Radio op zwart

Herbert Blankesteijn

 

Talloze radiostations op internet zijn de afgelopen weken opgehouden met uitzenden. Sinds 21 juni weten ze waar ze aan toe zijn. Ze moeten per nummer per luisteraar 0,07 dollarcent betalen aan de muziekindustrie. Voor een groot aantal stations is dat teveel.

 

De meeste stations die het loodje leggen zijn sterk gespecialiseerd. Ze doen bijvoorbeeld aan exotische vormen van jazz of dansmuziek. In ieder geval hebben ze gemeen dat ze uitzenden voor een publiek dat niet betaalt, en dat ook niet interessant is voor adverteerders. Het gaat voor de meeste zenders om maximaal enkele duizenden tegelijk, soms maar enkele tientallen. Ze hebben wel omzet, bijvoorbeeld om apparatuur, verbindingen, ruimte op het web en software te kopen en te onderhouden, maar ze hebben geen winst, soms zelfs geen inkomsten.

 

De meest genoemde bezwaren tegen de nieuwe regeling zijn ten eerste dat kleinschalige internetradio vaak gemaakt wordt door vrijwilligers en een mooi tegenwicht biedt tegen commerciële, grootschalige FM-radio en dus niet over de kling gejaagd moet worden. Ten tweede dat het een jonge bedrijfstak betreft die met zachte hand zou moeten worden behandeld. Ten derde dat een heffing naar inkomsten beter zou zijn omdat dan alleen diegenen betalen die dat ook kunnen. En ten vierde dat het tarief veel te hoog is, zeker als je het vergelijkt met wat etherstations betalen.

 

Over al deze bezwaren heb ik grote twijfels. Het kan zijn dat etherzenders minder betalen, maar wat is nou zeven honderdste cent per liedje? Een luisteraar kan tegen dat tarief vijftien liedjes horen voor een cent, en vijftienduizend voor een eurotientje - ik stel een euro voor het gemak maar even gelijk aan een dollar. Vijftienduizend liedjes van drie minuten is zevenhonderdvijftig uur muziek. Dat is drie maanden lang acht uur per dag. Voor een tientje! En als je goede verbinding hebt, kan je het nog opnemen ook.

 

Ik denk dat de Amerikaanse etherzenders betalen naar verdiensten omdat dat de enige uitvoerbare manier was toen hier een regeling voor werd getroffen. Een heffing per luisteraar is in de VS, met zijn veelheid aan stations, niet te doen. Maar op internet is betalen per luisteraar wel mogelijk, en het komt meer overeen met de geest van het auteursrecht.

 

Het probleem van de gespecialiseerde internetstations is natuurlijk: wie laten we betalen als er geen adverteerders zijn? De oplossing daarvoor is simpel. Als de kosten zo laag zijn zal de luisteraar daar geen enkele moeite mee hebben. Je laat mensen een luistertegoed aanschaffen en als ze inloggen laat je dat tegoed per liedje of per minuut verminderen. Je kunt ze zelfs het dubbele laten betalen zodat je de software kunt bekostigen die je daarvoor nodig hebt, en je station bovendien eindelijk winst maakt. Voor de luisteraar blijft het een schijntje. Maar waarschijnlijk zien de zenders ertegenop dat ze dan moeten professionaliseren en zijn ze bang dat hun aantallen luisteraars zullen halveren.

 

Dat brengt me op het bezwaar van de jonge, tere, sympathieke bedrijfstak. Gelul is dat. Hun computers kopen ze toch ook? Of zeggen ze tegen Gateway en Dell, en tegen hun provider: wij zijn zo jong en teer en sympathiek, doe ons je computers en verbindingen even cadeau? Natuurlijk niet, ze zouden worden uitgelachen. Waarom denken ze dan de platenmaatschappijen en artiesten niet te hoeven betalen? Als ze een tak van sport hebben gekozen waar geen droog brood aan te verdienen valt is dat hun probleem, maar dan moeten ze niet verwachten dat ze het werk van een ander gratis mogen gebruiken.

 

Natuurlijk mag iedereen uitzenden op internet. Dat is het grote voordeel boven de ether. Maar zend dan gewoon je eigen werk uit, of werk van artiesten die daar duidelijk toestemming voor geven. Als je platen uit de handel draait en daar niet voor betaalt, ben je een parasiet en een dief. Dat is tegen de wet, ook op internet.