Bluetooth in de groei

Herbert Blankesteijn

De draadloze techniek Bluetooth is, een paar jaar te laat, aan een opmars bezig. Wat kun je ermee, hoe makkelijk is dat, en wat zijn de kinderziekten?

Bluetooth, bedacht door de Nederlander Jaap Haartsen en ontwikkeld bij Ericsson, is niet de eerste of de enige standaard in de microelectronica die traag van start is gegaan. Ook bijvoorbeeld de cd-rom, de dvd (1997) en de aansluitbus usb (1998) kwamen maar moeizaam op gang en werden niettemin een groot succes. Het aantal apparaten in de winkel dat met Bluetooth is uitgerust neemt nu snel toe. Het zal niet lang meer duren of ook de goedkopere telefoons en zakcomputers zijn ermee uitgerust.

Oppervlakkig bezien lijkt Bluetooth een standaard voor draadloos netwerken. Het is daarvoor in principe te gebruiken: het is bijvoorbeeld mogelijk via Bluetooth bestanden te transporteren van een pocket-pc naar een notebook en andersom. Maar dat is niet de kracht van de techniek. De snelheid van datatransport, nog geen 1 Mb/s, is daarvoor te klein en het bereik, een meter of tien, ook. Bluetooth is er voor apparaten die in elkaars onmiddellijke nabijheid zijn, zoals een pc en zijn printer, de muis, het toetsenbord, en die bescheiden hoeveelheden data uitwisselen, zoals een zakcomputer of een gsm. Op de markt zijn inmiddels ook videocamera's met Bluetooth (Sony), maar deze kunnen zich beter beperken tot het versturen van stilstaande plaatjes. Voor de grote bestanden van bewegend beeld mist Bluetooth de bandbreedte.

Internetten op een zakcomputer (pda) of notebook, met een gsm als modem, kon tot voor kort via een kabel tussen die twee, of via een infraroodverbinding. In het laatste geval moeten computer en telefoon precies in elkaars infraroodoog kijken; de verbinding kan worden verbroken door een ongelukkige beweging van een van beide. Met Bluetooth kan de computer draadloos internetten zolang de gsm in de buurt is en aanstaat. De telefoon kan zelfs in de binnenzak blijven. En de zakcomputer kan draadloos printen zonder tussenkomst van een pc. Als de printer van Bluetooth is voorzien uiteraard.

Net als usb in 1998 had Bluetooth in 2001 het probleem dat de standaard veelbelovend was, maar dat er niet of nauwelijks apparaten waren die ermee overweg konden. In 2002 is het aantal verkrijgbare Bluetooth-apparaten snel toegenomen. Hoe makkelijk is het om al deze instrumenten met elkaar te laten praten? Intermediair heeft de proef op de som genomen met een greep uit de verzameling.

Een voor de hand liggende combinatie is een telefoon met een headset. Keus uit Bluetooth-telefoons is er genoeg; Ericsson verkoopt voor €199,- de headset HBH-30. Met de handleiding in de hand blijkt het geen moeilijke opgave deze te 'paren' met een Ericsson T68i mobiele telefoon. Dat 'paren' is een handeling die altijd één keer nodig is om twee Bluetooth-apparaten elkaar te leren kennen: ze moeten in de 'vindbare' stand gezet worden en gaan zoeken naar collega-apparaten. Daarna moet de eigenaar onder de gevonden apparaten op het scherm het bedoelde exemplaar aanwijzen (op ict-samenkomsten kan het aantal aanwezige Bluetooth-apparaten in een straal van tien meter flink oplopen). Tenslotte moet de juiste pincode voor de aanstaande partner worden ingevoerd. Dat laatste is een veiligheidsmaatregel, die voorkomt dat een onbevoegde van afstand in uw zakcomputer of telefoon gaat rondneuzen.

Na dit kennismakingsritueel kan de headset worden gedragen als een vast onderdeel van de uitrusting van de zakenman. Op straat, op kantoor, in de auto en zelfs thuis kan met een lichte aanraking van de headset een gesprek worden aangenomen. Door middel van voice dialing, dus het uitspreken van een op de telefoon ingestelde naam, kan zelfs een aantal nummers worden gekozen. De carkit kan de deur uit; een stijve arm van het telefoneren is verleden tijd, en je kunt een gesprek voeren tijdens allerlei bezigheden die twee handen vereisen. De headsetgebruiker wordt nog wel vreemd aangekeken, maar dat zal niet lang zo blijven. Een nadeel is wel dat het bereik wat minder is dan de verwachte tien meter. Als de telefoon in de jas aan de kapstok is gebleven, is de headset een meter of vijf verderop al incommunicado.

De pc maakt intussen kennis met een Bluetooth-desktop van Microsoft (€ 199 voor muis plus toetsenbord, of € 99 voor alleen een muis). Hier gaat het installeren van de hardware vrijwel vanzelf tijdens het installeren van de meegeleverde software. Muis en toetsenbord werken meteen, zonder gedoe met pincodes. Er treden wat onverwachte problemen op, maar die hebben niet allemaal met Bluetooth te maken. De installatiesoftware geeft sommige knoppen op het toetsenbord andere functies dan de gebruikelijke. Zo kun je opeens met Alt-F4 geen venster meer sluiten. Het deïnstalleren van de software verhelpt dit probleem zonder dat de Bluetooth-apparaten ophouden met werken - daar moet je als gebruiker maar opkomen.

Lastig is dat het Bluetooth-toetsenbord bij het starten van de pc pas werkt wanneer Windows is geladen. Als tijdens het opstarten het indrukken van toetsen nodig is (bijvoorbeeld voor het kiezen van een besturingssysteem of het intoetsen van een wachtwoord) moet dit met een ouderwets toetsenbord. Er zijn enkele pc's op de markt die al tijdens de opstartprocedure Bluetooth laten werken, maar veel zijn het er nog niet.

Wat is in dit geval het voordeel van Bluetooth boven de gebruikelijke draadloze muizen en toetsenborden, die met 27MHz radiosignalen werken? Kort en goed: het bereik is groter, en de verbinding is betrouwbaarder doordat Bluetooth minder gevoelig is voor storingen. Het bereik blijkt de tien meter ruim te boven te gaan. Dat maakt deze techniek ideaal voor bijvoorbeeld presentaties op een podium, waar soms een grote afstand tussen muis en pc nodig is. De set is duur, maar Microsoft levert een Bluetooth-ontvanger mee, en dat spaart weer €50 uit. Je kunt hier maximaal zeven Bluetooth-apparaten op aansluiten, maar dat gaat niet makkelijk doordat de benodigde pincode slechts eenmaal wordt vertoond en daarna nergens meer is te vinden.

Twee pocket-pc's, een iPaq h5455 van Hewlett-Packard en een PocketLoox 600 van Fujitsu-Siemens, laten zich beide moeiteloos aansluiten op de T68i-telefoon, al is het even een weet dat de PocketLoox aan de zijkant een knopje heeft om de Bluetooth-functie in en uit te schakelen. Compaq verdient hier een compliment voor een aparte, geheel aan Bluetooth gewijde handleiding.

Het is een bijzondere ervaring - nu nog wel - om met een handcomputer draadloos te internetten. Het is de telefoon die de verbinding legt, maar je hoeft hem er niet bij te pakken. Het is alsof de pda een ingebouwde draadloze modem heeft. Bij het surfen met de pda moet je de weg op internet opnieuw leren vinden. Veel sites hebben geen aangepaste versie voor het kleine scherm van de pocket-pc. Wap-sites, die zijn afgestemd op telefoonschermen, zijn wat dat betreft handig: geen grafische flauwekul, wat ook de snelheid ten goede komt, en zakelijke, extreem korte informatie. Pretsurfen doe je op een zakcomputer waarschijnlijk toch niet.

Wie denkt dat het ook wel makkelijk zal zijn een notebook en een gsm via Bluetooth te koppelen, komt bedrogen uit. In de eerste plaats zijn nog maar weinig notebooks standaard voorzien van Bluetooth. Dat betekent dat je apart een ontvangertje moet aanschaffen en installeren. Je hebt ze voor de usb-poort en als pc-kaart. In beide gevallen worden er schaarse aansluitpunten op de computer bezet; aan de gebruiker te beslissen welke keus het minst onhandig is. Door een ergerlijke eigenaardigheid van Ericsson kun je de T68i alleen als draadloze modem voor een pc installeren, als Outlook aanwezig is. Wie dit programma niet heeft, zal er een kapitaal voor moeten neertellen of een illegale versie moeten zoeken, anders gaat de hele grap niet door.

Pocket-pc's komen het best tot hun recht als ze gekoppeld zijn aan een notebook of een bureau-pc. Agenda- en adresgegevens, mail en andere data kunnen dan regelmatig worden 'gesynchroniseerd' met die in de pc. Wie dat draadloos wil doen moet voor de pc apart een Bluetooth-ontvanger kopen, tenzij die er al staat in verband met andere apparatuur, zoals de desktop van Microsoft. Pocket-pc's hebben ook een sterke voorkeur om te communiceren met een pc met Outlook. Wie de voorkeur geeft aan andere software voor mail, adressenbeheer en agenda, is beter af met een pda met het besturingssysteem van Palm. De Tungsten van Palm heeft Bluetooth, en het topmodel van de Clie-reeks van Sony ook.

Een structureel bezwaar van Bluetooth is het feit dat de apparaten telkens twee aan twee met elkaar moeten kennismaken. Naarmate je Bluetooth-collectie groeit, wordt het steeds meer werk een nieuw element toe te voegen. Als de pc, de mobiele telefoon en de printer Bluetooth hebben en er komt een pda bij, dan moet de nieuweling aan alle drie al aanwezige apparaten apart worden voorgesteld.

Het beeld is langzamerhand helder: Bluetooth kan veel gemak opleveren als het eenmaal werkt, maar vereist flink wat gepruts voordat het zover is. De fabrikanten die de standaard propageren hebben dit door. Op een aan Bluetooth gewijde conferentie in San Jose in december, zei Mike McCamon, directeur van de Bluetooth Special Interest Group, dat Bluetooth-producten binnen vijf minuten na het uitpakken moeten werken. De geschiedenis leert dat dit met een nieuw genre apparaten op den duur wel lukt. Maar het is nog niet zover.