Bepalingen licenties software vaak ongeldig

Herbert Blankesteijn

 

Dit voorjaar kwamen gebruikers van de populaire software van Kazaa, waarmee muziek kan worden uitgewisseld, tot de ontdekking dat een schimmig bedrijf het recht had verworven de rekenkracht en opslagruimte van hun computer via internet te gebruiken. De nietsvermoedende muziekliefhebbers hadden een nieuwe versie opgehaald en geïnstalleerd van de Kazaa-software. Vrijwel altijd komt tijdens zo'n procedure de volledige tekst voorbij van de 'licentieovereenkomst'; de installatieprocedure kan alleen worden voortgezet als de gebruiker zich met een klik in het juiste vakje akkoord verklaart met deze tekst. Maar het zijn lange, meestal in juridisch Engels gestelde documenten en zelden neemt een gebruiker de moeite zo'n tekst werkelijk te lezen. In dit geval was er extra software toegevoegd van Brilliant Digital Entertainment en de licentie was gewijzigd. Vrijwel niemand had dit gemerkt.

 

In juli deed Microsoft net zoiets. Een reparatiebestand van de Windows Mediaspeler, waarin een aantal veiligheidsproblemen werd opgelost, bevatte ook een gewijzigde licentieovereenkomst. Microsoft zou voortaan ongevraagd van afstand de Mediaspeler mogen vernieuwen, bijvoorbeeld met als doel het afspelen van illegaal gekopieerde muziek onmogelijk te maken.

 

In deze gevallen ging het om gebruiksovereenkomsten die stiekem werden veranderd. Maar de standaardteksten van verschillende fabrikanten lijken sterk op elkaar (zie kader). Wat staat er zoal in die voorwaarden die niemand leest?

 

Opvallend is, dat er nauwelijks garantie wordt gegeven. Gratis programma's zoals Kazaa of de Acrobat Reader van Adobe garanderen zelfs geen 'geschiktheid voor een bepaald doel'. In het geval van betaalde software die op cd-rom wordt geleverd, wordt vaak gegarandeerd dat de drager, de cd dus, in orde is, maar alleen gedurende een beperkte tijd. Makers van antivirussoftware garanderen geen foutenvrije of ononderbroken werking. Microsoft garandeert voor de veelgebruikte Office-software alleen dat deze 'grotendeels' volgens het meegeleverde schriftelijke materiaal functioneert. Een conventioneel product als een wasmachine zou het met een dergelijke gebrekkige garantie niet lang op de markt uithouden.

 

Volgens Colijn van Noort, juridisch medewerker van het Nederlandse softwarebedrijf Davilex, heeft dit te maken met de open standaard van de IBM-compatibele pc: 'Het is vrijwel onmogelijk om te garanderen dat een programma werkt op iedere pc-configuratie, met alle hardwareonderdelen die elkaar of de software in de weg kunnen zitten. In het geval van gesloten standaarden zoals spelcomputers, die door één fabrikant worden gemaakt en allemaal identiek zijn, zijn de garanties beter.' Overigens gaat iedere expert ervan uit dat software zonder fouten niet bestaat, dus wat dat betreft zijn absolute garanties inderdaad onmogelijk.

 

Overigens hoeven consumenten zich niet ongerust te maken. Advocaat Catrien Noorda, gespecialiseerd in electronische handel: 'Er is een dwingende bepaling in het Burgerlijk Wetboek over consumentenkoop - een aanschaf waarvoor geld is betaald - dat het product dat je koopt de eigenschappen moet hebben die je bij normaal gebruik mag verwachten.' Die bepaling geldt in de hele Europese Unie. Pogingen om in licenties het tegendeel te formuleren zijn toegesneden op de situatie in Amerika, waar de meeste software vandaan komt. In het bedrijfsleven is de situatie anders, omdat daar vaak na uitvoerige onderhandelingen contracten worden getekend die voor één transactie geldig zijn, zeker als het gaat om software op maat.

 

In het geval van software die in de winkel wordt gekocht, kun je de licentie meestal pas lezen na aanschaf, als de doos is geopend. Niet accepteren is er dan niet bij. De winkel zal de software niet meer terugnemen, omdat deze inmiddels kan zijn gekopieerd. Catrien Noorda: 'Licentievoorwaarden gelden niet als je er vóór aanschaf niet van kunt kennisnemen.' Wat dat betreft is de aanschaf via internet soms beter geregeld; daar kunnen de bepalingen voorbijkomen voordat de koop wordt gesloten. Noorda vindt dat de consument wel wat meer moeite zou mogen doen om die licenties daadwerkelijk te lezen.

 

Wat als de software zo slecht werkt dat er schade wordt aangericht? In de licenties wordt elke aansprakelijkheid die de juristen hebben kunnen verzinnen, bij voorbaat uitgesloten, zoals schade aan data, bedrijfswinst, of enig ander geldelijk verlies. 'Zelfs als tevoren voor dergelijke schade is gewaarschuwd' is daarbij een standaardfrase. Van Noort van Davilex: 'Je kunt moeilijk verwachten dat antivirussoftware een virus detecteert dat nog niet bekend is, hoe de fabrikant zich ook inspant. Schade die ontstaat hoeft dus niet hun schuld te zijn.' Advocaat Noorda draait het om: 'Als een bedrijf weet van een belangrijk virus dat niet wordt gedetecteerd en toch de software verkoopt, is er sprake van opzet of grove schuld, en geldt de uitsluiting van aansprakelijkheid gewoon niet.' Ook hier blazen de licentievoorwaarden dus te hoog van de toren.

 

Het aantonen van schuld of wanprestatie zal in de praktijk geen sinecure zijn, net als trouwens het vinden van de verantwoordelijke rechtspersoon, om maar te zwijgen van het voeren van een procedure met betrokkenen op verschillende continenten. Bij het falen van een computer willen makers van onderdelen, software en besturingssysteem nogal eens naar elkaar wijzen. In het geval van een pc met voorgeïnstalleerde software heeft de consument alleen een overeenkomst met de winkel en is de kwestie eenvoudiger, al kan het weer moeilijk zijn de winkel daarvan te overtuigen. Maar in het Nederlandse bedrijfsleven zijn er al voorbeelden van leveranciers (Cap Gemini, Exact) die inderdaad voor hun aansprakelijkheid hebben moeten betalen, ondanks clausules die dat hadden moeten voorkomen. Noorda: 'En de wet sluit daarbij aansprakelijkheid voor gevolgschade, zoals gederfde winst en verloren data of tijd, niet uit.'