Mobiel hindernetten 2

Herbert Blankesteijn

Eindelijk is het zover: ik kan mobiel internetten op eigen kracht. Na honderdduizend mobiele apparaatjes te hebben getest heb ik eindelijk zelf geïnvesteerd. En prompt komen de bedenkingen. Een van die bedenkingen is natuurlijk: hoe moeten normale consumenten dat doen, die niet de ene kandidaat na de andere mogen testen op kosten van de fabrikanten. Mislukkingen zijn duur in deze tak van sport.

Nu heb ik een bluetooth-telefoon als centraal communicatie-apparaat, een Nokia 6310i. Zo kan ik altijd nog kiezen wat voor computer ik gebruik om via deze telefoon te internetten. Om te beginnen heb ik een pocket-pc gekocht, een PocketLoox van Fujitsu-Siemens, uiteraard ook met bluetooth.

Nou heb ik in het verleden onvriendelijke dingen gezegd over Ericsson [Mobiel hindernetten], maar nu is Nokia aan de beurt. De handleiding van de 6310i is een regelrechte catastrofe, vooral op het gebied van bluetooth. Wanneer je twee bluetooth-apparaten wilt laten samenwerken, moet je ze 'paren'. Dat houdt in dat je ze elkaar moet laten zoeken, en wanneer ze elkaar gevonden hebben moet je aan beide vertellen dat de ander OK is door een pincode in te toetsen. Dát vertelt Nokia je nog wel - ze noemen het een 'bluetooth-wachtwoord' in de handleiding - maar wat dat wachtwoord is staat niet in de bluetooth-paragraaf, en hoe je het eventueel kunt instellen ook niet.

Niets hierover ook in de paragraaf over 'Beveiligingsinstellingen'. Een index waarin je zou kunnen zoeken, ontbreekt. Uiteindelijk vond ik bij de 'Algemene informatie' een alinea over een 'beveiligingscode' die standaard af fabriek 12345 zou zijn. Niets wees erop dat dit iets met bluetooth te maken zou hebben, maar in wanhoop heb ik het geprobeerd, en het werkte.

Ook de PocketLoox maakte me gierend gek, alleen hier weet ik niet wie de schuld moet krijgen: bluetooth (dus eigenlijk Ericsson), Nokia, Fujitsu-Siemens of Microsoft (dat het besturingssysteem op zijn geweten heeft). Ik zou verwachten dat je op de pocket-pc een pincode moet intoetsen die je toegang geeft tot de telefoon, en op de telefoon een code die hoort bij de pocket-pc. Maar zo blijkt het dus niet te zijn. Op de PocketLoox moest ik de code intikken van de Nokia, en op de Nokia… óók die van de Nokia. Om toegang te krijgen tot de pocket-pc! Dat is nog eens een autorisatie.

Ik wilde de Nokia gebruiken als modem op het inbelnummer van mijn internetprovider. Zo kan ik mijn overtollige mobiele belminuten opmaken en internet ik in feite gratis. Dus niks gprs, dat komt later wel eens. De modeminstellingen op een pocket-pc zijn óók een verschrikking, en dat is wél de schuld van Microsoft. Het inbelnummer staat in het ene hoekje van het systeem, gebruikersnaam en wachtwoord heel ergens anders, en 'prefixes' die je vóór het eigenlijke inbelnummer moet draaien (als je bijvoorbeeld achter een centrale zit) staan op wéér een andere plek. Als ik het nu moest laten zien zou ik het niet eens meer weten, ook al heb ik het intussen een keer of vijf ingesteld. Tot overmaat van ramp worden er standaard allerlei negens en andere rare cijfers gedraaid, die waarschijnlijk in de VS gebruikelijk zijn, ook al heb je allang ingesteld dat je in Europa bivakkeert. Het is een rotklus om dat allemaal weg te krijgen.

Zo zou ik kunnen doormopperen, maar het idee is duidelijk. De lust om mobiel te internetten vergaat je zo wel. Ik kan eraan toevoegen dat het installeren van de verbindingen op een Palm Tungsten veel eenvoudiger is. Maar dan deugt er weer iets anders niet: ik heb op de Palm twee browsers geprobeerd, Eudora Web en Web Pro, en beide weten ze veel minder sites goed op het scherm te vertonen dan Internet Explorer op de pocket-pc. Laten we er maar niet over speculeren hoe dat nou weer komt.

Graag jullie eigen ervaringen bij het tot stand brengen van een mobiele internetverbinding!