RFID, wat moet je ermee
Herbert Blankesteijn
Tijd voor een nieuwe afkorting. Rfid, oftewel Radiofrequente identificatie. Rfid is de opvolger van de streepjescode en is toe te passen op producten, dieren en mensen. Rfid heeft voordelen, is omstreden en het gaat gepaard met misverstanden.
Eerst de techniek. Voor rfid is een chip nodig, of liever een transponder. Dat is een piepklein stukje elektronica dat zijn opgeslagen informatie uitzendt als hij het juiste signaal ontvangt uit een scanapparaat. 96 bits zijn dat volgens de meest populaire standaard, en dat is genoeg om elk atoom op deze planeet van een eigen digitaal nummerbord te voorzien.
Met de streepjescode kun je nagaan of iets een pot jam is of een winterjas. Met rfid weet je ook wélke pot jam of wélke winterjas. De vraag bij duurzame goederen als jassen en apparatuur is of de rfid-chip bij het verlaten van de winkel zal worden vernietigd ja of nee. Zo nee, dan zijn er vervelende dingen mogelijk, zoals latere herkenning: daar gaat de jas die de heer Blankesteijn vorig jaar van ons kocht. Laten we hem een aanbieding sms-en. Maar er zijn ook leuke mogelijkheden, want voor garantie is een bon dan niet meer nodig. Het artikel ís het aankoopbewijs. Ook handig: je zou met een vol karretje door een poortje kunnen rijden en daarna meteen pinnen.
Privacyorgansiaties zijn tegen, het bedrijfsleven is voor. Wal-Mart eist dat zijn leveranciers per 1 januari rfid gebruiken voor hun dozen. In Nederland doet Ahold er proeven mee. De Europese Centrale Bank bleek vorig jaar te overwegen eurobiljetten met rfid te merken. Leuk als het gaat om bestrijding van valsemunterij, en makkelijk als je biljetten moet tellen. Maar het idee dat een boef kan scannen hoeveel je bij je hebt, is toch wat ongemakkelijk.
Voor paarden en andere beesten zijn rfid-chips al jaren in gebruik als paspoort. Voor mensen komt het nu ook. Op vrijwillige basis totnogtoe. Voorjaar 2002 werd een gezin in Florida 'gechipt' met een transponder met medische gegevens. Het was een stunt van de fabrikant, ADS, want de apparatuur om de chips te lezen was nog niet te koop. Intussen heeft een discotheek in Barcelona, de Baja Beach club, rfid ingevoerd voor vaste klanten die snel naar binnen willen en op rekening willen bestellen. Die klanten krijgen dus echt voor die ene discotheek een transponder ingeplant, en ze staan ervoor in de rij. Schoolkinderen in Osaka moeten er ook aan geloven, evenals jeugdige bezoekers van Legoland en baby's in een Australisch ziekenhuis. In die gevallen gaat het overigens om armbandjes. Scan het kind, en je weet wie de ouders zijn en je kunt ze bellen.
Ook een Mexicaanse procureur-generaal heeft zich laten chippen, omdat hij denkt dat het ontvoering minder aantrekkelijk maakt. Dat is een fout die hem noodlottig kan worden. Rfid is géén techniek die opsporing vergemakkelijkt. De transponder zendt geen locatie uit; hij dient ter identificatie en is af te lezen op een afstand van maximaal een paar meter. Als meneer Rafael Macedo op die afstand niet zelf kan vertellen wie hij is, is het waarschijnlijk te laat.
Het materiaal dat hier verkrijgbaar is mag worden gedownload, gelezen en zelfs gekopieerd, maar alleen voor eigen gebruik. Vermenigvuldigen met winstoogmerk is niet toegestaan. Alles is copyright Herbert Blankesteijn, tenzij anders vermeld.