zijn eerste trouwdag ook. In Damascus wacht Madrid onder de hoede van een van Hassans broers op uw besluit: of zij naar het noordwesten kan, naar Nederland, of terug moet naar het zuidoosten, naar Basra. Zij kan niets doen behalve huilen om het gemis van haar moeder en haar man.
Toch hebben ze er vertrouwen in dat het goedkomt, al weet voor de zoveelste keer niemand hoe lang het gaat duren voor Hassan zijn leven eindelijk op orde heeft. Is het voor de toekomst een idee, geachte IND, om Nederlandse getuigen de gelegenheid te geven voor een pleidooi? Ik had graag een goed woordje voor ze gedaan.
NASCHRIFT 31-1-2004: Inmiddels heeft Hassan een 'voornemen tot afwijzing' ontvangen, waarschijnlijk op grond van onbenullige versprekingen van zijn vrouw bij het gesprek op de ambassade. Hij heeft vijf dagen om een verweer op te stellen.