Prinsen en ministers voor de rechter
Herbert Blankesteijn
Vorige week stonden in Amsterdam zes Nigerianen voor de rechter, verdacht van oplichting. Ze zouden mails hebben rondgestuurd waarin ze zich voordeden als prinsen, ex-ministers, bedrijfsdirecteuren of hoge ambtenaren. De ontvangers werden miljoenen geboden wanneer ze zouden helpen een nog groter bedrag Nigeria (of een ander Afrikaans land) uit te smokkelen. Wie reageerde werd meegezogen in een duistere reeks illegale en/of gefingeerde administratieve handelingen, waarbij voortdurend geld werd gevraagd voor leges, omkoping of zelfs de aanschaf van chemicaliën voor het reinigen van bankbiljetten. Soms werden ontmoetingen gearrangeerd waarbij het slachtoffer een grote koffer met geld te zien kreeg.
Eerder is hier beschreven hoe ene Klaas de Vries een dergelijke correspondentie begon met het doel de oplichter aan het lijntje te houden. Dat lukte maandenlang. Op de site www.scamorama.com staan meer dergelijke briefwisselingen. De grappen waaraan de oplichters worden blootgesteld zijn soms geniaal.
Het opgeven van telefoonnummers van sexclubs en politiebureaus valt in de categorie
eenvoudig leedvermaak. Leuker wordt het al wanneer de reflectanten zich voordoen als vrouw. Soms blijken de oplichters dommer dan hun eigen doelgroep en laten ze zich verleiden tot erotische fantasieën, waarbij ze het gelukkige huwelijk waar ze eerder gewag van maakten vergeten of verloochenen. Of ze laten zich naar het vliegveld van Lagos praten voor een ontmoeting, waarbij vanzelfsprekend niemand komt opdagen. Een van de Nigerianen laat zich zo het hoofd op hol brengen door een paar sexy foto's dat hij toegeeft mee te doen aan een internationale zwendel.
Soms lijkt er een begaafd scenarioschrijver aan het werk. Een Fin, Kalle Tappinen, doet of hij het hem gegeven nummer in Nigeria heeft gebeld en daar een onbekende aan de lijn heeft gekregen, die zegt de partner te zijn van de oorspronkelijke oplichter. Vervolgens meldt hij in de ene mail na de andere het vorderen van de onderhandelingen met deze 'partner'. De eigenlijke oplichter denkt dat hem de loef wordt afgestoken door een concurrent, die nog toegang heeft tot zijn telefoonnummer ook, en raakt in blinde woede en paniek. Hij waarschuwt voor deze 'bedrieger' en somt uit eigen beweging alle trucs op die door de Nigeriaanse mailmafia worden toegepast om nietsvermoedende Westerlingen een poot uit te draaien.
Het geeft duidelijk veel voldoening om misdadigers zo hun tijd te laten verspillen. Maar het lijkt erop dat deze verliespost door de zwendelaars intussen wordt ingecalculeerd. De frauduleuze mails blijven gewoon komen, en als je antwoordt wordt de correspondentie afgekapt wanneer concreet resultaat te lang uitblijft.
Een dergelijke briefwisseling kost ook de bona fide deelnemer veel tijd. In plaats van met kwaliteit kan de oplichters het leven zuur worden gemaakt met kwantiteit. 'Gewone' spammers vermelden gefingeerde mailadressen als afzender, omdat ze anders de wraak van internetgebruikers tegemoet kunnen zien: ze worden zelf gebombardeerd met mail. De Nigerianen moeten werkende adressen meesturen: zo komen ze met goedgelovigen in contact. Als ontvangers van dergelijke mailtjes de adressen van de afzenders op een openbare plaats op internet deponeren, kan de hele gemeenschap deze adressen gebruiken om zinloze mailtjes terug te sturen: één mailtje aan honderd adressen is zo verstuurd. In Nigeria wordt het vinden van echte gegadigden zo een stuk moeilijker. Een dergelijke site heb ik opgericht: www.voy.com/146938/
Breng daar alstublieft zoveel mogelijk recente adressen. De uitspraak in de oplichterszaak in Amsterdam is komende vrijdag.