De dvd is alweer ouderwets

Herbert Blankesteijn

Vorige week hebben negen electronicabedrijven de licentievoorwaarden bekend gemaakt van de technieken voor een opvolger van de dvd. Deze kan dit jaar al in de winkel liggen. Maar de geschiedenis herhaalt zich: er komt een strijd tussen minstens twee standaarden.

Opvolger van de dvd? De meeste consumenten hebben net hun dvd-speler, en beginnen een collectie voorbespeelde dvd's aan te leggen. De opneembare dvd moet nog aan zijn opmars beginnen. Helaas, de techniek schrijdt voort en de industrie wil geld blijven verdienen. En er zitten voordelen aan de nieuwe dvd, die Blu-Ray gaat heten. Als tenminste een consortium met onder andere Philips, Sony, Pioneer, Sharp en Samsung zijn zin krijgt. Een concurrerend systeem, dat 'Blue-laser' genaamd, wordt gepropageerd door Toshiba en NEC.

Beide systemen gebruiken een blauwe laser. Zowel de conventionele cd als de huidige dvd hebben een rode laser. Kleur zegt iets over golflengte: de rode lasers van cd en dvd hebben een golflengte van 650 nanometer (nm - een nm is een miljoenste van een mm), en de blauwe hebben een golflengte van 405 nm. De golflengte bepaalt hoe klein de structuren zijn die kunnen worden gelezen (en geschreven bij opneembare schijven). Met een kleinere golflengte kun je dus informatie dichter op elkaar pakken. Bij de Blu-Ray wordt, vergeleken met de dvd, de breedte van de sporen op de cd ruim gehalveerd (van 740 nm tot 320 nm) terwijl de lengte van de putjes die de informatie vertegenwoordigen bijna drie keer zo klein wordt (van 400 nm tot 140 nm). Zo kan op een Blu-Rayschijf een verbijsterende 27 GB aan informatie op één laag, bijna zes keer zoveel als de 4,7 GB van een dvd. Bij het alternatieve formaat van Toshiba en NEC is dit 15 GB. Net als de huidige dvd kunnen de nieuwe schijven aan twee kanten worden beschreven, en er kunnen twee lagen per kant worden beschreven - al kan dat laatste alleen bij de voorbespeelde versie. 27 GB is goed voor zo'n 600 uur mp3-muziek of meer dan twee uur video in hoge kwaliteit. Dat betekent dat je een film niet over twee schijven hoeft te verdelen, zoals bij dvd's vaak nodig is.

Er zijn meer verschillen. De Blu-ray gebruikt een sterkere lens en een dunnere beschermlaag dan de huidige schijven. Het gevolg is, behalve de hogere dichtheid van informatie, dat Blu-ray minder gevoelig is voor afwijkingen van de ideale stand van de schijf. Dat betekent minder kans op storingen bij het afspelen (voor technische gegevens zie http://www.blu-raydisc.info/ en voor mooie visuele informatie http://www.blu-raydisc.info/WhatsBlu-ray/what's_blu-ray.pdf).

De technieken in Blue-laser daarentegen lijken meer op die in de dvd en de cd. Het voordeel daarvan is, dat de fabrieken minder hoeven worden aangepast. Spelers kunnen daardoor goedkoper worden en sneller op de markt zijn. Ook is het mogelijk apparaten te maken waarin zowel de oude als de nieuwe schijven kunnen worden gebruikt. Bij Blu-Ray is dat veel moeilijker. Ook bestaat de kans dat Blu-Rayschijven in een cassette moeten worden gebruikt, wat minder handig is. Toshiba en NEC zijn dus opportunistischer, en dat loont vaak.

Het gezeur over standaarden wil maar niet ophouden. Bij de dvd is het hoogst onoverzichtelijk [zie 026 020427 Dvd-rw niet kopen.doc] met dvd+rw, dvd-rw en dergelijke. De Blu-Raystandaard laat trouwens zelf al drie soorten schijven toe: van 23,3, 25 en 27 GB. Hiermee kunnen schijven in verschillende prijzen en kwaliteiten worden gemaakt. Hoe dan ook, het Dvd-Forum, dat over de standaard geacht wordt te waken, kan geen orde houden. De beschrijfbare dvd is hierdoor nog steeds geen succes.

Aan nieuwe technieken voor schijven van 140 GB tot zelfs 1000 GB wordt alweer gewerkt. Misschien moeten we daar maar eens op wachten.