Verkiezingen op internet

Herbert Blankesteijn

Nog gauw wat verkiezingstrivia nu het nog kan. De website Jibjab.com vertoont filmpjes waarin de presidentskandidaten op de hak worden genomen. Het eerste, ‘This land is your land’, is 50 miljoen keer bekeken. Jibjab kreeg publicitaire ruggesteun van een bedrijf dat de rechten op de gebruikte melodie claimde. Het tweede filmpje, ‘It’s good to be in DC’ mocht worden gelanceerd bij Jay Leno, dus dat zat bij voorbaat goed.

Een andere website die het in verband met de verkiezingen goed doet is Factcheck.org. Deze site controleert de beweringen die beide partijen doen in hun politieke advertenties. Dit om journalisten te helpen die niet alle bronnen zelf kunnen controleren. Nieuwsorganisaties gebruiken Factcheck door ernaar te verwijzen, door personeel van Factcheck sprekend op te voeren of gewoon door de informatie op de website te vergelijken met andere bronnen. De autoriteit van Factcheck is onbetwist.

De site beleefde zijn finest hour, vertelt directeur Brooks Jackson in Wired, op de dag dat beide kampen ernaar verwezen om aan te tonen dat het andere leugens verkocht. Het ging om verschillende zaken, dat wel. Tijdens het debat der kandidaten voor het vice-presidentschap verwees Dick Cheney naar ‘factcheck.com’. Dit veroorzaakte een golf van verkeer naar de verkeerde site, die wraak nam door alle belangstellenden volautomatisch door te sturen naar de website van speculant George Soros. Soros ventileert op zijn webpagina’s ongenadige kritiek op de regering-Bush.

Na het eerste debat tussen Bush en Kerry heeft de Democratische partijvoorzitter Terry McAuliffe zijn geestverwanten per e-mail opgeroepen hun stem uit te brengen bij de internetpeilingen van de grote nieuwsmedia. Vier jaar geleden hebben de Republikeinen naar verluidt hetzelfde gedaan. De internetpeilingen waren dit jaar inderdaad veel meer op de hand van Kerry dan de gewone polls.

Doordat weinig publiek meedoet aan polls op internet kan een kleine, goed georganiseerde groep een poll manipuleren en zo de indruk vestigen dat het publiek vindt dat zijn kandidaat heeft gewonnen. Maakt dat internet belangrijk of juist niet?