De doodsoorzaak van Jan Sloot

Herbert Blankesteijn

De afgelopen week, op vrijdag 10 en zondag 12 september, heeft Netwerk twee programma's gewijd aan uitvinder Jan Sloot, die in 1999 stierf aan een hartaanval, één dag voordat hij een miljoenendeal zou sluiten met een groep rond Roel Pieper. Sloot zou een methode hebben ontwikkeld om tientallen speelfilms op te bergen op een chipje van 64 kB. De specificaties van zijn vinding zijn na zijn dood niet teruggevonden. Het bedrijf dat er een miljardenindustrie van zou maken is op sterven na dood. Pieper en zijn kornuiten zijn hun miljoenen kwijt.

De betrokkenen zeggen zeker te weten dat Sloot de boel niet beduvelde. Hij gaf demonstraties met een kastje dat videofilms vertoonde als hij er een chipkaart instak. De bijeengeroepen zakenlieden lagen met hun oren op het kastje om zich ervan te overtuigen dat daar geen harde schijf inzat. Er was ook een laptop in het spel, en ze keken of de harddisk daarvan niet actief was. Zo wisten ze zeker: de films stonden op het chipkaartje en Sloot had 'de uitvinding van de eeuw'.

Het is makkelijk in te zien dat tientallen films op 64 kB absoluut onmogelijk is. Eén seconde film bevat 25 beeldjes, een minuut dus 1500 en een speelfilm van 90 minuten 135.000 stuks. Twintig films: 2.700.000 beeldjes. Als je dat in 64.000 bytes wilt stoppen, waarvan elke byte 8 bits telt, moet elke bit coderen voor 5 complete beeldjes uit te film. Volstrekt duidelijk dat dat niet kan.

Een minimale uitleg over hoe de vinding zou kunnen werken staat aan het slot van een stuk uit Quote [LINK: http://www.gids.nl/techno/jan-sloot.html] waarnaar Netwerk zelf verwijst. Het lijkt erop dat de films door Sloot werden opgebouwd uit 370 MB aan basiseffecten, die dus op voorhand in het afspeelapparaat aanwezig moesten zijn, ongeveer zoals een geluidskaart enkele MB's aan samples moet hebben om muziek in de vorm van MIDI-bestanden te kunnen afspelen. In grafische taal: een soort vectortechniek.

Maar dan nog. Als je nagaat dat één foto in tv-resolutie honderden kB's groot is, is het heel onwaarschijnlijk dat je alle speelfilms ooit gemaakt zou kunnen opbouwen uit een geheugen van 370 MB (de tegenwaarde van duizend losse beeldjes) aan beeld- en geluidsmateriaal. Als je bedenkt dat zelfs een simpel deuntje in MIDI-vorm een paar kB weegt, is het onvoorstelbaar dat één speelfilm, beeld én geluid, op deze manier zou kunnen worden teruggebracht tot 64 kB, laat staan dat in die ruimte tientallen films zouden passen.

En waar liet Sloot die 370 MB? In 1999 kon je die niet in een paar Flashgeheugens stoppen. Hij moet hoe dan ook een harddisk hebben gebruikt. Na zijn dood bleek die inderdaad in zijn kastje aanwezig te zijn, maar de betrokken zakenlieden weten nog steeds zeker dat er geen harddisk was toen zíj Sloots demonstratie zagen.

Verhalen die te mooi zijn om waar te zijn, zijn doorgaans niet waar. Twee jaar geleden beweerde het bedrijf ZeoSync elk willekeurig bestand zonder verlies te kunnen comprimeren met een factor honderd. Ik heb daar toen het volgende [LINK: http://home.hccnet.nl/h.blankesteijn/index/2002/Hccnet/066%20020212%20Smngprst.htm OF DE VERSIE OP DE HCCNET-SITE] over geschreven. Nooit meer iets van gehoord.

Stel je een charlatan op leeftijd voor, hij heet Sloot en is hartpatiënt, die een paar grote jongens bij de neus heeft genomen. Maar oeps, de boel loopt uit de hand. Morgen moet hij zijn 'uitvinding' onthullen voor twintig miljoen. Het zou mij niet verbazen als zijn hart het begeeft, of als hij zijn papieren vernietigt en een pilletje neemt. Het is even dramatisch, even spannend en even speculatief als de versie van Netwerk: arme uitvinder bedot goedgelovige miljonairs en sterft van angst. Maar de redactie van Netwerk heeft zich niet in de techniek willen verdiepen. Bovendien is deze visie niet zo vleiend voor de nog levende betrokkenen. Daarom kon deze variant geen documentaire opleveren.