En dan nu het oprolbare
beeldscherm
Herbert Blankesteijn
Iets meer dan een half jaar
geleden maakte Beet melding van twee nieuwe soorten beeldschermen [034 020622
Smeerbare of opvouwbare schermen]. Nog voor deze goed en wel op de markt zijn,
dienen alweer andere technieken zich aan.
Het eerste type waar het in juni
over ging was een variant op het lcd- of tft-scherm. (Lcd betekent 'liquid
crystal display' en tft staat voor 'thin film transistor'; deze termen duiden
beide de schermen aan die in noteboks en platte computermonitoren zitten.) Dit
nieuwtje hield in dat het vloeibare kristal, een sleutelmateriaal in dit soort
schermen, kon worden gesmeerd op één ondergrond, in plaats van dat het tussen
twee platen moest worden gespoten. Dat
zou een sneller, goedkoper fabricageproces opleveren en een grotere verscheidenheid
aan mogelijke ondergronden. De tweede ontwikkeling was die van 'e-ink', een
papierachtig materiaal dat met steeds nieuwe beelden kon worden gevoed. In
november is bekend geworden dat Philips dit digitale papier in 2003 op de markt
wil brengen. Het zal duur zijn in aanschaf maar belooft prettiger te lezen en
goedkoper te zijn in het gebruik, omdat het zonder verlichting leesbaar is.
Deze schermen zullen in eerste instantie niet opvouwbaar zijn, zoals Beet in
juni schreef. Daar kunnen ze niet tegen. Oprollen kan wel.
Het wordt druk op deze markt,
want er komt nog een derde type aan (en een vierde, waarover volgende week).
Het gaat hier om - weer zo'n afkorting - oled's: 'organic light emitting
diodes'. Led's, ofwel light emitting diodes zonder meer, zijn al in talloze
consumentenapparaten te vinden. Rode lampjes op stereo- en videoapparaten en
televisies zijn meestal led's. Ook zijn ze steeds meer in stoplichten te
vinden. Ze worden veelal gemaakt van aluminium-galliumarsenide (AlGaAs). In
leds springen electronen eerst door de electrische spanning van een lage naar
een hogere energietoestand, waarna ze licht uitzenden bij het terugvallen naar
de lagere toestand.
Al in 1989 is een organisch
materiaal ontdekt dat licht uitzond onder elektrische spanning - in feite een
plastic: p-phenyleenvinyleen. Deze stof
zendt geelgroen licht uit. Binnen tien jaar waren er verwante stoffen die rood
en blauw uitzonden, waarmee de drie basiskleuren waren vertegenwoordigd die
vereist zijn voor beeldschermen.
Oled's
hebben voordelen boven de andere technieken. Een Lcd-scherm, beroemd om zijn
zuinigheid, is een doorschijnend scherm met een lichtbak erachter. Oled's geven
zelf licht. Dat betekent dat oled's nóg zuiniger zullen zijn. Maar ook zullen
computerschermen, telefoons en zakcomputers met oled-schermen heel wat dunner
kunnen zijn dan de huidige, die lcd-displays hebben. De fabricagetechniek zal
eenvoudiger zijn omdat druktechnieken kunnen worden gebruikt. Er zijn minder
fabricagestappen nodig en minder verschillende materialen. De kosten kunnen in
potentie afnemen tot eenvijfde van die van nu.
Vergeleken
met het electronisch papier, dat zelfs leesbaar blijft als de stroom is
afgezet, zijn oled's minder zuinig. Daar staat tegenover dat oled's ook onder
ongunstige lichtomstandigheden leesbaar blijven. Met oled's worden bijvoorbeeld
lichtgevende reclameposters en verkiezingsaffiches mogelijk, die van afstand
van een nieuwe boodschap kunnen worden voorzien.
Philips, Sony, Hitachi, Toshiba DuPont en Lucent houden
zich met deze ontwikkeling bezig. In militaire kringen bestaat interesse omdat
oled's de informatievoorziening in het veld zouden kunnen dragen. Philips maakt
al enige tijd een scherm van 1,4 inch voor telefoons en dergelijke. Een
dergelijke nieuwe techniek moet zich eerst bewijzen in kleine apparaten; grote
schermen maken is al gauw te duur. In deze markt gaat nog maar net 100 miljoen
per jaar om. Maar volgens kenners kan dat over twee tot vier jaar in de
miljarden lopen. Over een jaar of vijf moeten de lcd-schermen bij de pc gaan
vrezen voor hun toekomst.