Eindelijk een echt 3D-scherm?
Herbert Blankesteijn
Weergave in drie dimensies is een ideaal waarop al jaren wordt gejaagd, vooral voor computerspellen, maar ook bijvoorbeeld voor ontwerpsoftware. Ook de televisie- en filmwereld loert op 3D-beelden.
Als op dit moment een spel wordt aangeprezen als 3D betekent dat, dat in de computer een beschrijving in drie dimensies is opgeslagen van een wereld, waarin de speler zich naar believen kan bewegen. Maar de weergave op het scherm is zo plat als een dubbeltje, en onderscheidt zich niet van het beeld dat een camera naar een televisiescherm stuurt. Beide ogen krijgen hetzelfde beeld, en alleen bewegingen suggereren diepte.
De echte 3D-sensatie krijg je pas wanneer beide ogen een verschillend beeld krijgen, zoals in werkelijkheid ook gebeurt. Doordat linker- en rechteroog niet op precies dezelfde plaats staan, kan het brein 'uitrekenen' waar een object zich bevindt. Zo kan onze hand een theekopje pakken zonder eerst in het rond te tasten: we weten waar het staat.
Er zijn talloze manieren bedacht om driedimensionale beelden bij het publiek te krijgen. De bekendste is wel de constructie met roodgroene brillen. Het beeld voor het linkeroog wordt dan in het rood opgenomen en het rechterbeeld in het groen. Met een bril met verschillend gekleurde glazen ziet elk oog dan alleen het juiste beeld. Het 3D-effect werkt, maar het beeld is uiteraard niet in kleur - en ook niet in zwartwit. Het roodgroene mengsel is gekmakend, en op den duur bevalt het niet.
Hetzelfde principe kan worden toegepast met een bril met polaroid glaasjes. Een polaroidbril kan onderscheid maken tussen twee soorten licht, 'horizontaal gepolariseerd' en 'verticaal gepolariseerd'. Deze techniek is geschikt voor bijvoorbeeld filmprojectie. In de computerwereld bestaan systemen waarbij beelden voor linker- en rechteroog om en om op de monitor worden gezet, terwijl een electronische bril de glazen voor linker- en rechteroog om beurten ondoorzichting maakt.
Maar ja, die vermaledijde brilletjes. Daar heeft het publiek dus geen zin in. In de loop van vorig jaar heeft het Japanse electronicaconcern Sharp verschillende keren laten weten, bezig te zijn met 3D-schermen die zonder bril kunnen worden bekeken. In oktober zijn deze gedemonstreerd op een beurs nabij Tokio. Dit voorjaar zouden ze op de markt komen. Het gaat om min of meer normale platte LCD-kleurenschermen die van achteren niet door een grote lamp worden verlicht, maar door een fijn verticaal lijnenpatroon. Het scherm wordt verdeeld in verticale kolommen van pixels: de even kolommen stellen het beeld voor het ene oog samen, de oneven dat voor het andere. Dank zijn de verlichting in lijnen ziet elk oog alleen de juiste kolommen - als de kijker op de juiste afstand van het beeldscherm staat. Het is duidelijk dat op deze manier de helft van de beeldscherpte verloren gaat. Illustraties die een en ander verduidelijken staan op http://sharp-world.com/corporate/news/020927.html (persbericht van Sharp) en op http://www.overclockedcafe.com/dti/dti_2.html.
De laatste link gaat naar een bespreking van een heel ander apparaat: de 2015XLS
van Dimension Technologies. Beet liep deze tegen het lijf bij naspeuringen op internet. Dit is een monitor die aan de hand van de beschrijvingen niet van die van Sharp te onderscheiden valt. Anderhalf jaar geleden was hij al te koop; hij kost nu minimaal 1700 dollar (!). Talloze 3D-spellen en een aantal grafische kaarten worden ondersteund, en je kunt met een knop kiezen voor weergave in 2D.
Dat deze monitoren nog niet de wereld hebben veroverd wijst erop dat de behoefte eraan niet zo groot is als de computerindustrie hoopt. De recensenten van anderhalf jaar geleden wezen eendrachtig op het nadeel dat je aan één plaats gebonden bent. Dat is erg wennen, en samen kijken kan niet.
Aan de andere kant kan Sharp mogelijk voor een prijsdoorbraak zorgen. Het bedrijf is duidelijk bezig de wereld rijp te maken voor introductie. In de lente moet blijken of de 3D-monitor meer is dan een niche-product.