Bewust zeilen
Herbert Blankesteijn
'Let's pretend we're businessmen,' zingt Pieter Adriaans, hoogleraar lerende systemen, op de cd 'Pacer', waar hij de rollen vervult van componist, zanger en gitarist. Als zakenman is hij ondanks zijn zelfspot succesvol geweest: hij wist zijn bedrijf Syllogic te verkopen aan een Amerikaanse onderneming. Nu heeft hij een boek geschreven en is hij dus schrijver, en hij behandelt filosofie en lerende computers aan de hand van een van zijn andere liefhebberijen, het zeezeilen.
Geheel in stijl heeft Adriaans een meervoudig boek geschreven. Het verhalende, persoonlijke gedeelte gaat over het door hem geïnitieerde project Robosail. Robosail is een poging een zelfsturende, zelflerende zeilboot te bouwen om daarmee mee te doen aan grote zeilraces. Daardoorheen geweven is een wijsgerig betoog over de mogelijkheid intelligente, bewuste machines te bouwen.
Aanpak en inhoud doen denken aan succeswerken als 'Zen en de kunst van het motoronderhoud' en 'Gödel, Escher, Bach,' maar dat hindert bij het lezen niet. Wanneer je toe bent aan het verteren van een portie filosofie kun je dat doen tijdens het volgende verhaalfragment. Jammer is wel dat er ook nog kaderteksten zijn. Zo zijn op sommige bladzijden drie typografische stijlen te vinden.
Adriaans schrijft nuchter en toegankelijk, ongetwijfeld leesbaarder dan wanneer hij in de ivoren toren was gebleven. Hij vertelt met smaak over zijn transformatie van universitair filosoof tot programmeur tot zakenman, en over de noodzaak voor Robosail de programmerende studenten zeiljargon bij te brengen. Zonder deze kennis lukt het ze niet een computer van basisvaardigheden te voorzien, wat aantoont dat termen als oploeven, lage wal, bakboord, slampamper en reefknuttel niet zijn bedacht om landrotten buiten te sluiten. Uiteindelijk heeft het project een hi-tech boot, de Syllogic, die kan leren hoeveel hij moet oploeven in een windvlaag en wat voor roerbewegingen tot de snelste route leiden van A naar B, maar die niets weet of leert dat niet tevoren is geprogrammeerd. Schade inventariseren kan de boot niet. Accu's verwisselen moet de zeiler zelf doen.
Na het organisatorische geweld van het managen van een project met tientallen medewerkers, leveranciers, sponsors en belangstellende journalisten, ervaart Adriaans het vertrek voor de eerste race, solo in zijn zeilboot, als een verademing. Maar lang duurt de rust niet. Tijdens de finale van het boek raakt Adriaans met de Syllogic in een storm en kruipt hij door het oog van de naald. Met zware averij moet hij opgeven. In de wijsgerige ader spreekt hij intussen ongebroken het geloof uit dat computers met bewustzijn gebouwd kunnen worden, maar pas als het bewustzijn van de mens wordt doorgrond. Dat duurt nog wel honderd jaar. En een interessante conclusie is deze: 'Een computer kan alleen toegang hebben tot het rijk van betekenissen zoals wij die als mens ervaren, wanneer hij (…) isomorf is aan de mens. In die zin zouden Aibo's en Furby's (speelgoedrobotjes, HB) wel eens meer waarde voor de ontwikkeling van de semantiek kunnen hebben dan de grootste supercomputer.'
Pieter Adriaans, Robot op Zee. 191 blz., Boom, ISBN 90 5352 869-5. €19,90