Draadloos internetten met de telefoon
Herbert Blankesteijn
Een scene uit een recente Vodafone-commercial: twee personen zitten met notebookcomputers in een vergadering tussen andere mensen. Ze kijken naar hun beeldschermen en wisselen een blik van verstandhouding. Het is duidelijk: ze hebben draadloos internet en hebben elkaar zojuist cruciale informatie toegespeeld (of een schuine mop om de saaiheid te verlichten).
Is draadloos internet een overschat fenomeen, dat door internetproviders en telecom-operators wordt verkocht in het kader van de omzetgroei en de shareholder value? Menige lezer van Beet, zeker Beet zelf, herinnert zich de dagen dat hij 'zo'n ding' niet meende nodig te hebben. 'Zo'n ding' was eerst de pc, en later de mobiele telefoon. En ergens tussen de pc en de gsm hadden we ook internet niet nodig. Alle reden dus om te verwachten dat we ook qua mobiel internet voor de bijl gaan.
De vraag is vooral welke vorm mobiel internet aanneemt, en als er verschillende vormen blijven bestaan, welke vorm bij wie past. Verhelderend hierbij is een vergelijking van de huidige soorten mobiel internet.
Om te beginnen is er wap. Wap (wireless application protocol) is al bijna vijf jaar onder ons en is bedacht om iets internet-achtigs met telefoons te doen. Daarvoor zijn aangepaste sites ontworpen en dito browsers, die wapsites vertonen op een telefoon. Aanvankelijk kon je alleen wappen door met je waptelefoon in te bellen op een telefoonnummer van je provider. Het nadeel was, dat je per minuut betaalde, en de tarieven waren niet mals. Om deze reden, en omdat er aanvankelijk een tekort was aan wap-telefoons, is wap geen succes geworden.
Een tarief per minuut was niet onredelijk, want zolang je verbinding had was er een lijn voor je gereserveerd, net als wanneer je vanuit huis met een modem zou inbellen. Op het digitale mobiele telefoonnetwerk kan het anders. Inmiddels is er gprs (general packet radio service), een aanpassing van het gsm-net. De verzonden informatie wordt daarbij in datapakketjes verdeeld die gezamenlijk van de netwerkcapaciteit gebruikmaken, als auto's op een snelweg. Nu kun je met telefoons die dáár geschikt voor zijn (dat zijn vrijwel alle nieuw verkochte mobieltjes) wappen zonder kosten per minuut. Je betaalt alleen voor de getransporteerde data. Ook i-mode, Vodafone Live en dergelijke komen technisch gezien neer op wappen met gprs.
Dat is gunstiger voor de consument, zou je zeggen. Je kunt nu onderweg op wapsites telefoonnummers opzoeken, reizen plannen en de verkeersinformatie controleren zonder hele euro's te verspillen. Het wonderlijke is, dat de praktijk van de meeste tariefsystemen inmiddels anders is. De meeste telecomproviders hebben een apart tarief voor data, terwijl het inbellen op een 'ouderwets' wapnummer afgaat van het gewone beltegoed. En veel consumenten hebben tegenwoordig voor een vast bedrag maandelijks een vast aantal belminuten om op te maken. Beet in elk geval wel, en Beet houdt daar elke maand van over, en dus wapt Beet liever via een antiek inbelnummer dan via gprs. Zo kost het wappen niets in plaats van weinig, en dat is beter.
De instellingen voor wappen zijn nog wel eens lastig aan te brengen, maar de site of de helpdesk van uw telefoonprovider zal kunnen assisteren. U ontkomt er niet aan bij het wappen hun inbelnummer te gebruiken - uw telefoonprovider is identiek aan uw wapprovider - maar dat geldt niet voor alle instellingen. Vooral de 'homepage' is vrij te kiezen, net als bij de browser op de pc. Beet raadt aan eerst een tijdje de homepage van de provider te gebruiken om te zien hoe dat bevalt, maar er zijn andere mogelijkheden zoals www.tutch.nl of wap.xs4all.nl. Ook is het belangrijk pagina's die u vaak bezoekt te programmeren als favorieten. Dan kost het wappen minder data (omdat u niet eerst andere pagina's laadt) én minder tijd.
Volgende week het mobiel internetten met een draagbare computer.