Internetzenders worden piraten
Herbert Blankesteijn
Op internet kan iedereen een radiozendertje beginnen. De eenvoudigste
vorm is het neerzetten van een geluidsbestand (bijvoorbeeld wav, mp3, of midi)
in de ruimte die je provider beschikbaar stelt voor je homepage, in combinatie
met een link naar dat bestand vanaf je homepage zelf. Ga bijvoorbeeld naar
www.blankesteijn.com en klik op 'Welkom'. Dergelijke geluidsbestanden zijn te
maken met software die goedkoop of gratis is, en soms zelfs in Windows zit
ingebouwd - probeer bijvoorbeeld het programma Geluidsrecorder.
Om ruimte op de site te sparen, en tijd bij transporteren, is het zaak
de bestanden te comprimeren, zodat de kwaliteit zo hoog mogelijk blijft
bij een minimale bestandsgrootte. Bestandsformaten als mp3 of RealAudio komen
dan in aanmerking. Cd-kwaliteit wav kost 10 MB per minuut; mp3 een tiende
daarvan. RealAudio kost nog minder, waarbij de geluidskwaliteit wel vermindert.
RealAudio is speciaal geschikt voor langere programma's, waarbij het afspelen
van het bestand al tijdens het downloaden begint. Deze techniek heet streaming.
Mp3 kan ook streaming worden afgespeeld, maar RealAudio is het eerste formaat
geweest dat hiervoor speciaal is ontwikkeld, in 1995. Ook voor het converteren
van geluidsbestanden van wav (het standaard opnameformaat) naar mp3 is volop
software te vinden, bv Goldwave.
Hoewel de mogelijkheid tot 'radio on demand' het grote voordeel is van
internet boven uitzenden via de ether, willen veel liefhebbers vooral graag live
uitzenden. Daarvoor is het noodzakelijk dat je een permanente
internetverbinding hebt, en speciale software die van je pc een server
maakt voor RealAudio of Shoutcast. Dat is niet voor iedereen weggelegd, maar
wie het echt wil, kan het voor elkaar krijgen. Dat bewijzen de tienduizenden
radiostationnetjes die op internet zijn ontstaan.
Iedereen kan dus op internet uitzenden. Er zijn wel beperkingen. Wie al
te veel dataverkeer veroorzaakt, kan door zijn provider tot een duurder
abonnement worden gedwongen. Verder maakt het verschil wat je uitzendt.
Wie materiaal verspreidt via internet moet het recht hebben om dat te doen. Een
plaatje draaien mag niet zomaar; een concert uitzenden evenmin; zelf een liedje
zingen dat een ander heeft geschreven, ook niet.
De meeste oprichters van internetstations menen dat radio maken hetzelfde
is als plaatjes draaien (hoe zit het met discussies, documentaires, hoorspelen,
om eens wat te noemen?), maar ze hebben zich nooit om het betalen van de
rechten bekommerd. Sinds ruim een maand is nu bekend wat, in de VS althans,
daarvoor het tarief wordt: 0,07 dollarcent per liedje per luisteraar voor
zenders die alleen op internet werken, en de helft voor zenders die hun
etherprogramma's naar de digitale wereld doorschakelen. Te betalen aan het
Amerikaanse equivalent van onze Buma/Stemra.
Zeven honderdste cent per liedje. Dat is dus niks. Stel dat je dat als
luisteraar zou moeten betalen, dat is toch geen probleem? Er komt voor de
zender als geheel overigens een jaarlijks bedrag van 500 dollar bij. Dat is pas
verwaarloosbaar als er veel luisteraars zijn. Maar de meeste internetstations
hebben minder publiek dan de eerste de beste straatmuzikant, en gaan nu over de
kop. De enige manier om plaatjes te kunnen blijven draaien is: de illegaliteit
in.
Nu ben je als internetstation makkelijker op te sporen dan een
etherpiraat, maar er is al software om daar wat aan te doen. Streamer is
een programma dat kan zenden en ontvangen (www.chaotica.u-net.com). Als zender
stuurt het een datastroom naar zoveel mogelijk andere pc's met Streamer, die
het signaal zelf ook weer doorgeven, alsof het steunzenders zijn. Enzovoort. Zo
kunnen grotere aantallen luisteraars worden bereikt dan met één server. Als
ontvanger inventariseert Streamer welke knooppunten het kan vinden, en wat voor
stations deze aanbieden. Wat de oorspronkelijke computer van herkomst is van
een programma, is op die manier moeilijk te achterhalen. Streamer is gratis,
wordt door liefhebbers ontwikkeld en zal zeker nog in meer geavanceerde versies
verschijnen.