Privacy, anonimiteit, spam
Herbert Blankesteijn
In de discussie over privacy op internet worden de begrippen privacy en
anonimiteit vaak door elkaar gebruikt. Gaat het over spam (ongewenste reclame
in de mailbox), dan wordt dit nogal eens als onderdeel van het privacyvraagstuk
gezien. Het wordt tijd voor een duidelijk onderscheid.
Spam heeft niets met privacy te maken. Privacy is: persoonlijke
levenssfeer. Als je in een omgeving bent waar je er recht op hebt niet te
worden bespied - thuis - en toch loert iemand door de gordijnen: dát is
aantasting van de privacy.
Wanneer je spam krijgt, is daar geen sprake van. Degene die de spam
verstuurt, heeft blijkbaar je mailadres, maar verder niets. Als dat een
schending is van de persoonlijke levenssfeer, is het deponeren van folders in
de brievenbus dat ook. Spam is lastig, want je moet het opruimen, en het kost
de ontvanger geld. Dáárom moet het verboden worden, niet om redenen van
privacy.
Op privacy heeft iedereen recht - in de omgeving waar dat geëigend is.
De persoonlijke levenssfeer bestaat vooral in de persoonlijke omgeving:
binnenshuis. In de tuin bestaan al beperkingen. Als ik bloot in de tuin lig en
mijn buurvrouw ziet dat, kan zij eerder mij aanklagen wegens schennis van de openbare
eerbaarheid, dan ik haar voor aantasting van de persoonlijke
levenssfeer.
Zodra u en ik de straat opgaan, eindigt onze privacy. We hebben ons
gezicht bij ons. Niet iedereen weet hoe we heten, maar iedereen kan ons
herkennen ('Dát is die vent die een steen door de ruit gooide!'). Op straat, in
openbare gelegenheden, op het werk, weten we dat we kunnen worden gezien en
herkend. Iedereen kan zien wat we kopen in de supermarkt. De caissičre kan het
ook niet helpen als ze weet dat ik elke week dertig flessen slechte wijn koop.
Sociale controle is trouwens normaal en goed in een samenleving.
Iedereen weet dit en niemand doet er moeilijk over. Als je in het
openbaar iets verborgen wilt houden, moet je dat zelf maar regelen. Je koopt
bijvoorbeeld je drank telkens in een andere winkel.
In het openbare leven zijn we maar ten dele anoniem. We zijn verplicht
een legitimatie te dragen, en die op verzoek aan het bevoegd gezag te laten
zien. Elke auto heeft een kenteken, waarmee de eigenaar kan worden opgespoord.
Iedereen weet waarom dat is, en accepteert het.
Een tikje anoniem zijn we wel, doordat we opgaan in de massa. Dat geeft
een gevoel van privacy dat we dankbaar aanvaarden, misschien vooral omdat we er
onder die omstandigheden geen recht op hebben. Zodra die anonimiteit tot
problemen leidt, door vandalisme of aanrandingen en dergelijke, kan die worden
opgeheven, bijvoorbeeld met camera's. Bij vliegreizen wordt legitimatie geëist.
Voor de duidelijkheid: privacy is soms een recht, maar anonimiteit is
alleen maar een feit. Er is geen recht op anonimiteit, behalve in
speciale juridische gevallen.
Sommige media geven absolute anonimiteit. De post. Tot voor een paar
jaar gold dat ook voor de telefoon. Inmiddels is het karakter van de telefoon
veranderd: als ik zie dat iemand zijn nummer niet bekend maakt, neem ik de
telefoon niet op. Stalkers, hijgers en dreigers moeten uitzien naar andere
media. Gelukkig.
Ook op internet wordt misbruik gemaakt van de anonimiteit die (nog) een
eigenschap is van het medium. Spammers, virusmakers en ander tuig vergallen het
leven online.
Het zou goed zijn als de politiek erkende dat wie internet opgaat, in
zekere zin zijn huis verlaat. Online kun je geen recht doen gelden op privacy.
Gegevens over surfgedrag zijn dus vrij, voor zover bedrijven die in de
openbaarheid kunnen verzamelen, of als mensen die zelf prijsgeven. Providers
hebben een speciale positie: ze weten alles, maar mogen niets verklappen of
verkopen, behalve aan Justitie (zoals een bank ook de taak heeft discreet te
zijn over transacties). Anonimiteit is geen recht maar een feit: deze bestaat alleen
voor zover er geen problemen door ontstaan, en zolang het technisch onmogelijk
is de anonimiteit op te heffen.
Privacy is alleen nodig binnen de doos van de eigen computer: daar mag
niemand in gluren zonder toestemming. Dat betekent dat er regels nodig zijn
voor cookies, en dat controleren van buitenaf op geďnstalleerde software niet
zomaar kan. Maar er is niets tegen als juist daar waar de privacy begint, een
duidelijk naambordje zit vastgespijkerd.