Cyborg waarschuwt voor virus
Herbert Blankesteijn
Kevin Warwick is een echte mediaprofessor. De hoogleraar cybernetica aan de universiteit van Reading in Engeland haalt de kranten, de radio en de tv met zo ongeveer alles wat hij doet. In de wetenschap geeft dat scheve ogen, maar vast staat dat hij discussies weet uit te lokken. Hij voorziet al jaren een samengaan van het menselijk lichaam met elektronica, en hij waarschuwt nu. Niet dat hij denkt dat electronische protheses gevaarlijk zouden zijn. Dat is voor Warwick al een gepasseerd station. Hij is bang dat met electronica opgepepte mensen besmet zouden kunnen worden met computervirussen.
Warwick mag zelf graag zijn lichaam ter beschikking stellen van de wetenschap. In 1998 al liet hij een Rfid-chip implanteren waardoor hij automatisch herkend kon worden door scanapparaten. Deuren zwaaiden voor hem open en lichten gingen aan. Inmiddels wordt een dergelijke chip ingeplant bij vaste gasten van een discotheek in Barcelona, en heeft de Amerikaanse Food and Drug Administration implantering bij mensen voor medische doeleinden goedgekeurd.
Warwick gelooft in ernst dat mensen verbeterd kunnen worden met technische uitbreidingen, als computers die een upgrade ondergaan. Pure, onversneden mensen zullen een ondersoort zijn. Hij denkt aan digitale hulpmiddelen zoals bijvoorbeeld aansluiting op een kennisbank, het direct vanuit het zenuwstelsel besturen van een voertuig, of omgekeerd, aan op afstand bestuurbare mensen. Volgens hem zullen in de toekomst mensen zonder dit soort protheses in de minderheid zijn. Als je bedenkt wat er vandaag de dag al op en in menselijke lichamen kan worden aangetroffen aan pacemakers, kunstmatige gewrichten en organen, is dat niet eens zo onaannemelijk.
Tweeëneenhalf jaar geleden liet Warwick een ander soort chip implanteren, waarmee zenuwimpulsen uit zijn arm werden opgepikt. Via dit aftapkraantje kon hij een rolstoel besturen en een kunstmatige hand, technieken die trouwens op dat moment in de revalidatie niet helemaal nieuw waren. Wel heel origineel was dat Warwick signalen uit de chip draadloos naar zijn vrouw liet sturen, die ze ontving via een soortgelijk implantaat. Dit had geen directe praktische toepassingen maar er is natuurlijk van alles denkbaar.
Wat onder andere denkbaar is, en daar is Warwick nu over begonnen tijdens een recente lezing in Engeland, is dat iemand van buiten zich zou bemoeien met het lichamelijke gegevensverkeer. Toen Warwick met de chip in zijn arm via internet een robotarm in New York bestuurde, had zijn arm een IP-adres, zoals elk apparaat op internet. Dat IP-adres heeft hij wijselijk niet bekendgemaakt uit angst dat cybervandalen er rottigheid mee zouden uithalen.
Warwick vreest dat de introductie van de communicatietechnologie in de medische wetenschap onverlaten en virussen een kans geeft. Hij sluit zelfs niet uit dat biologische virussen en computervirussen op een of andere manier zullen samengaan. Is dat een sweeping statement van een mediaprofessor? Misschien wel. Maar zijn gevolgtrekking is dat dit nog veel hogere eisen gaat stellen aan de beveiliging. En dat kan natuurlijk nooit kwaad. En de eerste die daar zijn conclusies aan moet verbinden, met zijn drieste experimenten op zichzelf en zijn echtgenote, is natuurlijk Warwick zelf.