Kooivechten voor robots
Herbert Blankesteijn
Draaischijven zijn verboden op de 2nd International Dutch Robot Games, het afgelopen weekeinde in Darling Expo in Rijswijk. Pech voor de robot Scorpion uit Engeland, waarvan de eigenaar bereidwillig uitlegt dat zijn tweetandige schijf kan ronddraaien met 6000 toeren per minuut. De uitsteeksels bereiken zo snelheden boven de 450 km per uur.
'Als je daarmee een tegenstander raakt, kunnen er brokstukken wegvliegen met meer dan 100 km per uur,' licht organisator Werner Hess toe. 'Bij wedstrijden in Engeland is het glas tussen robots en publiek twee cm dik. Wij hebben maar negen mm, daarom moesten we de draaischijven verbieden.'
Jammer voor Scorpion, die overigens voldoende scherpe uitsteeksels overhoudt om flinke deuken in zijn opponenten te rammen. Jammer ook voor de Nederlandse Pulverizer. Het aanbod van de bouwers om het toerental van de draaischijf terug te regelen wordt afgewezen. Voor Pulverizer is de draaischijf het enige wapen. De maker, gekleed in een witte overall met gouden revers, besluit toch mee te doen. 'Dan blijft het maar bij duwen, of waarschijnlijk geduwd worden.'
Bij robotgevechten, bekend van de televisie waar ze Robot Wars of Battlebots heten, gaat het erom de tegenstander zo toe te takelen dat hij niet meer functioneert, of hem in de 'put' te werken, een rechthoekig gat in de ring waar wordt gevochten. De robots worden op afstand bestuurd. De regels zijn niet standaard, zoals de maatregel rond de draaischijven laat zien. Ditmaal worden elke ronde drie robots op elkaar losgelaten. Ze krijgen drie minuten de tijd. Wie meer dan een meter weet te rijden (dat lukt niet iedereen) krijgt alvast een punt. De winnaar krijgt er tien, en nummer twee vier. Als er na drie minuten nog meer dan één robot in werking is, beslist de jury.
Bij de televisieuitzendingen van de BBC en BNN lijken de robots net speelgoedautootjes. In het echt zijn ze indrukwekkend. Ze mogen honderd kilo wegen, twee meter lang en 1.40 m breed zijn. Alleen al de pantsering, bij de meeste ongeveer een halve centimeter staal, maakt loodzwaar. Zo'n harnas is nodig vanwege de slagwapens die sommige robots voeren: lange zwaaiende armen met puntige uitsteeksels die klappen met een kracht van drie ton kunnen uitdelen. De robots dragen hun littekens van eerdere gevechten als trofeeën. 'Deze is van Tornado, die van Dominator, …' somt de Brit van Bigger Brother trots op als hij de krassen, deuken en putten aanwijst.
Deuken doen geen pijn, weten de roboteers. Vrijwel elke schade wordt trouwens in de pits in een mum gerepareerd. Daar zoeken de deelnemers elkaar ook vriendschappelijk op, geïnteresseerd in elkaars problemen en vondsten. Psychologische oorlogvoering is er soms wel. 'Good luck wensen voor de wedstrijd werkt heel goed,' grijnst de man van Bigger Brother.
Gevaarlijk in het gevecht zijn de 'flippers', die met een scheparm tegenstanders omgooien. Zelf kunnen sommige zich met hun eigen arm weer rechtop werken. De flipper frenzy, een demonstratiegevecht tussen zes flipperrobots, is een spektakel van rondvliegend metaal dat wordt gewonnen door Hard, een kleine maar vrijwel onkwetsbare robot van het Belgische team Compactory.
Intussen wordt het officiële toernooi gewonnen door Tough As Nails, een Nederlands product dat eruit ziet als een tang op wielen. In een zinderende finale wordt deze robot eerst bijna knockout geslagen door zijn Britse rivaal Edge Hog. Ondanks een beschadigd wiel weet hij weer in beweging te komen, de tegenspartelende Brit te grijpen en in de put te werpen. Daarna is Tough As Nails niet meer bij machte bij de put vandaan te komen, waardoor Edge Hog kans ziet vanuit de diepte nog enkele rake klappen uit te delen, tot de wedstrijdleiding het gevecht staakt.
De Achterpaginaprijs voor het meest angstaanjagende gevaarte gaat naar de Duitse debutant I-Bot One Alpha. Dit monster ontduikt listig het verbod op draaischijven. Met twee kloeke uitstekende voorhamers gaat de robot zelf staan tollen en brengt hij zijn opponenten geweldige slagen toe. Een belofte.