Freenet is halverwege
Herbert Blankesteijn
Het zijn moeilijke tijden
voor de privacy. Amerikaanse overheidsorganisaties houden internet-, telefoon-
en faxverkeer in de gaten via projecten als Echelon en Carnivore. In Europa
moeten internet- en telecomproviders 'verkeersgegevens' langdurig bewaren. Werkgevers
vertonen de neiging in de gaten te houden wat hun employé's op internet
uitspoken. Ze hebben ruime keus uit commerciële software [045 020904
Spionagesoftware wordt sluwer.doc].
Een systeem met extreme
vrijheid van informatie en 'meningsuiting', met gegarandeerde anonimiteit van
de verspreiders van informatie en meningen, is vorige week volwassen geworden.
Of liever gezegd half volwassen, want Freenet heeft zijn versie 0.5
gepubliceerd.
Freenet is een netwerk dat
functioneert 'bovenop' internet. Het is verzonnen door Ian Clarke, een in
Ierland geboren hacker en voorvechter van de vrijheid van meningsuiting. Clarke
signaleert dat de informatietechnologie uitgebreide mogelijkheden schept voor
censuur en wil dat kwaad bestrijden. Op Freenet kan informatie worden
opgeslagen zonder dat de bron kan worden achterhaald en zonder dat er iets
opzettelijk kan worden gewist.
Voor Freenet moet je om te
beginnen de gratis software installeren van http://freenetproject.org. Daarmee
wordt je computer een node, oftewel knooppunt, van Freenet. (Deel
uitmaken van Freenet is alleen zinvol met een permanente internetverbinding,
dus met kabel of adsl.) Je moet instellen hoeveel bandbreedte en schijfruimte
je aan Freenet 'doneert'. Daarna kun je op Freenet bestanden neerzetten, en
informatie tot je nemen uit bestanden die anderen hebben neergezet.
Dat lijkt eenvoudig, maar
onder de oppervlakte zitten talrijke subtiele technieken. Wanneer je een
bestand op Freenet opslaat, weet niemand waar het precies belandt, dat wil zeggen
op welke harde schijf van de duizenden die door deelnemers ter beschikking zijn
gesteld. Degene op wiens schijf het staat, weet dat niet, want het staat er in
gecodeerde vorm. Wie informatie ophaalt en bekijkt, weet niet waar deze vandaan
komt. Freenet is heel geschikt voor het publiceren van verboden informatie.
Wanneer iemand informatie
zoekt op Freenet, ondervraagt zijn computer eerst naburige nodes. Zonodig
spelen deze de vraag gericht door naar andere nodes. De gang van zaken is te
vergelijken met het zoeken naar een adres. Je vraagt dat aan voorbijgangers, en
die wijzen je in eerste instantie de goede richting, of ze verwijzen je naar
iemand die het mogelijk wel weet.
Zodra het gezochte bestand is
gevonden, wordt het verzonden naar de aanvrager. De nodes die het doorgeven,
maken zelf ook een kopie. Zo wordt informatie waar vraag naar is, steeds
makkelijker te vinden. Omdat pogingen om informatie te verwijderen moeten
beginnen met het vinden daarvan, leiden ze tot het vermenigvuldigen van die informatie!
Zo is Freenet immuun voor censuur. Informatie kan alleen verdwijnen, wanneer er
niet naar wordt omgekeken. Dat is een mogelijk bezwaar: Freenet kent geen
permanente opslag.
Het nieuwe aan de laatste
versie van Freenet is, dat hij beduidend makkelijker te installeren en te
gebruiken is, vooral op Windows-computers. Freenet alléén is nog niks; er is
ook software nodig voor uitwisseling van berichten en bestanden, en voor het
inrichten en zoeken van websites. Wie achter een firewall zit, moet mogelijk
speciale maatregelen nemen. Beet durft de stelling aan dat Freenet nog niet
rijp is voor Oma, en omgekeerd. Het zullen voorlopig vooral privacy-ideologen
zijn die er gebruik van maken.
En natuurlijk die groepen die
het meest baat hebben bij anonimiteit. Een veel geuit bezwaar tegen Freenet is,
dat het een paradijs is voor terroristen, pedofielen, copyrightschenders
(muziek!) en andere misdadigers. Clarke stelt dat hij zelf afkomstig is uit een
land dat wordt geteisterd door terrorisme, en dat alleen begrip voor elkaars
standpunt, dus informatie, dat kwaad kan bestrijden. Als je er niet tegen kunt
dat er mogelijk zaken op je pc staan die je zelf abject vindt, moet je niet
meedoen, zegt de site van Freenet onomwonden.