GroenLinks
waarschuwt Microsoft
Herbert
Blankesteijn
Kamerlid Kees
Vendrik van GroenLinks stelt voor dat de overheid launching customer wordt
van open source software. Dat is software waarvan de broncode (te vergelijken
met de partituur van een muziekstuk) openbaar is, en waar door de gebruiker
zelf aan gesleuteld mag worden. Vendrik wil dat de overheid na 2006 alleen nog
software gebruikt die aan open standaarden voldoet - dat zijn openbare
technische specificaties. De voorkeur zou moeten uitgaan naar software met
openbare broncode, en de overheid zou zelf het initiatief moeten nemen om die
zonodig te laten ontwikkelen.
Groenlinks heeft
dit vastgelegd in de nota 'Software, open u!', een voorstel aan de minister van
Economische Zaken en te vinden op de website van Vendriks partij. Het is een
sympathiek en interessant idee, al was het voorstel bij het ter perse gaan van
dit nummer alleen nog te downloaden in de gesloten standaarden Microsoft Word
en Adobe Acrobat (pdf), en niet in de open standaard html. Een Kamermeerderheid
heeft er inmiddels voor gestemd.
Het plan probeert
iets te doen aan de machtspositie van een handjevol bedrijven op de
softwaremarkt, zoals PinkRoccade en Microsoft. Het is een feit dat op de
softwaremarkt de klanten zijn overgeleverd aan de grillen van leveranciers,
zoals weer eens is gebleken toen Microsoft de tarieven voor zijn licenties
radicaal verhoogde. Windows zelf is een voorbeeld van een gesloten standaard.
Andere softwarebedrijven zijn altijd overgeleverd geweest aan de genade van
Microsoft als het ging om de specificaties die nodig waren om software voor
Windows te kunnen ontwikkelen. Alleen onder druk van het antitrustproces heeft
Microsoft daar schoorvoetend en mondjesmaat wat aan gedaan.
Maar de eis om
vanaf 2006 alleen nog open standaarden te gebruiken gaat veel te ver.
GroenLinks hoopt misschien dat de betrokken softwarebedrijven kermend toegeven
en de standaarden die de overheid nu gebruikt, vrijgeven. Denk aan de nu in
gebruik zijnde bestandsformaten. Die hoop zal ijdel zijn. Het plan zegt, dat
Nederland dit desnoods buiten Europees verband moet doen. Dat geeft de
softwareindustrie de kans met het kleine, onbelangrijke Nederland een voorbeeld
te stellen. Men zal zijn poot stijf houden en de overheid moet op zoek naar een
alternatief.
Als Nederland
zichzelf dwingt op andere standaarden en dus andere software over te stappen,
wat dan? Ik hou mijn hart vast. Ik probeer al jaren van Word af te komen, maar
het programma (versie 97, overigens) is zo vertrouwd en zo handig dat ik er
steeds weer bij terugkom. Linux in plaats van Windows is prima als je er van
jongs af mee hebt gewerkt, maar anders kent het een lastige leercurve. Zelfs
een geleidelijke overgang van Windows op Linux zou een totale ontwrichting van
de overheid tot gevolg hebben. Niemand weet meer waar hij moet klikken.
Iedereen moet opnieuw worden opgeleid. Denk ook eens aan de conversie, of
tenminste de toegankelijkheid, van alle tot nu toe opgeslagen informatie.
Vendrik zegt dat
open source-software stabieler is en veiliger. Daar zit een kern van waarheid
in. Maar sinds Windows 2000 en Windows XP is de te boeken winst in stabiliteit
minimaal. De veiligheid van Windows is waardeloos, maar hoe populairder Linux
wordt, hoe aantrekkelijker het besturingssysteem en de bijbehorende software
(zoals de browsers) worden als doelwit, en hoe zichtbaarder de zwakke plekken.
Dat is nu al te merken.
Moet de overheid
zelf ontwikkeling van open software stimuleren? Dat lijkt op een overheid die
een eigen automerk opricht, omdat ze vindt dat de bestaande autoindustrie
teveel winst maakt, en dat ambtenaren zelf hun auto mogen onderhouden en
verbouwen. De gevolgen zijn voorspelbaar. De eerste tien jaar levert dat
slechtere auto's op dan die van de ervaren gevestigde fabrieken, en het
amateuristische geknutsel van de ambtenaren maakt het alleen maar erger.
De huidige open
source-beweging zal geen bruikbare software afscheiden voor de belastingdienst,
het kadaster of het bevolkingsregister. De markt is te klein en er zijn niet
genoeg gemotiveerde vrijwilligers voor. En de hemel beware ons voor uit de
grond gestampte staatssoftware. Dit specialistenwerk laat je over aan goed,
desnoods té goed betaalde specialisten. Waarschijnlijk is dat ook goedkoper dan
zelf doen, omdat je toch kosten deelt met andere afnemers. Dat het meeste
voordeel toevalt aan een snelle automatiseerder, soit.
Alternatieve,
open software moet je stimuleren door ervoor te kiezen wanneer deze goed genoeg
is, en niet door een verbod op al het andere. Is een beter alternatief niet
voorhanden, dan moet je de bekende specialisten precies datgene laten maken wat
je nodig hebt. Wat de overheid vermoedelijk nodig heeft zijn mensen met voldoende
inhoud voor dat sturingsproces. Hoe je die krijgt? Door ze heel veel te
betalen.