Iedereen journalist, iedereen fotograaf

Herbert Blankesteijn

Journalist was al geen beschermd beroep, maar door internet is voortaan iedereen journalist. Of niemand.

Laatst organiseerde de Wall Street Journal een conferentie over digitale zaken voor een select publiek. Kanonnen uit de computerindustrie kwamen optreden. Bill Gates, Steve Jobs, en de oprichters van Google, Larry Page en Sergej Brin. Ze werden op het podium ondervraagd door twee gespreksleiders. Er mochten journalisten bij zijn, maar alles zou off the record zijn tenzij anders overeengekomen. Zo hoopte de WSJ een besloten, openhartige sfeer te creëren.

Maar in de zaal zaten twee personen die een weblog bijhielden, een dagboek op internet. Als betalende bezoekers hadden zij niet toegestemd in zelfcensuur. De organisatie had het publiek niet eens verteld dat er beperkingen golden voor journalisten. Met een schoon geweten deden Denise Howell en David Hornik op hun webpagina's verslag van de interviews, Howell zelfs in vrijwel woordelijke transcripts.

Pijnlijk. De journalisten waren onmiddellijk ontheven van hun zwijgplicht, maar de coryfeeën waren niet belangrijk meer. De berichtgeving had het vervagende onderscheid tussen journalisten en het schrijvende publiek tot onderwerp. Waarom zou je journalisten nog muilkorven? Waarom zou je ze nog toelaten? En hoe krijg je een publiek persoon nog met de voeten op tafel?

Tijdens een bijeenkomst met alléén journalisten dan? Weet je tenminste waar je aan toe bent. Onlangs was ik zelf met een gezelschap bij Scott McNealy, chef van het grote computerbedrijf Sun en verklaard vijand van Microsoft. 'Als je in Windows een mailattachment opent, weet je nooit wat er gebeurt, met al die virussen,' sprak hij, en trok een gezicht of er een bom afging. Een fotograaf knipte, nét te laat. Hij werd door McNealy hartelijk uitgelachen, tot algemene hilariteit. Maar ondergetekende, géén fotograaf of cameraman, had een onopvallende digitale videocamera op schoot. Bijgaande prent staat nu op internet.

'Hoeveel kost het om dat bestand te laten verdwijnen?' mailde McNealy nog. Grapje natuurlijk - en off the record bovendien.