Monitor wordt zelf luidspreker

Herbert Blankesteijn

Een van de blikvangers op de vaktentoonstelling Cebit in Hannover vorig jaar was de Soundbug. Dit muisachtige apparaatje kon je aansluiten op de luidsprekeruitgang van een geluidskaart of een walkman, met een zuignap vastdrukken op een willekeurig oppervlak zoals een tafel, en daarmee werkte het gekozen oppervlak als klankbord voor het geluid. Anders gezegd, de Soundbug maakte alles wat-ie aanraakte tot luidspreker. En hij doet dat nog steeds, want hij is te koop op www.soundbug-us.com voor 50 dollar.

De Soundbug is een grappige oplossing als een hoofdtelefoon niet voldoet. Je kunt moeilijk een of twee speakers meesjouwen met je walkman of je zakcomputer. Maar het geluid is verre van ideaal. Het ene oppervlak is geschikter als klankkast dan het andere, maar de lage tonen komen er altijd bekaaid af. Niet voor niets heb je goede en slechte, goedkope en héél dure luidsprekers in de winkel. Bovendien heeft de Soundbug maar twee standen voor het volume. Geen van beide is erg hard, wat omstanders zullen waarderen maar wat misschien niet de bedoeling is van de trotse eigenaar.

Waar laat je de speakers? Dat is in de computerbusiness al langer de vraag. Bij de meeste systemen, thuis of op het werk, staan ze los aan weerszijden van de monitor. Dat is rommelig, en de snoeren vormen een probleem. Bij sommige merken zijn de boxen in het beeldscherm geïntegreerd. Dat spaart ruimte, scheelt snoeren en is minder lelijk, maar is akoestisch weer niet optimaal en het maakt de monitor nog groter dan hij toch al is. Nu platte schermen in zwang raken, wordt het des te moeilijker voor de boxen nog een plek te vinden.

De Japanse electronicafabrikant NEC maakt sinds kort beeldschermen die zelf de functie van luidspreker op zich nemen. NEC gebruikt SoundVu, een techniek van een Brits bedrijf genaamd NTX. NTX is gespecialiseerd in luidsprekers die uit weinig meer bestaan dan een membraan met 'exciters' aan de randen die het membraan in trilling brengen. De monitor-annex-luidsprekers van NEC hebben de typenaam 'Valuestar' en zijn nog alleen in Japan te krijgen.

Voor de beeldschermen van NEC is een transparant materiaal gevonden dat ongeveer een millimeter vóór het eigenlijke scherm wordt bevestigd. De trillingen hebben een verplaatsing van enkele honderdsten van een millimeter. Daarom, en omdat de frequentie van de meeste trillingen ruim boven de 100 keer per seconde (100 Hz) ligt, is er geen enkele invloed op het beeld, aldus NXT. Hoorbaar geluid heeft frequenties tussen 20 en 20.000 Hz. Door de tussenruimte van een mm zal het scherm zelf niet lijden onder het geluid, althans niet meer dan bij conventionele speakers die aan een monitor vastzitten.

Zo kan op huiskamer- en kantoorniveau geluid worden voortgebracht dat voor de maatstaven van de meeste mensen voldoende zal zijn. Stereogeluid is mogelijk door de exciters links en rechts van het scherm apart aan te sturen, en bij grote televisieschermen kan zelfs een derde kanaal worden geconstrueerd in het midden. Wel zegt NTX dat voor optimale lagetonenweergave een aparte 'woofer' geen overbodige luxe is. Los daarvan vermoedt Beet dat bij computerspellen en videoregistraties van popconcerten een trillend membraan niet het overdonderdende geluid zal kunnen maken dat jeugdige klanten verlangen.

Maar dat dit een elegante oplossing is voor het onderbrengen van de geluidsbron in steeds platter wordende beeldschermen, staat vast. NTX noemt nog een interessante mogelijkheid: de mobiele telefoon. Bij de gsm vechten knoppen, scherm en speaker om de ruimte. Niet iedereen houdt van headsets en het zou ontwerpers grote winst brengen als beeld en geluid samen zouden kunnen doen met één plek op het apparaat. Met deze techniek kan dat.