10 jaar Automatisering: De Tops En De Flops

Herbert Blankesteijn

We gaan vandaag terugkijken en we gaan vooruitkijken, en we proberen de cirkel rond te krijgen voor zover hij dat niet al is. Ik wil met u om te beginnnen graag langs tien mijlpalen lopen - mijlpalen van de afgelopen tien jaar, de periode dat Pallas-Athena bestaat. Omdat ik toch bezig ben heb ik ze gewaardeerd als mooie of lelijke mijlpalen. Daar gaan we:

1. (+) Het World Wide Web (1993)

Voor 1993 was Internet een nuttige, maar obscure faciliteit voor wetenschappers. Met de opmaaktaal Html (zie Flop 5) en de eerste browser was het WWW en feit. op 1 januari 1993 waren er volgens het W3C 26 'redelijk betrouwbare' webservers, en in februari verscheen de eerste alfaversie van de browser Mosaic. Dat lijkt mij wel zo'n beetje de geboortedatum van het web 'as we know it'.

Door te klikken kon je kijken in een computer in het ene land, en met de volgende klik snuffelde je in een andere computer op een ander continent. Tekst, plaatjes, geluid, … kortom, hypertekst. Het WWW is de killer application geweest, die van internet een publieksmedium heeft gemaakt. Miljoenen mensen zijn nu aangesloten op Internet, en hebben daardoor ook bijvoorbeeld e-mail.

Je kunt kranten en naslagwerken raadplegen, radio luisteren en tv kijken, een eigen homepage maken, overal ter wereld inkopen doen. Overal vandaan kun je (vaak gratis) software ophalen om je pc beter te laten werken of om het nieuwste nieuwtje te proberen. Er liggen kansen voor Big Brother en er liggen kansen voor nieuwe vormen van criminaliteit, maar vooral is het WWW het voorlopig hoogtepunt in de vrijheid van meningsuiting en de vrijheid van informatie.

2. (o) 32-bits Windows/multitasking (1995)

We schrijven 1995 en overal ter wereld klinkt 'Start me up' van de Stones. Als je de Rolling Stones kunt inhuren voor je reclame, dan ben je iemand. Microsoft presenteert Windows 95, en precies om middernacht op 24 augustus 1995 drommen de mensen de winkels in. Eindelijk een 32-bits besturingssysteem voor de massa. Er zijn wat overgangsproblemen bij pc-gebruikers en er komt nieuwe software die niet draait op oude versies van Windows, maar de vooruitgang is dusdanig, dat de meeste Windowssoftware uit 1995 ook nog draait op het huidige Windows XP, en dat de Windowssoftware van nu ook draait op pc's met Windows 95 van toen.

Die standaardisatie waardeer ik neutraal. Waarom? Natuurlijk is het geweldig. Voor die tijd maakte het verschil of je Atari gebruikte, Commodore, IBM, noem maar op. Maar de monocultuur die is ontstaan blijkt een vruchtbare voedingsbodem voor ziektekiemen, en dat terwijl juist Windows sinds 1995 een reservoir aan kwetsbare plekken heeft opgebouwd waar de honden geen brood van lusten. Dat is de keerzijde.

Om de waardering nog neutraler te maken, stel ik vast dat juist door het WWW, de noodzaak van een standaardbesturingssysteem is verminderd. Je hebt nu zoveel standaard bestandsformaten met bij behorende software voor Windows, Linux, Mac, Unix en noem maar op. Txt, html, doc, pdf, gif, jpg, mp3, mpg en ga zo maar door. Dat neemt niet weg dat Windows de volgende tien jaar nog wel onder ons zal zijn.

3. (-) Virussen, Wormen, Trojans, Spam

De eerste virussen doken op medio jaren '80, maar het fenomeen is groot geworden in de jaren 90, met de opkomst van internet. Het waren aanvankelijk programmaatjes die zich aan een bona fide programma konden hechten, of aan de bootsector van een schijf, en dan zichzelf konden kopiëren om weer andere programma's te infecteren. Daarnaast hadden ze een of andere schadelijke werking, zoals het beschadigen van bestanden.

Inmiddels is er een waar scala aan destructieve software gemaakt door de zieke geesten van deze wereld. Schijven kunnen besmet zijn, programma's, documenten, Internetpagina's… En een behoorlijk deel van deze agenten verspreidt zich op een of andere manier via internet, bijvoorbeeld in mailattachments, in html-mail of zelfs helemaal zelfstandig, als worm.

Veel moderne virussen hebben niet meer een vaste schadelijke werking. In plaats daarvan laten ze hun besmette gastheer juist ongemoeid en openen ze een achterdeur. Dat zijn inderdaad de Trojans. De maker kan zo achteraf op afstand bepalen wat hij zijn virus zal laten doen: bijvoorbeeld een aanval uitvoeren op weer een ander adres op internet, of het versturen van spam. Spam alleen al dreigt het medium e-mail onbruikbaar te maken en vreet schandalige hoeveelheden bandbreedte.

Computergebruikers besteden onmetelijke hoeveelheden tijd en geld aan manieren om zich hiertegen te beschermen, of om schade te herstellen. Zonde.

4. (+) E-commerce (1998)

Eind jaren 90 leek niet niet op te kunnen. Er was geen idee zo idioot of er was wel een investeerder voor te vinden. Alles was gratis, er werden zelfs producten opzettelijk met verlies verkocht, en alles werd bekostigd met advertenties. Bestelwagens reden heen en weer om één online gekochte Marsreep af te leveren. Wie het meest verlies maakte had het meeste status.

Die dwaasheid is voorbij, en nu het onkruid is weggewied groeit er een gezonde digitale handel, die vaak uitgaat van bekende bedrijven, zoals Wehkamp en Bol, een verzelfstandigde tak van het Bertelsmann-concern. Dubbele groeicijfers in de consumentenmarkt, en ook de business-to-business business is booming.

 

5. (-) Het Millenniumprobleem (1999)

U weet nog hoe het is gekomen: de prijs van geheugen in de jaren '70 was de reden om jaartallen in twee cijfers weer te geven. Het valt dus wel te vergoelijken maar toch is dit beslist de computerflater van de vorige eeuw. Er waren al in 1983 programmeurs die het probleem voorzagen en er ook rekening mee hielden.

De discussies over de vraag of het een schijnprobleem was zijn nooit verstomd. Wat als er niks aan gedaan was? Er is hoegenaamd niets gebeurd, ook niet in landen die geen Millenniumplatform hadden.

In mijn ogen zou dat nog stommer zijn geweest dan het laten ontstaan van het millenniumprobleem in the first place. Er zijn genoeg eenvoudige voorbeelden van renteberekeningen en pensioenrechten waaruit duidelijk wordt dat het fout zou zijn gegaan. Er zijn ook veel dingen daadwerkelijk fout gegaan vóór 2000 die met het probleem te maken hadden, bijvoorbeeld op het gebied van houdbaarheidsdata. En met Oud en Nieuw 2000 zijn er nog eens veel voorvallen geweest, die ik heb opgesomd in een stuk voor NRC Handelsblad dat op mijn site te vinden is, die aantonen dat het bestrijden van het MP geen verspilde moeite is geweest.

6. (-) De Computerexpert

De Computerexpert is geen verschijnsel van de jaren 90, maar sinds computers zijn gedemocratiseerd komt iedereen hem vroeg of laat tegen: bij de aanschaf in de winkel, aan de telefoon bij de helpdesk, op het werk bij de afdeling Automatisering, noem maar op.

De Computerexpert bestaat in vele ondersoorten. Alleen de mannelijke vorm is bekend; wijfjes zijn nog nooit waargenomen. De voortplanting is een mysterie. De Computerexpert parasiteert op het minderwaardigheidscomplex van gewone pc-slaven. Weet niet zoveel als hij voorgeeft maar wel meer dan u. De roep verschilt per ondersoort.

De afdeling automatisering als u een probleem meldt: 'Dat kan niet.'

De helpdesk als u hulp nodig hebt: 'We proberen vandaag te komen.'

De verkoper: 'Deze is wat goedkoper, maar eigenlijk al verouderd.'

De overbuurman: 'Als je die cd-romspeler nou niet als slave op de eerste IDE-poort zet maar als master op de andere, de IRQ handmatig instelt, die twee jumpertjes op het moederbord verzet, NetBEUI vervangt door TCP-IP, de dhcp-server bypasst en handmatig het ip-nummer, het subnetmasker, de gateway en de dnsserver instelt, gaat-ie weer als een tierelier'.

Het handige jongetje: 'Laat mij maar even.'

De goeroe: 'Alles wordt digitaal.'

De Computerexpert komt voor in iedere habitat behalve in de politiek.

 

7. (+) Opslag

In 1993 had je altijd tekort. Te weinig werkgeheugen, een te kleine harde schijf, tevéél diskettes om je data mee te nemen. Cd-roms waren er hoegenaamd niet. In 1994 had ik nog een soort telefoonboek met alle cd-roms die er wereldwijd ooit waren uitgebracht.

In 2003 ken ik althans die problemen niet meer, zelfs niet als ik video bewerk. Voor 100 euro heb je een halve gigabyte aan werkgeheugen, tweeëneenhalf maal zoveel als mijn hele harddisk van 1993. Zelfs een grafische kaart heeft 256 MB geheugen. Harddiskruimte kost een euro per GB. Dvd-branders naderen de grens van 100 euro, en een schijf van 4,7 GB kost drie euro.

Het meest spectaculair is de opkomst van de flashgeheugens. Je kunt inmiddels rondlopen met een GB aan je sleutelbos en de prijs durf ik nauwelijks te noemen want morgen is het de helft.

8. (+) Breedband (2002)

Een van de grootste problemen op Internet is bandbreedte. Dat schreef ik zelf in Intermediair in 1999. De laatste twee jaar is de grote breedbandrevolutie begonnen. Kabel en vooral adsl zijn begonnen aan een onstuitbare opmars, waardoor consumenten ongeremd waanzinnige hoeveelheden muziek en films zijn gaan downloaden.

Bandbreedte zal voorlopig nog wel een probleem blijven, maar niet meer voor de eindgebruiker. Een aangezien niet iedereen honderd procent van de tijd kan blijven downloaden is de tijd nabij dat bandbreedte net zomin als processorsnelheid of opslagruimte nog een probleem is.

9. (o) Wireless (2003)

Dat is nog wel het geval in de draadloze sector. Ook hier is nog een revolutie gaande. Bellen doen we al draadloos; mailen en surfen nog maar mondjesmaat. Telecombedrijven denken dat we dat meer zullen gaan doen als we meer bandbreedte kunnen krijgen voor meer geld. We gaan dan videobellen en filmpjes bekijken op een mobiele telefoon. Ik vind dat nog moeilijk te geloven.

Minder moeilijk te geloven, maar toch ook niet vanzelfsprekend is het idee dat we binnenshuis draadloze netwerken nodig hebben. Ze zijn, op dit moment althans, storingsgevoelig en lastig te beveiligen. Draden aanleggen, of gebruikmaken van een bestaande infrastructuur als het lichtnet, is niet zo moeilijk en heeft veel voordelen.

Draadloos is een fascinerende techniek maar het succes is niet verzekerd.

10. (-) De menselijke computer

Volgens de zieners gaat de computer spreken, luisteren, ons begripvol tegemoet treden ('Je bent van streek. Zal ik je afspraken afzeggen?'), met ons leefpatroon rekening houden ('Twéé slavinken? Op zondag komen de kinderen toch langs?') en meer van die menselijke dingen.

Elk van deze voorspellingen valt te ontzenuwen. Spraakcommunicatie omdat tikken en lezen nu eenmaal sneller gaat dan praten en luisteren, en rustiger is voor de omgeving. Begrip is onzin omdat dat zou irriteren. Sodemieter op, stuk ijzer! ('Neem me niet kwalijk, ik wilde je niet kwetsen…')

Het is een mallotig idee dat de computer zich zou moeten gedragen als een mens en niet als een machine. We dossen een auto toch ook niet uit als paard? Een computer moet rekenen, ordenen, opslaan. God verhoede dat de computer datgene gaat doen waar de mens zelf goed in is. Anders gaan na de feitenkennis en het hoofdrekenen ook de sociale vaardigheden voorgoed teloor.

Dat waren mijn tien mijlpalen. Maar ik heb zo'n gevoel dat ik er een ben vergeten, en dat Kees van Hee me daarop gaat wijzen.