LP's digitaliseren met scanner

Herbert Blankesteijn

 

Soms zijn onpraktische ideeën veel leuker dan praktische, en dit is zo'n geval.

 

Er is een praktische manier om een langspeelplaat, zo'n ouderwetse zwarte pannekoek, te digitaliseren. Die gaat als volgt: speel de lp af op een stereo, en leid het signaal dat normaal naar een cassetterecorder gaat voor opname, naar de 'line in' van de geluidskaart van een computer. Laat een programma voor geluidbewerking dit signaal opnemen. De inhoud van de lp kan dan digitaal worden opgeslagen, desgewenst na een behandeling om ruis en tikken te elimineren, en al dan niet in de vorm van mp3-bestanden. Wie een cd-brander heeft, kan de lp-muziek nu op een cd zetten.

 

Aan de 'virtuele grammofoon' van Ofer Springer uit Israel zal dus geen behoefte zijn. Maar een magnifiek idee is het wel. Net als veel mensen die de groeven op een lp bekijken, merkte Springer op dat je daarin patronen kunt zien. Je ziet verschil tussen harde passages en zachte, en soms zie je een groef duidelijk heen en weer gaan - een weerspiegeling van de muzikale trillingen die in de langspeelplaat zijn geschreven. Per definitie is ieder detail van de muziek in de groef aanwezig (althans wat daar niet aanwezig is, kan ook niet met behulp van de naald ten gehore worden gebracht). Dus zou ieder relevant detail ook gezien moeten kunnen worden, eventueel met behulp van apparatuur.

 

Als we toch visueel bezig zijn, laten we dan de scanner eens inzetten, vond Springer. Hij experimenteerde met de belichting en vond dat strijklicht in dezelfde richting als de groef een ander soort trillingen zichtbaar maakte dan het normale, loodrechte licht van de scanner. Zo herontdekte hij, dat bij stereo-opnamen de som van beide kanalen (dus een mono-weergave van het geluid) in de horizontale beweging van de groef zit, en het verschil in de verticale richting.

 

Springer scande 'De vier jaargetijden' van Vivaldi. Omdat de lp groter was dan de ruit van zijn scanner deed hij dat in vier gedeelten, die hij met een grafisch programma aan elkaar plakte. Vanaf dat moment, vertelt hij op zijn website [http://www.cs.huji.ac.il/~springer/], was het 'zeer eenvoudig'. Hij schreef een programma dat een 'virtuele naald' zijn weg liet zoeken over de afbeelding van de lp, en dat de trillingen registreerde die het in de groef tegenkwam. Van die trillingen construeerde het programma een geluidsbestand. Een aantal voorbeelden zijn op de site van Ofer Springer te vinden. Ze klinken zeker zo slecht als de eerste wasrolopnamen van Thomas Alva Edison, maar het is een prestatie van formaat dat er muziek op herkenbaar is.

 

Op de hackerswebsite Slashdot is een discussie losgebarsten over Springers demonstratie. Een grap? Dit heeft Springer ontzenuwd door zijn programma vrij te geven. Een serieuze manier om een lp te digitaliseren? Het nadeel van de hierboven beschreven methode via de stereoinstallatie is, dat deze in 'real time' plaatsvindt, dus even lang duurt als de muziek op de plaat. Scannen kan in theorie veel sneller.

 

Heeft een verbeterde versie van Ofers programma toekomst? Het publiek op Slashdot heeft daar tal van zinnige dingen over gezegd. Bijvoorbeeld dat een standaardscanner de diepteinformatie in principe niet tevoorschijn krijgt, dus verder dan een kopie in mono kom je niet. Verder dat confectiescanners niet voldoende scherpte hebben om hifi-muziek te leveren. En tenslotte dat het optisch uitlezen van grammofoonplaten al in de praktijk is gebracht. Op de site http://www.elpj.com/ worden laser-draaitafels aangeboden, waarbij een laserstraal de functie van de naald heeft overgenomen. Geen slijtage van de plaat meer, de kritieken zijn gunstig (www.stereotimes.com), maar de prijs is ernaar: vanaf 10.000 dollar.

Ook daarvan kun je zeggen: magnifiek maar onpraktisch.