Inkt van een goed merk

Herbert Blankesteijn

Toen ik een paar weken geleden een nieuwe printer nodig had, heb ik vooral gelet op de prijs per pagina, anders gezegd de kosten van de inkt. Ik heb een Canon gekocht omdat in verschillende onderzoeken Canon werd aangewezen als goedkoop in het gebruik, al zijn de printers wat duurder. Koop je een laaggeprijsde printer dan besteel je waarschijnlijk jezelf. Het is bijna een natuurwet: hoe goedkoper de printer, hoe duurder de inkt. Maar het zou kunnen dat dit perverse businessmodel zijn langste tijd heeft gehad.

Het model is pervers omdat het ertoe leidt dat minuscule flesjes inkt bijna even duur zijn als de printer waar ze in moeten. Bij sommige merken kan het verstandig zijn een nieuwe printer te kopen als je inkt op is, omdat je dan een nieuw inktreservoir cadeau krijgt.

Toch heeft het de printerfabrieken geen windeieren gelegd. Probeer als bedrijf je winst niet te halen uit eenmalige aanschafkosten, maar uit de uitgaven die de klant daarna periodiek moet doen. Antivirusbedrijven hebben dat helemaal voor elkaar, maar die boffen met de omstandigheden: steeds nieuwe virussen, zodat je geld kunt verdienen aan een abonnement op wekelijkse updates, en zelfs steeds nieuwe soorten bedreigingen, zoals wormen en spyware, waardoor nieuwe versies van beveiligingsprogramma's makkelijk te verkopen zijn.

Het is de printermakers dus ook gelukt, al blijft het genant voor een hi-techbedrijf als het jaarverslag telkens weer laat zien dat de meeste winst komt uit de verkoop van zwarte bagger. Intussen begint het tot het publiek door te dringen dat er iets niet klopt, en de exorbitante prijzen voor de inkt scheppen een markt voor hergebruikte en nagemaakte cartridges, navulsetjes met vulpeninkt en wat niet al. Computerbladen en websites geven complete cursussen om de consument te helpen ontkomen aan de inktwoekeraars. Zo wordt het hele model bedreigd, want op de printers wordt niet of nauwelijks verdiend.

De printerfabrikanten hebben alleen gekunstelde manieren om zich teweer te stellen. Angst zaaien is er één: dreigen dat de printkop stukgaat of dat de garantie vervalt als geen merkinkt wordt gebruikt. Nou ja, dan gáát na een paar goedkope flesjes de boel kapot, wat dan nog? Dan koop je gewoon een nieuwe printer, daar krijg je toch mooi weer een gratis flacon inkt bij! Bijna alles is goedkoper dan altijd de echte cartridges kopen.

En de andere manier om de stroom alternatieve inkt in te dammen is het voeren van rechtszaken. Die zijn al even treurig. Lexmark heeft een chip in zijn cartridges zitten die werkt als echtheidskenmerk. Het bedrijf voert nu een proces tegen SCC, een namaker van cartridges, op grond van het auteursrecht dat Lexmark zou hebben op dat echtheidskenmerk. Veel dieper kun je als computerbedrijf niet zinken, en de Amerikaanse rechter heeft laatst beslist dat SCC hangende de procedure mag doorgaan met zijn handel.

Een andere zaak betreft nota bene Canon, de club met het redelijkste prijsbeleid. Canon probeert het hergebruik van zijn reservoirs de kop in te drukken en heeft daarvoor in Japan het octrooirecht ingezet. Nou mag ik een boon zijn als ik snap hoe het hergebruiken en tweedehands verkopen van een product, hoe origineel ook, in strijd kan zijn met het octrooirecht - en zo denkt de Japanse rechter er blijkbaar ook over want Canon heeft verloren.

Het patroon is duidelijk: in het model goedkope printers - dure inkt zit de sleet. Het wordt tijd dat zowel printers als de kleurstofjes weer voor reële prijzen worden verkocht.