Spel, reken, navigeer zelf!
Herbert Blankesteijn
Als ik iets moet uitrekenen, neem ik de rekenmachine. Het is niet meer denkbaar dat ik zonder calculator zit, want er zit er een op mijn pc, op mijn notebook natuurlijk ook, ik heb er zeker drie op mijn Palm, allebei mijn mobiele telefoons hebben er een en ik heb zelfs een horloge dat kan rekenen.
Hoofdrekenen hoef ik dus niet meer te kunnen. Maar omdat ik het wel kan, kan ik voorkomen dat ik bedrogen word, bij een tweedehands autohandel of gewoon aan de kassa van een winkel. Ook is het een goed middel om gelijk te krijgen in borreltafelgesprekken, om maar te zwijgen van interviews. Zelf iets narekenen is ook handig om in bankafschriften of belastingpapieren vuiligheid te kunnen signaleren.
Ik vind dat je pas naar de machines moet grijpen wanneer je zelf de kunst goed machtig bent. Zo is het ook bij spelling- en grammaticacheckers: zie mijn eerder stukje 'Speling'. Je moet zelf goed kunnen spellen en formuleren, want machinale taalcheckers zien fouten over het hoofd en introduceren vergissingen waar er geen zijn. Het enige verstandige gebruik van dat soort programma's is bij het nalopen van een tekst op tikfouten.
Op dit moment maken we een opmars mee van de navigatiesystemen in de auto. De vastschroefbare systemen worden snel goedkoper, en er is een vloed van betaalbare draagbare systemen zoals de Tomtom Navigator. Heb je een zakcomputer, dan kun je die voor relatief weinig geld uitbreiden tot een compleet navigatiesysteem.
Zoals we nu allemaal een gsm-telefoon hebben en een draagbare cd-speler, zo loopt over een paar jaar iedereen met zo'n navigatiesysteem rond. Is het niet op basis van het Global Positioning System, dan wel door plaatsbepaling via het gewone GSM-netwerk. En is het niet met navigatiesoftware in het eigen geheugen, dan wel door communicatie met een of andere site op het draadloze internet.
Ik denk niet dat dat goed gaat. De eerste pakweg tien keer dat ik naar mijn schoonouders reed zat mijn vriendin naast me en vertelde ze me hoe ik moest rijden. Al die tijd had ik geen idee welke weg we volgden. Ik begon pas te begrijpen wat er gebeurde, en leerde pas de route uit mijn hoofd, toen ik me één keer alleen had moeten redden, met een kaart.
Ander voorbeeld. Vaak moet ik naar adressen waar ik niet eerder ben geweest, voor werkbezoeken of interviews. De routebeschrijving weiger ik als ik de kans krijg. Waarom? Als ik dan verkeerd rijd, door eigen schuld of doordat de beschrijving niet deugt, is het veel moeilijker om terug op het goede spoor te komen. Als ik thuis even zelf een route uitstippel rij ik er meestal zo naartoe, en als het misgaat kan ik dat veel makkelijker corrigeren.
Ik kan dat nog, want ik ben opgegroeid in het navigatieloze tijdperk. Maar straks heeft iedereen een auto, een telefoon, een zakcomputer en een horloge met ingebouwde navigatie. Moet je ergens heen, dan tik je, pardon spreek je het adres in en volg je blindelings de gesproken aanwijzingen. Niemand heeft dan meer een flauw idee hoever hij van huis is, of in welke richting, en of Apeldoorn ongeveer dezelfde kant op is als Maastricht of juist niet. Zodra er in de geografische informatie een foutje zit, zodra je per ongeluk naar Laren (Gld) rijdt in plaats van naar Laren (NH), of zodra je apparaat de geest geeft, ben je de lul. Want zelf de weg vinden kun je niet meer.
Navigeren? Het is prima om het een machine te laten doen, want dat is veiliger. Maar het werkt alleen als jij het beter kunt dan het apparaat. Want jij moet ergens heen, en jij bent de baas.