029 031112 Stemcomputers, voor of tegen?

Herbert Blankesteijn

Elke keer als ik in Nederland mijn stem uitbreng, vraag ik me af hoe ik eigenlijk kan weten dat mijn stem terecht is gekomen bij de partij van mijn keuze. Ik druk op een knop, en verder moet ik maar geloven dat de stemmachine werkt zoals hij hoort te werken, en ik moet maar geloven dat niemand ermee heeft geknoeid. Ik moet ook maar geloven dat niemand ermee kán knoeien. Vroeger kon je aanwezig zijn bij het tellen van de stemmen, maar die tijd is ook al voorbij.

In de Verenigde Staten hebben ze bij de laatste presidentverkiezingen gedonder gehad met stemmachines die met ponskaarten werken. Electronische stemmachines waren de oplossing. En nu liggen die zelf onder vuur, althans de stemcomputers die worden gemaakt door het bedrijf Diebold. Die zijn in gebruik in 37 staten.

De software van Diebolds machines is bekeken door een hoogleraar in computerveiligheid en daarna door een onafhankelijk bedrijf. Conclusie van beide: er kan mee worden geknoeid. Mijn studenten schrijven betere software, vond de hoogleraar. In theorie konden kiezers meer dan één keer stemmen, was het mogelijk voor een kiezer om beheerdersrechten te krijgen, en was het denkbaar dat iemand de machine sloot voordat alle stemmen waren uitgebracht. Ambtenaren met toegang tot de machine zouden des te makkelijker malversaties kunnen plegen, om maar te zwijgen van het personeel van Diebold zelf. Het is óf heel slecht programmeerwerk, vond een deskundige, óf opzet.

Het werd er niet beter op toen bekend werd dat de directeur van Diebold tonnen had gegeven aan de Republikeinse Partij. En ook niet toen er een verzameling e-mails opdook waarin medewerkers van Diebold elkaar vertellen dat er een lijst met bugs is verdwenen, en dat ze nooit een bedrijf hebben meegemaakt met zulk ernstig mismanagement als Diebold zelf.

Die verzameling mail, 11 MB groot, is nu op verschillende websites te downloaden. Intussen probeert Diebold de makers van dergelijke websites voor de rechter te slepen op grond van de antikopieerwet DMCA. Waarmee de zaak alleen maar meer publiciteit krijgt, Diebold in een nog ongunstiger daglicht komt te staan en stemcomputers in het algemeen een veel slechtere naam krijgen dan nodig is.

Intussen hebben ze het in Australië beter begrepen. In de kleinste staat van Australië, de Australian Capital Territory rond Sydney, worden stemcomputers ingevoerd. Anders dan in de VS en anders dan in Nederland is hier de software openbaar. De hele broncode is op het net gezet en iedereen die zin had heeft ernaar kunnen kijken. Dat geeft vertrouwen. Democratie heeft te maken met vertrouwen. Wie geen programmacode kan lezen, weet toch dat veel mensen die dat wel kunnen het van voor tot achter zullen nalopen. Dat is in Australië ook gebeurd, en dat heeft geleid tot de ontdekking van verschillende bugs. Dus de software wordt er nog beter van ook. Het is net zoiets als het bijwonen van het tellen van de stemmen. Je kunt niet alles zelf controleren, maar het geeft vertrouwen dat je erbij mag zijn. Blijkbaar is er niets te verbergen.

Als de software van stemmachines niet openbaar is, is er blijkbaar wel wat te verbergen. Ik moet niet hoeven afgaan op de mooie ogen van Nedap uit Groenlo, de maker van de Nederlandse stemmachines, of die van een controlerend ambtenaar, van een politicus of een TNO-er. Ik moet het zelf kunnen zien, ook als ik er geen jota van begrijp. Verkiezingen met stemmachines met geheime software zijn als verkiezingen waar de stemmen achter gesloten deuren worden geteld.